Universiteit Leiden

nl en

Onderzoeksproject

De aanpak van ondermijning en financieel-economische criminaliteit

Deze onderzoeksgroep richt zich op het thema ondermijning en financieel-economische criminaliteit, in het bijzonder de aanpak ervan op een aantal deelterreinen.

Contact
Marieke Kluin

De term ondermijning wordt door de rijksoverheid gebruikt als verzamelbegrip voor illegale activiteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van legale bedrijven en diensten, of waarbij de uitkomsten van deze activiteiten een ontwrichtende impact hebben op publieke sectoren. Door ondermijnende gedragingen vervagen de grenzen tussen een zogenoemde boven- en onderwereld en vinden criminele activiteiten in ieder geval sociaaleconomische inbedding in de samenleving. In het bijzonder tasten zij de integriteit van het maatschappelijke, economische en politieke stelsel aan, of kunnen zij tot aantasting daarvan leiden. Gelet op deze (mogelijke) gevolgen van ondermijning voor de overheid én de bredere maatschappij heeft de aanpak van wat hierboven als ondermijning werd omschreven prioriteit, zowel op lokaal, nationaal, als internationaal niveau.

Aan Nederlandse universiteiten en daarbuiten wordt al het nodige onderzoek verricht naar ondermijning. Wij richten ons onderzoek op een drietal niveaus. Het eerste niveau richt zich op definities van de problematiek (waar praten we over en hoe moeten we de problematiek begrijpen?). Het fenomeen en dan in het bijzonder specifieke casus zijn het onderwerp van het tweede niveau. In ons onderzoek staan verschillende casus centraal, namelijk (arbeids-)uitbuiting, milieucriminaliteit en (andere vormen van) financieel-economische criminaliteit. Aandacht gaat ook uit naar de bescherming van de democratische rechtsstaat. Op het tweede niveau komen verschillende vragen aan bod, onder andere over daders, over slachtoffers, over de (potentiële) schade en de relatie tot de in het recht te beschermen belangen en de percepties daarvan onder bijvoorbeeld burgers. Op het derde niveau gaat het om de aanpak daarvan, zowel door het strafrecht als op andere wijzen (bestuursrecht, fiscaal recht en via zelfregulering), de effectiviteit daarvan, maar ook de juridische rechtvaardiging van (strafrechtelijke en andere) maatregelen. Niet alleen wordt ingegaan op de vraag welke handhavingsmodellen worden gehanteerd, maar ook welke handhavingsmodellen zouden moeten worden gehanteerd, zowel vanuit effectiviteitsoogpunt als vanuit normatief oogpunt.

Onderzoeksthema’s

Hoewel in de loop der tijd het nodige bekend is geworden over de kenmerken en modus operandi van specifieke vormen van ondermijning, is dit fenomeen nog erg onderbelicht. Drie onderzoeksthema’s vragen om te worden onderzocht: definitie, fenomeen en ordening/handhaving.

In de eerste plaats blijkt er weinig overeenstemming te bestaan over de precieze betekenis van ondermijnende activiteiten (op centraal dan wel decentraal niveau). Bestaande literatuur bevat weinig consistente richtlijnen om verdere invulling te geven aan de definities van ondermijning terwijl ook uit wetgeving, beleid en rechtspraak geen heldere duiding valt te abstraheren. 

In de tweede plaats is er onvoldoende zicht op de aard en omvang van de problematiek, de (potentiële) schade die ondermijning veroorzaakt en de perceptie daarvan onder burgers. Waar speelt ondermijning zich af, onder welke omstandigheden wordt het manifest (wat zijn de oorzaken en gevolgen) en wie zijn (directe en indirecte) daders en slachtoffers (en kan er in dat laatste verband sprake zijn van overlap)? Er is met name weinig bekend over hoe ondermijning de samenleving doordringt en de mate waarin de verwevenheid tussen legale en illegale bedrijven en diensten een bedreiging vormen voor de openbare veiligheid, nationale legitimiteit, de leefomgeving en de concurrentie op de economische markt, het functioneren van de overheid, alsmede welke individuele en/of collectieve (rechts)goederen en -belangen door ondermijning in gevaar worden gezet of worden gekrenkt. Het onderzoek richt zich niet op drugscriminaliteit, maar vooral op andere, hiervoor genoemde, onderwerpen die in verband met ondermijning worden gebracht.

In de derde plaats doet diffuusheid rondom het begrip ondermijning vragen rijzen omtrent de aansluiting tussen het fenomeen en de huidige ‘aanpak’ daarvan. Zo is er groeiende aandacht voor de vraag welke aanpak (juridisch of integraal) de meest passende is, maar ontbreekt het aan een overzicht van de verschillende handhavingsmodellen voor de aanpak van ondermijning. Nog minder is bekend over welke (preventieve en reactieve) handhavingsmodellen het meest geschikt zijn voor de ‘bestrijding’ van ondermijning, ook in het licht van verschillende typologieën van het fenomeen. De complexiteit van het terrein als geheel bemoeilijkt ook de waardering van algemene en specifieke bestrijdingsstrategieën en – instrumenten vanuit het perspectief van legaliteit, rechtsbescherming en (materiële en procedurele) rechtvaardigheid.

Onderstaand figuur biedt een overzicht.

Onderzoekers

Lisa Ansems
Arjan Blokland
Jelle Brands
Fallon Cooper
Jan Crijns
Marcel de Groodt

Babette van Hazebroek
Boudewijn de Jonge
David Emmelkamp
Sjoerd Lopik
Marieke Kluin
Maarten Kunst
Anna Mosna
Jannemieke Ouwerkerk
Marcel Pheijffer
Anke Ramakers
Rafael Ruschel
David Sander
Ieke de Vries
Marijke Veerman
Jeroen ten Voorde
Nieke Verschaeren

Definities
 

Longitudinaal onderzoek naar mensenhandel

Onderzoeker: Ilse Ras

Ilse Ras is bezig met longitudinaal onderzoek naar mediaberichtgeving over mensenhandel. Dit onderzoek richt zich op de beeldvorming van mensenhandel en uitbuiting in de media, bedrijfscommunicatie en politiek debat.

Fenomeen en casuïstiek

Percepties van milieucriminaliteit

Onderzoekers: Lisa Ansems, Marieke Kluin, Jelle Brands en Anke Ramakers

In het kader van dit project en de deelprojecten die er deel van uitmaken wordt nagegaan welke verschillende typen percepties en reacties op milieucriminaliteit onder burgers kunnen worden onderscheiden (cognitief, affectief, normatief en conatief), hoe die percepties en reacties in kaart kunnen worden gebracht en welke factoren op deze percepties en reacties van invloed zijn.

Vertrouwen in publieke instituties na aangifte tegen Tata Steel

Onderzoeker: Lisa Ansems

Kwalitatief onderzoek naar vertrouwen in publieke instituties onder burgers die hebben meegedaan aan de strafrechtelijke aangifte tegen Tata Steel. In het bijzonder wordt nagegaan wat maakt dat deze burgers veel of weinig vertrouwen hebben in de diverse bij de handhaving betrokken overheidsinstellingen en welke rol ervaren procedurele rechtvaardigheid en ervaren effectiviteit daarbij spelen.

De betrokkenheid van jongeren bij georganiseerde criminaliteit:
Slachtofferschapservaringen en slachtofferbejegening in beeld

Onderzoekers: Fallon Cooper, Ieke de Vries, Babette Hazebroek, Maarten Kunst en Arjan Blokland

De aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is de “hoogste prioriteit” voor het huidige kabinet, waarbij stevig wordt ingezet op het voorkomen dat jongeren gerekruteerd worden voor georganiseerde misdaadactiviteiten en “uitgroeien tot grote criminelen”. Echter, ondanks wijdverbreide zorgen over jonge aanwas bij georganiseerde criminaliteit, blijven de mechanismen waardoor zij betrokken raken en de schadelijke impact die zij ten gevolge van hun betrokkenheid kunnen ervaren onderbelichte onderwerpen in de wetenschappelijke literatuur. Dit promotieonderzoek, dat is gefinancierd met een Startersbeurs, analyseert slachtofferschapservaringen en slachtofferbejegening voor jongeren betrokken bij georganiseerde criminaliteit via drie aspecten van de levensloop: mogelijke risicofactoren (kenmerken/trajecten van personen en hun omgeving voorafgaand aan betrokkenheid), de aard en mate van betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit en het moment van identificatie als slachtoffer van criminele uitbuiting, en de gevolgen van deze identificatie voor de levensloop. Deze drie levensloopaspecten worden bestudeerd worden vanuit de perspectieven van 1) jongeren; 2) actoren in de strafrechtsketen (die formeel een jongere kunnen aanmerken als slachtoffer of dader), en 3) op basis van landelijke registratiedata over levensloopkenmerken van jongeren.

Levensloop ondernemingen

Onderzoekers: Marieke Kluin, Arjan Blokland, Wim Huisman, Jelmar Meester & Frederike Oberheim

Geïnspireerd door de criminologische benadering van de levensloopcriminologie onderzoekt Marieke Kluin in samenwerking met Arjan Blokland (Universiteit Leiden/NSCR) en Wim Huisman (VU Amsterdam) de toepassing van levensloopcriminologie en criminele carrières op witteboordencriminaliteit. Aan de hand van longitudinaal onderzoek bestuderen zij de criminele carrières van bedrijven (Blokland et al., 2021 Wu et al., 2024). Bedrijven kennen ook een ‘levensloop’ en binnen de bedrijfskunde worden verschillende fasen in de levensloop van bedrijven onderscheiden. Inmiddels blijkt uit onderzoek (Kluin et al., 2018) dat bedrijven verschillen in hun patroon van regelovertreding. Momenteel wordt daarnaast ook onderzoek verricht door Jelmar Meester (PhD) naar de Nederlandse binnenvaart in samenwerking met de ILT en door Frederike Oberheim (PhD) naar de financiële sector in samenwerking met de DNB en de AFM.

Verder kijken dan het slachtoffer: de rol van de omgeving in de seksuele uitbuiting van minderjarigen

Onderzoeker: Ieke de Vries

Hoewel seksuele uitbuiting al jarenlang een prioriteit is op (inter)nationale beleidsagenda’s, staan kennishiaten over risicofactoren voor slachtofferschap een effectieve aanpak in de weg. Met unieke data over personen en hun leefomgeving en innovatieve methoden, brengt dit met een veni-beurs gesubsidieerde project nieuwe inzichten over risico en risicoverspreiding van slachtofferschap van seksuele uitbuiting. Hiermee kan slachtofferschap vroegtijdig worden geïdentificeerd of zelfs worden voorkomen.

Handhaving

Bovenmijning en strafvorderlijke beginselen

Onderzoeker: Jan Crijns

Het onderzoek en onderwijs wat Jan Crijns verricht, kan met name worden geplaatst in de pilaar handhaving, waarbij de aandacht doorgaans uitgaat naar de samenloop en integratie van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving. Mede daardoor begeeft Jan zich in toenemende mate ook in het financieel-economisch recht en in de richting van handhaving jegens rechtspersonen. Dat laatste manifesteert zich in een aantal promotietrajecten:

- Marijke Veerman –De schijnbare ongrijpbaarheid van multinationale banken voor normhandhaving door overheidsrechtspraak

- David Sander – Eerlijkprocesrechten van verdachte rechtspersonen

- Sjoerd Lopik – De rol van het strafrecht binnen het juridische antwoord op klimaatverandering

- David Emmelkamp – De rechtspositie van rechtspersonen in het publiekrechtelijk sanctierecht

- Nieke Verschaeren – Diversiteit in handhavingsstelsels

Bovenmijning en strafvorderlijke beginselen

Onderzoeker: Marcel de Groodt

Dit promotieonderzoek richt zich onder meer op het in kaart brengen en waarderen van handhavingsmodellen waarbij de overheid gebruik maakt van informatie verkregen middels private partijen, niet zijnde privédetectives of onderzoeksjournalisten. Dit onderzoek richt zich op handhavingsmodellen waarbij partijen worden verplicht, al dan niet onder dreiging van strafrechtelijke bepalingen,  om informatie te leveren en/of vormen waarbij partijen vrijwillig samenwerken met de autoriteiten en informatie tegen betaling aanleveren. De vraag die ten aanzien van deze handhavingsmodellen opkomt is hoe zij zich verhouden tot strafvorderlijke beginselen, in het bijzonder het nemo teneturbeginsel.

Effectiviteit van strafrechtelijke sancties ernstige milieudelicten

Onderzoeker: Marieke Kluin en Lisa Ansems

In opdracht van het WODC en het Ministerie van Justitie en Veiligheid doen Marieke Kluin en Lisa Ansems kwalitatief en juridisch onderzoek naar de effectiviteit van strafrechtelijke sancties in reactie op ernstige milieudelicten. Hierbij wordt in kaart gebracht wat de huidige juridische mogelijkheden zijn, welke sancties in de praktijk worden ingezet en tegen welke knelpunten men daarbij aanloopt, welke sancties onder welke omstandigheden het meest effectief zijn en op welke manieren de inzet van sancties kan worden verbeterd.

Strafrecht en klimaatverandering

Onderzoeker: Sjoerd Lopik

Sjoerd Lopik doet onderzoek gaat naar de rol van het strafrecht binnen het juridische antwoord op klimaatverandering. Hij onderzoekt de mogelijkheid tot het strafrechtelijke kwalificeren van broeikasgasuitstoot vanuit algemene leerstukken van het strafrecht, waaronder legaliteit en causaliteit. Ook onderzoekt hij klimaatwetgeving die door middel van het bijzonder strafrecht kan worden gehandhaafd, de mogelijke strafrechtelijke kwalificatie van greenwashing en de toegevoegde waarde van een strafbaarstelling van ecocide.

Dynamics of judicial scrutiny in cross-border evidence gathering

Onderzoeker: Anna Mosna

Dit onderzoek is ingebed in de EU JUST Action Grant Project ‘Mould EIO Review’ (MEIOR), een onderzoeksproject dat wordt gecoördineerd door prof. Michele Panzavolta (KU Leuven) en Anna Mosna, uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit van Padua (prof. Marcello Daniele), de Universiteit van Gdansk (prof. Slawomir Steinborn) de Universidad Complutense de Madrid (prof. Lorena Bachmaier Winter) en de Universiteit van Uppsala (prof. Maria Bergström). Het onderzoek van Anna Mosna richt zich op transnationale onderzoeken die worden uitgevoerd via een Europees Onderzoeksbevel (EOB) en analyseert de minimale vereisten van effectieve rechterlijke bescherming. Het onderzoek heeft tot doel richtlijnen te ontwikkelen voor stakeholders alsmede beleid en wetgeving ten behoeve van een betere grensoverschrijdende rechtsbescherming. Het onderzoek betreft ook het onderzoek door het Europees Openbaar Ministerie naar misdrijven die de financiële belangen van de Europese Unie raken, zoals witwassen en belastingfraude.

Right to silence in administrative punitive proceedings

Onderzoeker: Anna Mosna

Dit Onderzoek maakt deel uit van een EUAF Action Grant Project dat wordt gecoördineerd door prof. Michele Panzavolta en Anna Mosna en uitgevoerd in samenwerking met LUISS Universiteit van Roma. In het onderzoek staat de vraag centraal in hoeverre het nemo tenetur beginsel ook van toepassing is op bestuursrechtelijke en OLAF onderzoeken. Met de relativering van het verschil tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures, is het van belang te onderzoeken welke fundamentele beginselen en rechten die vanouds tot de strafprocedure worden gerekend ook van toepassing moeten zijn op bestuursrechtelijke procedures, waaronder fiscale onderzoeken, onderzoeken naar marktmisbruik en medediging. Het onderzoek heeft als doel richtlijnen te ontwikkelen voor stakeholders, waaronder OLAF, en bij te dragen aan een uniforme aanpak van de bescherming van het zwijgrecht.

Challenges of Digitalisation for Criminal Laws Protecting State and Democracy

Onderzoeker: Jannemieke Ouwerkerk en Jeroen ten Voorde

Dit rechtsvergelijkende ECPI-project wordt gecoördineerd door prof. Frank Zimmerman (Universiteit van Münster) en onderzoekt in hoeverre het strafrecht bescherming biedt aan democratie en staat in tijden van digitalisering. Het onderzoek richt zich op politiek fake news, de verantwoordelijkheid van providers voor illegale content op hun netwerken, digitale aanvallen op vitale infrastructuur en dergelijke en heeft tot doel aanbevelingen op te stellen voor wetgeving en beleid.

Bijzondere eerlijkproceskwesties bij verdachte rechtspersonen

Onderzoeker: David Sander

In dit promotieonderzoek gaat David Sander op zoek naar bijzondere eerlijkproceskwesties die verdachte rechtspersonen (kunnen) ervaren, waarbij bijzonder is dat de betreffende kwesties niet, minder vaak, minder snel of anders worden ervaren door verdachte natuurlijke personen dan door rechtspersonen. Een vervolgvraag is hoe dergelijke kwesties nader geduid en gecategoriseerd kunnen worden. De bedoeling is ook de kwesties normatief te waarderen en, voor zover problemen worden geconstateerd, oplossingsrichtingen te verkennen.

De schijnbare ongrijpbaarheid van multinationale banken voor normhandhaving door overheidsrechtspraak

Onderzoeker: Marijke Veerman

Multinationals lijken soms ongrijpbaar voor handhaving door overheidsrechtspraak, zowel in het strafrecht als het privaatrecht. Met enige regelmaat stuit handhaving af op bevoegdheidsproblemen, beperkingen in het sanctiearsenaal of de buitensporige consequenties van een sanctie. Dit leidt niet alleen tot negatieve publieke reacties, maar doet ook afbreuk aan de legitimiteit en effectiviteit van overheidsrechtspraak. Oplossingen worden gevonden in schikkingen (met het Openbaar Ministerie en in private context) en arbitrage. Maar zijn dat wenselijke oplossingen? Of zijn andere oplossingen denkbaar die de klassieke rechtspraak helpen multinationals te betrekken? Dit promotieonderzoek zoekt antwoorden vanuit het strafrecht en privaatrecht, en laat zich inspireren door de criminologie en de economie.

  • Bhimani, S., de Vries, I., Sneesby, A., Farrell, A. & Maass, K. The ties that link us: Uncovering the socio-technic connections of labor trafficking networks. Production and Operations Management (forthcoming in 2024).
  • Blokland A.A.J., Kluin M.H.A. & Huisman W. (2021), Life-course criminology and corporate offending. In: Rooij B. van & Sokol D.D. (red.) The Cambridge Handbook of Compliance. Cambridge: Cambridge University Press. 684-704.
  • J.H. Crijns, M. Haentjes & R.C.P. Haentjes (red.), The enforcement of EU financial law, Oxford: Hart Publishing 2022.
  • J.H. Crijns, Rechterlijke toetsing van hoge transacties in strafzaken: contracteren onder toezicht, in: C.G. Breedveld-de Voogd e.a. (red.), Sluitertijd – Reflecties op het werk van Jaap Hijma, Deventer: Wolters Kluwer 2020, p. 389-403.
  • Farrell, A., Dank, M., de Vries, I., Kafafian, M., Hughes, A., & Lockwood, S. (2019). Failing victims? Challenges of the police response to human trafficking. Criminology & Public Policy18(3), 649-673.
  • Farrell, A., Bright, K., de Vries, I., Pfeffer, R., & Dank, M. (2020). Policing labor trafficking in the United States. Trends in Organized Crime23, 36-56.
  • Kluin M.H.A., Blokland A.A.J., Huisman W., Peeters M.P., Wiering E. & Jaspers S.J. (2018), Patronen in regelovertreding in de chemische industrie, Tijdschrift voor Criminologie 60(4): 421-454.
  • Kluin M.H.A., Wiering E., Peeters M.P., Blokland A.A.J. & Huisman W. (2020), Regelovertreding en incidenten bij Brzo-bedrijven: een longitudinale benadering. Den Haag: Boom criminologie.
  • Van Meeteren, M. & de Vries, I. (2023). De noodzaak van een holistische benadering bij de aanpak van arbeidsuitbuiting. In: Y. Erkens, C. de Groot, C. van Oostrum (Eds.). Phanta Rhei: Recht een duurzaamheid (pp. 81-6). Boom juridisch
  • Mosna A. & Soana G. (2023) NFTs and the virtual yet concrete art of money laundering, Computer Law and Security Review 51, 1-10.
  • Mosna A. (2022) Give art market regulation a chance, Maastricht Journal of European and Comparative Law, 29(3), 304-327.
  • Mosna A. (2022) More than Antiquities Trafficking: The Issue is Antiquities Laundering, in Fabiani M.D., Burmon K.M. & Hufnagel S. (eds.), Global Perspectives on Cultural Property Crime, Routledge, 99-118
  • Mosna A. & Soana G. (2022) When art goes virtual: what status for collectible NFTs under the current EU Anti Money-Laundering regime, EU Law Analysis
  • De Vries, I., & Farrell, A. (2018). Labor trafficking victimizations: Repeat victimization and polyvictimization. Psychology of Violence8(5), 630.
  • De Vries, I., & Farrell, A. (2023). Explaining the use of traditional law enforcement responses to human trafficking concerns in illicit massage businesses. Justice quarterly40(3), 337-362.
  • De Vries, I., Jose, M., Farrell, A. (2020). It’s your business: The role of the private sector in human trafficking. In: J. Winterdyk & J. Jones (Eds). The Palgrave International Handbook of Human Trafficking (pp. 745-762). Palgrave Macmillan.
  • De Vries, I. (2019). Connected to crime: An exploration of the nesting of labour trafficking and exploitation in legitimate markets. The British Journal of Criminology59(1), 209-230.
  • Wu, Y., van Rooij, B., & Kluin, M. (2023). Organizational life-cycle analysis of corporate offending: insights into how changes in business cycles interact with regulatory oversight to shape compliance and violations. Crime, Law and Social Change, 1-21.

Recente nieuwsitems

Activiteiten

  • Specialisatiecursus Ondermijning 2023
  • Specialisatiecursus Ondermijning 2024
    De samenleving en daarmee ook veel overheden worden in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van ondermijning. Denk onder meer aan drugscriminaliteit en -overlast, mensenhandel en criminele uitbuiting, vastgoedfraude, witwassen en cybercrime. Deze specialisatiecursus bedoeld voor medewerkers van de deelnemers aan het RIEC Den Haag richt zich op ondermijning met een focus op lokale problematiek en de rol van lokale overheden in een integrale aanpak van ondermijning. Actuele vraagstukken die spelen op lokaal niveau krijgen uitgebreid aandacht, met als doel handvatten te geven voor de aanpak van ondermijning op bestuurlijk niveau.
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.