Universiteit Leiden

nl en

Ontmoet onze medewerkers

Niemand kan je beter vertellen hoe het is om te werken bij ons, dan jouw toekomstige collega's zelf.

Henk Langeveld

Henk Langeveld, front-end developer: "Ik voel me helemaal geen IT'er."

 

“Ik ben echt heel blij om bij de Universiteit Leiden te werken”, vertelt Henk Langeveld. Hij is Front-end Developer binnen het Web Services team, dat zit in een kamer met tien werkplekken in het statige Academiegebouw met uitzicht op de Hortus. Toch is de kamer niet vol: de meeste collega’s werken een deel van de week thuis. Henks enthousiasme heeft drie hoofdredenen: “ik ervaar hier heel veel mogelijkheden om te doen wat ik belangrijk vind en om eigen ideeën uit te werken; ik heb een betere balans tussen privé en werk; en ik krijg hier de ruimte om me te ontwikkelen.”   

Doen wat je belangrijk vindt? Zoals?  

“Nou, bijvoorbeeld voor accessibility. Dat wordt steeds belangrijker. Ik vond website-toegankelijkheid zelf al belangrijk en wilde er meer over weten; dus hoe mensen met een beperking -denk aan bijvoorbeeld blind of doof zijn, met dyslexie, arm gebroken of simpelweg dat je muis het niet doet - gebruik kunnen maken van de website.  

Ik kan zelf iets aanpakken, als ik denk dat dat goed is. De universiteit is wat dat betreft niet een heel log apparaat: heb je een idee, dan kun je er een kant mee uit. Ik dacht wel even toen ik solliciteerde: ‘is het daar niet wat stoffig, met een oude manier van werken?’ Dat had gekund, maar is niet zo. Nee, het zijn leuke mensen, mensen die vooruit willen, mensen met wie je iets kunt opbouwen. Alleen soms duurt iets even wat langer.” 

"Ik voel me helemaal geen IT'er"  

“Ik vind het ontzettend leuk hoe we als team elkaar nodig hebben en dat ieder een eigen stukje heeft waar je voor verantwoordelijk bent en waar je goed in bent. We zijn een team met Back-enders, DevOps, Functioneel Beheerder, Tester, Product Owner en Scrum Master en dat zijn allemaal aparte werelden. Ik ben de enige Front-ender. Ik voel me helemaal geen IT’er, dat vind ik een nogal vaag en algemeen begrip; het ISSC bestaat uit zo’n 150 mensen en die doen zo veel verschillende dingen, IT’er dekt voor mij de lading helemaal niet. Ieder specialisme kijkt naar een eigen ding, maar ook naar wat kan je betekenen voor de ander, in het team en naar buiten toe. 

In mijn functie als Front-ender doe ik de voorkant van de website, dat is het deel dat je ziet en waar je interactie mee hebt. We werken met Bloomreach en CRAFT. De back-end kijkt meer naar de achterliggende informatie en database; ik doe meer de visuele dingen, zoals: ‘Wat hebben de webredacteuren nodig? En kunnen we nog meer focussen op de bezoeker? Hoe maak ik het handig voor de gebruiker?’ Denk daarbij aan boeken als The Design of Everyday Things van Don Norman en Don’t make me think - A common sense approach to web usability van Steve Krug.  

Voorheen was ik freelance websitebouwer, en daarvoor was ik belichter en operator in het theater. Dat was superleuk werk, maar ik was altijd op weg; ik zag m’n kinderen te weinig, was altijd moe en het betaalt voor geen meter. En als freelancer ben je steeds facturen aan het schrijven. Nu kan ik lekker op de fiets naar het werk toe en kan ik op tijd stoppen. Dit geeft een betere thuis-werk balans. En ik heb geen auto meer nodig om naar het werk te gaan.” 

Hoe vind je de universiteit als werkgever? 

“Op de universiteit gebeuren veel vernieuwende dingen waarmee de wereld mooier wordt. Ik vind het leuk om daar onderdeel van te zijn, in plaats van bijvoorbeeld voor een bank het zoveelste ding te maken – dat is niet het meest spannende werk.  

We worden ook gevraagd om te helpen bij het maken van websites voor bijvoorbeeld kennisdeling over bepaalde onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan het CRAFT-contentmanagement systeem: daar gebeuren leuke dingen mee. Er zijn een hoop mooie initiatieven vanuit de universiteit die een eigen platform behoeven, die bijvoorbeeld gaan over samenwerkingen binnen of buiten de universiteit. Daar zijn de CRAFT CMS-websites voor bestemd. 

Ik werk ook geregeld in het Snelliusgebouw. Ik vind het daar heel tof opgezet, het zijn leuke werkplekken. Je kunt er op veel verschillende kamers werken en er zijn goede voorzieningen voor bijvoorbeeld een videocall. Wel ben ik persoonlijk gehecht aan een vaste werkplek zoals we hebben in het Academiegebouw.” 

Nelly Tezbasaran

Nelly Tezbasaran, applicatiebeheerder: “Je hebt bij het ISSC veel invloed op je werkzaamheden."

 

De leergierige applicatiebeheerder startte met een aantal kleinere applicaties. Om die onder de knie te krijgen had ze gelukkig veel ondersteuning van haar collega’s. Momenteel heeft ze zo’n vijf verschillende applicaties onder haar hoede en is het moment daar om zich te specialiseren.

Nelly: “Je hebt bij het ISSC veel invloed op je werkzaamheden. Zo zijn er twee applicaties waar ik mij verder in wil verdiepen en de andere applicaties kan ik overdragen aan collega’s.” Deze vrijheid en verantwoordelijkheid spreken haar aan. “Ik heb eerst veel kunnen leren in de breedte van het vak en wil mij nu verdiepen. Ik krijg de gelegenheid om mijn eigen pad te kiezen.”

SAP Business Warehouse en SAP Business Objects

Het zijn de twee applicaties binnen SAP waar haar  interesse het meest naar uitgaat. Deze twee applicaties zijn te onderscheiden als Business Warehouse (Datawarehouse) en Business Objects. Business Objects: 

“Dit is een applicatie waar je verschillende rapportages mee kunt draaien. Voorheen ging dit met Excellijsten, maar die voldoen niet meer aan de informatie die we nu uit alle data kunnen halen. Inmiddels hebben de rapportages de vorm van dashboards aangenomen en moeten ze inzichtelijk en gebruiksvriendelijk zijn voor veel verschillende collega’s.” De ontwikkelingen binnen deze applicaties staan dan ook niet stil. “Soms worden er nieuwe opties vanuit de ontwikkelaars aangeboden. Wij kijken vervolgens of dit voor ons bruikbaar is. Anderzijds, komen er ook aanvragen voor nieuwe functionaliteit- en vanuit de gebruikers bij onze functioneel beheerders binnen. Zij zijn het eerste aanspreekpunt en als ze er niet uitkomen of als er problemen zijn, dan ga ik ermee aan de slag.”

Puzzelen en problemen oplossen

“Een goed voorbeeld van een project waaraan ik werk, is de upgrade in Business Objects die met name effect heeft op de user interface. Dit gaat niet alleen over de look en feel van de applicatie, maar ook technisch komt er heel wat bij kijken. 

Met de inrichting van deze nieuwe interface weten we niet of alle rapportages nog goed werken. Er zijn namelijk meerdere formaten die data vanuit allerlei verschillende connecties moeten halen. Zo bleken de onderwijsrapportages goed te werken, maar de financiële rapportages gaven een foutmelding. Aan mij de taak om in het testsysteem op zoek te gaan naar de fout. “In de configuratiebestanden maak ik aanpassingen om de fout te herstellen, maar dit gaat niet altijd in een keer goed. Zo gebeurde het laatst dat na mijn aanpassingen de webapplicatie niet meer startte en ik alles moest terugdraaien. En dan moet je opnieuw op zoek naar de fout.” Gelukkig staat ik er niet alleen voor. In zo’n geval vraag ik een van mijn collega’s van het cloudplatform om mee te kijken, aangezien het hier te technisch voor mij wordt. Maar dat geeft niet, zo blijf je leren. Bovendien maakt de combinatie van puzzelen, problemen oplossen en het schakelen met collega’s het werk leuk en afwisselend. Hier ben je nooit uitgeleerd!”

Jennifer van der Meij

Jennifer van der Meij, senior beheerder en scrummaster: “Als je hier ergens in bent geïnteresseerd en het past binnen je (groei)pad, is er veel mogelijk."

 

Het ISSC kwam in 2016 bij Jennifer op haar pad. Vergelijkbaar werk, op drie minuten fietsen én bij een organisatie die qua cultuur beter bij haar past. Jennifer: “Na mijn sollicitatie had ik vrij snel twee hele leuke gesprekken en een paar maanden later was ik al begonnen. Een goede keuze: ik werk inmiddels alweer bijna vijf en een half jaar bij het ISSC.

Bij het ISSC heb je veel ontwikkelmogelijkheden. Sinds ik hier werk heb ik al veel trainingen gedaan, uiteenlopend van de Bloomreach developer-training, BISL, diverse ISTQB-test trainingen, Agile-requirements tot PSM-I en II. Als je hier ergens in bent geïnteresseerd en het past binnen je (groei)pad, is er veel mogelijk. Daarbij werk ik in een multidisciplinair team, waarin we allemaal dezelfde mindset hebben en waarbinnen we de meeste dingen zelf kunnen regelen.”

Hoe ziet haar werkdag eruit?

Jennifer: “Als voorbeeld: wij werken volgens de Agile-methode. Ik bereid op de eerste (donder)dag van de sprint de retrospective voor.  In de retrospectieve kijken wij als developmentteam grofweg terug naar de vorige sprint: hoe ging de sprint, wat kan er beter? Ik vind het leuk om voor iedere keer een ander format te vinden om een beetje scherp te blijven en er met een net iets andere invalshoek naar te kijken. Na de retrospective hebben we een standup waarbij we als developmentteam samen met de product owner en belangrijkste business owners het sprintboord doornemen. Na een kop koffie, gaan we verder met de planningsessie. We beginnen meestal met het verfijnen van een paar stories die nog mee moeten in de volgende sprint.

Is alles ingeschat, dan kunnen we beginnen met de planningssessie. Hoeveel werk kunnen we in de volgende sprint als team aan? Wat is het sprintdoel? Wat willen de Business owners/ Product owner graag meenemen? Welke technische stories vindt het developmentteam zelf belangrijk om op te nemen? Aan de hand van die vragen vullen we de sprint backlog voor de volgende sprint, waarna we aan de slag kunnen. Ik vul dan zelf waar nodig nog de acceptatiecriteria per story aan. De eerste donderdagmiddag van de sprint is voor mij vaak één van de rustigere momenten, dus dan probeer ik tijd in te plannen voor het verbeteren van zaken zoals automatisch testen, product-risicoanalyse, etc.”

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.