Universiteit Leiden

nl en
Dossier

Huisvesting

Wat doet de Universiteit Leiden om haar gebouwen en campussen toekomstbestendig en onafhankelijk van fossiele energie te maken?

De Universiteit Leiden wil haar CO2-uitstoot en het energieverbruik fors reduceren én fossielvrij bouwen en renoveren. Dit betekent dat we ruimte en energie nog efficiënter moeten gebruiken, en overschakelen van groene energie naar meer zelfopgewekte elektriciteit. Omdat grondstoffen eindig zijn en bouwmaterialen steeds duurder worden, zetten we in op circulair renoveren en beheren van onze gebouwen. Vergroening van de campussen verbetert onze leefomgeving, houdt onze productiviteit op peil en draagt ook bij aan energiebesparing.

Via de Lange Termijn Huisvestingsvisie 2016-2025 ontwikkelt de universiteit van unilocaties naar drie campussen met een concrete ruimtenorm.

Onze vastgoedstrategie staat uitgewerkt in het Meerjaren Investeringsplan (MIP), dat elk jaar wordt geactualiseerd op basis van de laatste inzichten. Het huidige investeringsplan kijkt vooruit tot 2030.

Door het nieuwe thuiswerkbeleid en fors stijgende energieprijzen is het noodzakelijk geworden om ruimtes nog veel efficiënter te gebruiken. Hierover voeren Vastgoed en de faculteiten jaarlijks overleg.

De vastgoedcarrousel

De Routekaart naar CO2-neutrale campussen laat zien hoe de Universiteit Leiden voor wat betreft huisvesting aan het Klimaatakkoord van Parijs wil voldoen.

Centraal staat de energietransitie: van fossiele energiebronnen naar niet-fossiele bronnen. In 2030 willen we de CO2-uitstoot met 65% verminderen en in 2050 met 95%. Dat bereiken we door onze gebouwen te verduurzamen, ons aardgasverbruik naar nul te brengen, overig energiegebruik drastisch te reduceren en elektriciteit zo veel mogelijk zelf op te wekken.

Drie actuele ontwikkelingen maken het nog urgenter om de doelen te behalen:

  • de energiecrisis en de daardoor fors stijgende prijzen
  • de oorlog in Oekraïne, waardoor Nederland versneld onafhankelijk wil worden van Russisch gas
  • waarschuwingen in IPPC-rapportages over nog sneller opwarmen van de aarde dan gedacht

Verduurzaming van gebouwen levert de grootste bijdrage aan realisering van deze doelstellingen. Vooral bij grote renovaties en nieuwbouw is isolatie essentieel. Bij monumentale panden is dat complex, omdat we daarbij aan meer regelgeving zijn gebonden.

[Zie tegel voor de routekaart in rechterkolom voor een visualisatie van de plannen tot 2030.]

Paris Proof-gebouwen

Gebouwen die jaarlijks minder dan 70 kWh per vierkante meter gebruiksoppervlakte gebruiken noemen we toekomstbestendig, ook wel: Paris Proof. Alleen het Arsenaal en enkele parkeergarages voldoen op dit moment aan die norm. Rond 2030 komen daar 5 gebouwen bij, als die door gebruik van warmte- en koudeopslag aardgasvrij zijn gemaakt:

  • Collegezalengebouw
  • Cluster Zuid
  • Cluster Noord
  • Reuvens
  • Nieuw Lipsiusgebouw

Zodra stadswarmte volledig fossielvrij is, komen er nog in elk geval 4 Paris Proof-gebouwen bij:

  • Wijnhaven
  • Schouwburgstraat
  • Van Steenis
  • Rijnveste

Waar liggen de zonnepanelen?

Op deze interactieve pagina van de online Transitiemonitor Energie kun je lezen hoeveel zonnepanelen er op het dak van elk van onze gebouwen liggen, en hoeveel energie ze opleveren.

Er zijn verschillende keurmerken en labels, die laten zien hoe toekomstbestendig en duurzaam een gebouw is.

Energielabels

De Universiteit Leiden gebruikt energielabels om de energieprestaties van gebouwen inzichtelijk te maken. Deze labels lopen van G (zeer slecht) tot A++++ (energieleverend). Nadeel van dit systeem is dat de labels alleen betrekking hebben op kantoor- en onderwijsruimtes, maar niet op laboratoria. Dit neemt niet weg dat de energieprestaties van gebouwen verbeteren als we bij renovaties streven naar energielabel A. De Monitor Energietransitie toont voor elk gebouw het bijbehorende energielabel.

Keurmerk BREAAM-NL

Bij de verduurzaming van gebouwen (nieuwbouw, grote renovaties en sloop) werkt de Universiteit Leiden met het BREEAM-NL keurmerk. Het prestatieniveau wordt bepaald op basis van scores in negen categorieën, die variëren van energie-, water- en materiaalgebruik tot afvalproductie en transportbewegingen. 

Voor de Universiteit Leiden is prestatieniveau Very good (3 van 5 sterren) een minimale vereiste en ligt de ambitie bij Excellent (4 van 5 sterren). Dit is een internationaal erkende manier om aan te tonen hoeveel duurzamer, gezonder en toekomstbestendiger de huisvesting is, boven op wat de wetgever via het Bouwbesluit verplicht stelt.

WELL-norm

De Faculteit Geesteswetenschappen neemt bij de ontwikkeling van de Humanities Campus ook de WELL-normen in acht. Bij dit keurmerk draait het juist om de gezondheid van gebouwen en het welzijn van de gebruikers. De WELL-prestatie kent drie niveaus: zilver, goud en platina. De categorieën Lucht, Comfort en Licht uit de WELL-normen zijn ook al stevig verankerd in de BREEAM-norm. De WELL-normen besteden daarnaast aandacht aan gebouwgebonden gezondheidsaspecten, zoals bouwmaterialen, installaties en interieur, maar ook aan Human Recource, zoals fitness en mind.

Bij de renovatie van Cluster Noord (Matthias de Vrieshof) voeren we een pilot uit met de WELL-normering (exclusief certificering).

Doelen 2025 in labels en keurmerken

 

2020

2025

BREEAM-NL

  • Gorlaeus fase 1 (2017; very good)
  • Sloop Hoogbouw (2017; excellent)
  • Arsenaal (2022; very good)
  • Gorlaeus fase 2 (2023; very good)
  • Installatie Paviljoen (2023; very good)
  • Cluster Zuid (2023; excellent)
  • Cluster Noord (2025; excellent)
  • Sport en Tentamencentrum (2025 excellent)
  • Sloop LMUY

WELL

-

Cluster Noord; pilot

Energielabels

29% BVO heeft energielabel B of hoger (7 gebouwen) 

  • KOG
  • Gorlaeus fase 1
  • Willem Einthoven
  • De Kattekop (KDV)
  • Wijnhaven
  • Anna van Buerenplein
  • Schouwburgstraat
  • Huur Level & Rijnveste

40% BVO heeft energielabel B of hoger (14 gebouwen)

Ook:

  • Arsenaal
  • Gorlaeus fase 2
  • Sport en Tentamencentrum
  • Spuigebouw (Den Haag)
  • Cluster Zuid
  • Cluster Noord

Bouw, sloop en industrieel afval vormen de grootste en snelst groeiende afvalstroom van Europa, goed voor 30% van al het afval. En dat terwijl bouwgrondstoffen steeds schaarser worden en delving ervan voor milieuschade zorgt. Daarom gaan we steeds meer circulair oogsten en bouwen: geen panden slopen, maar zorgvuldig ontmantelen, zodat materialen bij nieuwbouw of renovatie kunnen worden hergebruikt.

Hout dat vrijkomt bij renovatie van universitaire panden wordt nu al volledig hergebruikt: in hetzelfde gebouw, of elders op de campussen. Ook voor kabelgoten, kabels, ramen, staal en andere onderdelen zoeken we intern of extern een nieuwe bestemming. Om hergebruik mogelijk te maken is het belangrijk om demontabel te bouwen, als Lego dat eenvoudig uit elkaar is te halen. Dus zonder lijm of spijkers. Op basis van ervaring in de praktijk ontwikkelt de Universiteit Leiden een eigen standaard.

Voorbeelden
 

  • Duurzaam slopen Gorlaeus Hoogbouw (2017) met maximaal hergebruik van materialen (meer dan 90%). In de draagconstructie van Biopartner werd 150 ton staal toegepast. Lees: De belofte van hergebruik in bouwDe onderste verdiepingen vormen de toekomstige fietsenstalling Gorlaeus (2024).
     
  • Het parkeerterrein in Nieuw-Rijngeest-Zuid is gebouwd met tweedehands straatstenen.

Zie ook de pagina Circulariteit op de website van het Leiden Bio Science Park.

  • Er is 2900 meter hergebruikt hout in het Arsenaal geplaatst en de oorspronkelijke ramen zijn ingezet in het circulair paviljoen te Hoofddorp.
     
  • 165.000 kilo bouw-, sloop- en industrieel afval is ge-upcycled (91 kg bouwafval per m2 gevel) in de WasteBasebricks van het bedrijf StoneCycle. Deze zijn verwerkt in de gevel van het Installatie Paviljoen (naast Snellius). Ook de CO2-uitstoot van de productie van deze handgemaakte stenen is gecompenseerd.

De nieuwe generaties die straks komen studeren of werken in Leiden, willen een prettige leefomgeving in de gebouwen en op de campussen. In elk bouwproject onderzoeken we samen met een ecoloog of we het volgende kunnen realiseren.

Vergroenen, verkoelen, klimaatadaptatie en biodiversiteit

Elk campusterrein moet groenblauw worden, wat betekent dat het voor minstens 30% uit begroeiing en waterpartijen bestaat. Die begroeiing kan zowel horizontaal als verticaal, bijvoorbeeld langs gevels. We willen dit omdat het belangrijk is dat iedereen binnen 500 meter van werk of studieplek in het groen kan zitten.

Een groene omgeving kan regenwater beter verwerken en vasthouden

Regenwater vult ons verzilte grondwater aan en we krijgen minders snel natte voeten bij hevige regenval.
Het is al wettelijk verplicht dat renovatie en nieuwbouw klimaatadaptief is, wat betekent dat regenwater vastgehouden moet kunnen worden en vertraagd afgevoerd naar vijvers en sloten in de omgeving (en niet meer naar het hemelwaterriool). Ook bij bestaande gebouwen en in versteende omgevingen is een verbeterslag wenselijk.
Op het Leiden Bioscience Park rondom het Gorlaeus en nieuw Rijngeest-Zuid streven we naast een bomenbalans (1 boom kappen = 1 boom planten) ook naar een waterbalans voor hemelwateropvang.

Groen zorgt voor koelte

Door de klimaatverandering hebben we steeds vaker te maken met extreem hete periodes. In een omgeving met voornamelijk asfalt en beton loopt de temperatuur snel op en daalt deze maar langzaam, doordat steen de warmte lang vasthoudt. Dat leidt tot hittestress bij mens en dier. Vergroening helpt om de omgeving te koelen. Door voortdurende verdamping van water zorgen bomen, gras en struiken ervoor dat de omgevingstemperatuur met tot wel 7° C omlaag gaat. Dat heeft een positief effect op arbeidsproductiviteit en concentratievermogen.

Hittestress in beeld

Zie de mind map van Hogeschool Amsterdam die de impact van extreme hitte in een versteende omgeving laat zien. Of ga naar de Nationale Hittestresskaart en zoom in op Leiden of Den Haag om de hot spots in gevoelstemperatuur te ontdekken.

Andere voordelen van vergroening

  • Groen vermindert stress, wat gunstig is voor gezondheid en welzijn.
  • Parkjes en plantsoenen zijn als ontmoetingsplaatsen goed voor de sociale cohesie in de buurt.
  • Groen dempt verkeerslawaai en verbetert de kwaliteit van de lucht door fijnstof eruit te filteren en CO2 om te zetten in zuurstof.
  • Groen vergroot de biodiversiteit en verbetert de leefomgeving van vogels en insecten.

Emissievrije bouwlogistiek

Samen met Gemeente Leiden, Provincie Zuid-Holland, Constructif, Renewi, Citybarge, Circle Logistics en andere partners werkt de Universiteit Leiden eraan om goederen en bedrijfsafval emissieloos over Leidse grachten en singels te vervoeren. Met de renovaties van de Humanities Campus zal de binnenstad van Leiden de komende jaren een bouwplaats zijn. Daarom willen we bij de opbouw van Cluster Zuid ervaring met emissievrij transport over water opdoen en zo de kans vergroten dat deze manier van bouwlogistiek een succes wordt. De Universiteit Leiden volgt hiermee de landelijke route op weg naar Zero Emissie Stadslogistiek, waarin de gemeente Leiden participeert. Zo wordt de logistiek rondom bouwen optimaal: de bereikbaarheid in de stad en de regio wordt er beter door en het is veiliger voor fietsers en wandelaars.

Uitdagingen in dit project zijn de lage doorvaarthoogten door de vele bruggen en de beperkte vaardiepte op bepaalde plekken. Ook moet er snel een centrale overslaglocatie (een zgn. hub) komen waar vrachtverkeer buiten de binnenstad de over het water te vervoeren goederen aanlevert dan wel overneemt.

De Universiteit Leiden restaureert, moderniseert en bouwt voor de gebruikers van haar gebouwen in Leiden en Den Haag. Hierin spelen duurzaamheid en biodiversiteit een belangrijke rol.
Lees over de meest in het oog springende bouwprojecten.

Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen

Ons huisvestingsbeleid draagt bij aan deze Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties:

Icoon voor de SDG
Icoon voor de SDG
Icoon voor de SDG
Icoon voor de SDG
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.