In deze cursus komt de belangrijkste architectuur en beeldende kunst vanaf de vroegchristelijke tijd tot en met de 18^e eeuw aan de orde. De geschiedenis van de  westerse architectuur wordt behandeld, en in een mondiale context geplaats. Daarnaast zullen tal van kunstvormen de revue passeren, zoals miniaturen, beeldhouwkunst, fresco’s en paneelschilderkunst. Daarbij wordt speciaal aandacht besteed aan  aspecten als stijl, iconografie, functie en de impact die een kunstwerk heeft op de beschouwer. Architectuur en beeldende kunst worden in relatie tot elkaar besproken met de kerk, het hof en de stad als uitgangspunt.

Deze cursus neemt je mee langs de talloze stromingen die de beeldende kunst vanaf circa 1800 kenmerken. Je maakt ook kennis met de grote diversiteit aan kunstvormen die in die periode zijn ontstaan. Tijdens de colleges zal het gaan over de vorm van het kunstwerk, het medium dat door een kunstenaar is gebruikt, de boodschap die het object overbrengt of de functie die het heeft.

Je bestudeert het interieur door de eeuwen heen. Mensen zijn zich in de loop der tijden gaan omringen met steeds meer luxe. Huizen werden niet alleen gedecoreerd met schilderijen en beeldhouwkunst, maar ook met kostbare gebruiksvoorwerpen. Op die manier toonden de eigenaars hun status aan bezoekers. Wie waren de ontwerpers, hoe werden die voorwerpen gemaakt, hoe werden ze gebruikt en wat vertelden ze over hun eigenaars?

Kunst is iets universeel menselijks. Vanaf het begin der tijden heeft de mensheid vormgegeven aan de omgeving. De belangstelling voor kunst en architectuur die gemaakt is in het verre verleden en in andere culturen is de afgelopen decennia sterk gegroeid. In deze inleidende cursus kijken we naar kunst in een cultuurhistorisch en mondiaal perspectief aan de hand van vier grote thema’s: macht, religie, identiteit, en het leven na de dood.

Je leert welke mogelijkheden er zijn om iets tentoon te stellen, wat de praktijk van het beheren van objecten inhoudt, hoe musea en collecties bijdragen aan canonvorming en hoe hier in heden en verleden over wordt en werd gedacht. Naast colleges over theorie en praktijk komen wisselende casestudies aan bod aan de hand van recente tentoonstellingen.

Verdiep je kennis met extra colleges bij je eigen opleiding of kies bij een andere opleiding een vak dat past bij jouw specialisatie, bijvoorbeeld op het gebied van literatuur of geschiedenis. Je maakt je keuze uit speciaal samengestelde pakketten (minoren), maar je kunt ook zelf een pakket samenstellen.

Tijdens een stage werk je voor een aaneengesloten periode bij een museum, zoals het Rijksmuseum in Amsterdam, maar ook kleinere musea als Villa Mondriaan in Winterswijk, of een culturele instelling, zoals het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag of het Nationaal Architectuur Instituut (NAI) in Rotterdam. Een goede manier om te ontdekken hoe het werk je bevalt. De inhoud van de stage spreek je af met je stagecoördinator. Onze docenten en de Career Services helpen je graag om een geschikte stageplek te vinden. 

Alleen in Leiden kun je je wetenschappelijke én kunstzinnige talenten tegelijk ontwikkelen. Naast je studie in Leiden kun je vakken volgen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Meer info vind je hier.

Een studieperiode in het buitenland is dé kans om je horizon te verbreden. Specialistische kennis die in Leiden niet voorhanden is, vind je soms wel bij een universiteit in het buitenland. Je leert je redden in een onbekende omgeving. Je verbetert je talenkennis en vergroot je kansen op de arbeidsmarkt. En heel belangrijk: je leert internationaal te denken. Je kunt dat doen in het kader van het Erasmus uitwisselingsprogramma. Er zijn ook beurzen beschikbaar voor een dergelijk verblijf in het buitenland.

Leerlingen begeleiden, helpen en enthousiasmeren: dit alles staat centraal in het werk van de leraar. Als docent kun je je liefde voor je vak overbrengen op jonge mensen. 
Met de educatieve minor, die aansluit bij opleidingen die ook een schoolvak zijn, ben je gekwalificeerd om les te geven in de onderbouw van havo, vwo en vmbo-t. Dat is mooi meegenomen, want er is dringend behoefte aan universitaire docenten. Bovendien is het een uitstekende voorbereiding op de educatieve master en voor een toekomst in het onderwijs.