Universiteit Leiden

nl en

Kunstgeschiedenis (BA)

Over de opleiding

In de opleiding Kunstgeschiedenis krijg je inzicht in de belangrijkste kunstvormen en stromingen. Je bestudeert klassieke beeldhouwwerken, middeleeuwse architectuur en meesterwerken uit de Noord-Europese en Italiaanse Renaissance. Ook verdiep je je in design, wooncultuur en multimediale kunst of in kunstwerken uit Amerika, Azië, Oceanië en Afrika.

Wat doet een kunsthistoricus?

Je onderzoekt objecten in hun context. Je stelt daarbij vragen als: wie was de maker, voor wie is het gemaakt, hoe is het gemaakt, welke materialen zijn er gebruikt? Maar ook: hoe functioneert het object in zijn omgeving, wat is de relatie tussen het object en de beschouwer, welke boodschap brengt het over en waarom ziet het er eigenlijk zo uit? In de studie zijn de materiële kanten van kunst dus heel belangrijk, maar we reiken je ook de theorieën en methodes aan om die vragen te beantwoorden. Je bestudeert ook hoe al die kunstvormen aan het publiek worden gepresenteerd. Je onderzoekt hoe collecties er vroeger uitzagen, hoe je bepaalde kunstvormen het beste zou kunnen tentoonstellen, welk verhaal je over bepaalde objecten wilt vertellen en wat de verantwoordelijkheid is van een museum ten opzichte van publiek en samenleving.

Jij kiest: twee afstudeerrichtingen

De bacheloropleiding Kunstgeschiedenis heeft een brede, interdisciplinaire visie op de beeldende kunst, architectuur en wooncultuur vanaf de oudheid tot nu. Als student bestudeer je de kunsten in hun samenhang en leer je objecten in hun historische en maatschappelijke context te plaatsen. Daarbij richt je je vooral op het bestuderen van de relatie tussen kunst en de beschouwer. Er zijn twee afstudeerrichtingen: Kunst en Cultuur en Arts, Media and Society. Kunst en Cultuur (grotendeels Nederlandstalig) geeft een breed overzicht van beeldende kunst, architectuur en design van alle tijden en uit alle werelddelen. Bij de Engelstalige afstudeerrichting Arts, Media and Society ligt het accent op hedendaagse kunst en media. Deze afstudeerrichtingen delen verschillende cursussen in het eerste jaar.

Opbouw van de bacheloropleiding

In het eerste jaar volg je inleidende colleges over architectuur, beeldende kunst en de wooncultuur van de oudheid tot het heden. Je leert bijvoorbeeld over de relatie tussen verschillende kunstvormen en de maatschappij waarin ze zijn ontstaan. Je start ook met het aanleren van academische vaardigheden, zoals wetenschappelijk schrijven en presenteren. Bovendien maak je kennis met methodes om kunstwerken te beschrijven en te bestuderen. De combinatie van het analyseren van kunstwerken met onderzoek in theoretische bronnen vormt de basis voor de rest van je bachelor.

Vanaf het tweede jaar verdiep en verbreed je die kennis. Naast gezamenlijke vakken, zoals Museums and Collections en World Art Studies (Engelstalig) volg je in het tweede jaar hoor- en werkcolleges in je specialisatie. Daardoor ben je er optimaal op voorbereid om in het derde jaar een thema voor je scriptie te kiezen dat je aanspreekt. Je kunt daarbij het accent leggen op de kunstgeschiedenis van voor 1800, of voor moderne kunst, maar je kunt ook een breed profiel kiezen, met zowel oude als moderne kunst.

In je derde jaar heb je 30 studiepunten aan vrije keuzeruimte. Die kun je gebruiken om colleges te volgen in andere vakgebieden dan de kunstgeschiedenis, of voor een stage, bijvoorbeeld in een kunstinstelling of museum. Daarnaast volg je vakken over de verschillende methodes en invalshoeken die horen bij de wetenschappelijke benadering van de kunstgeschiedenis, en maak je kennis met het werkveld in de culturele sector. In je eindwerkstuk laat je zien dat je een academicus bent: je kunt gericht informatie zoeken, deze kritisch analyseren en daar zowel schriftelijk als mondeling op een heldere manier verslag van doen.

Voorbeelden van werkstukonderwerpen

  • Van vlotte vogel tot slome duikelaar. De dodo in de beeldende kunst
  • Museum en identiteit: het nationale museum in Riga
  • Man kust hond. De keuzen van bedrijfscollecties rondom aanschaf en beheer van controversiële kunst

Jannah Beemsterboer

Student Kunstgeschiedenis

Jannah Beemsterboer

"Bij het vak Curating Cultures oefenden we met het zelf samenstellen van een mini-tentoonstelling. Ik had als overkoepelend thema de verbeelding van homoseksualiteit door de eeuwen heen en combineerde een foto van Wilhelm von Gloeden met een antieke Romeinse drinkbeker en een mythische tekening van Michelangelo. Ik heb hier geleerd verbanden te leggen tussen kunstwerken die op het eerste oog misschien niet zo overeenkomen, maar ook de verschillen te onderzoeken. De opdracht gaf me zo een goed beeld van wat ik als kunsthistorica zou kunnen doen."

Tim Lubbers

Student Kunstgeschiedenis

Tim Lubbers

"Mijn favoriete vak ging over de interactie tussen Nederlandse en Franse architectuur  en decoratieve kunsten in de 17e en 18e eeuw. Dit vak werd gegeven door bijzonder hoogleraar Reinier Baarsen, die curator in het Rijksmuseum Amsterdam is. Daar kregen we ook een totaalbeeld van de politieke en historische context van de kunst, iets dat bij kunstgeschiedenis sowieso erg belangrijk wordt geacht."

Sarah vertelt je alles over de opleiding Kunstgeschiedenis

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

Onderwijsvormen

Als student Kunstgeschiedenis besteed je in principe 40 uur per week aan je studie. Per week heb je 12 tot 14 contacturen: colleges, werkgroepen, excursie of toetsen. De rest van de studieweek bereid je die zelfstandig voor.

Voor de grote lijnen volg je hoorcolleges. De docent licht een bepaald onderwerp toe, waarbij je aantekeningen maakt en vragen stelt. In de werkcolleges ga je dieper op de stof in en leer je kritisch met bronnen omgaan. Je leert bijvoorbeeld hoe je een wetenschappelijke vraagstelling moet formuleren en hoe je bevindingen moet opschrijven in een samenhangend betoog.

Kunstgeschiedenis in deeltijd

Kunstgeschiedenis kan ook in deeltijd gevolgd worden. Je volgt voornamelijk dagonderwijs, en kunt de opleiding in 4,5 jaar afronden.

Studiebegeleiding

Een mentor of tutor helpt groepjes eerstejaarsstudenten op weg in de studie. Ze maken je wegwijs in de digitale netwerken van de universiteit en ze helpen je ook bij de voorbereiding van toetsen en tentamens. De opleiding heeft ook een zeer actieve studievereniging, de LKV, die excursies organiseert en helpt met tentamentrainingen.

De studieadviseur van de opleiding helpt je met zaken als keuzemogelijkheden, studieproblemen, studievertraging en studiestaking.

Ook buiten je studie kun je terecht voor ondersteuning, bijvoorbeeld bij de studentendecaan of – psycholoog. Heb je een functiebeperking? Fenestra Disability Centre staat voor je klaar met speciale regelingen, advies en een luisterend oor.

De POPcorner is een laagdrempelig ondersteuningspunt met locaties in Leiden en Den Haag, gericht op het creëren van een inclusieve en diverse leeromgeving. Naast het organiseren van korte lezingen over onderwerpen gerelateerd aan diversiteit en inclusie, helpt de POPcorner studenten bij het ontwikkelen van studievaardigheden door middel van workshops, het creëren van sociale netwerken, het stellen van persoonlijke en academische doelen en kennismaken met universitaire diensten en faciliteiten.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie.