Universiteit Leiden

nl en

Onderzoeksproject

Bewijs - waarheidsvinding

De Leidse faculteit heeft een levendige traditie op het terrein van strafrechtelijke waarheidsvinding en bewijs.

Contact
Roosmarijn van Es

Sinds decennia wordt gewerkt aan strafrechtelijk bewijsrecht en bewijzen, en is er ruim baan voor criminalistiek, de rechtspsychologie en de verwante forensische criminologie. Mede als gevolg van rechterlijke dwalingen die de afgelopen jaren aan het licht zijn gekomen, is het thema waarheidsvinding ook maatschappelijk sterk in de belangstelling komen te staan. Met name de wijze waarop het onderzoek naar de feiten en de vaststelling daarvan in het strafproces wordt vormgegeven, is zowel binnen als buiten het strafrecht onderwerp van discussie.

Dit profileringsthema heeft tot doel het identificeren en beantwoorden van fundamentele vragen met betrekking tot de aard en omvang van de strafrechtelijke waarheidsvinding en de validiteit van de daaraan gerelateerde onderzoeksmethoden. Daarbij worden juridische, sociaalwetenschappelijke en technische inzichten met elkaar verweven.

In dit verband liggen de volgende concrete vragen voor.

  • Wat is waarheidsvinding en wat behelst de verplichting om te zoeken naar de waarheid?
  • Zijn de taken en bevoegdheden met het oog daarop effectief en voldoende verantwoord met het op de rechtstatelijke aspecten van inbreuken op vrijheidsrechten van de burger, diens privacy en het recht op een eerlijk proces?
  • Hoe wordt de waarheidsvindende taak gepercipieerd en vormgegeven door de actoren in het strafproces, en hoe verhoudt dat zich tot opvattingen over waarheidsvinding in (rechts)politiek en samenleving?
  • Welke ketenfactoren zijn van invloed op het proces van waarheidsvinding en de perceptie daarvan?
  • Welke psychologische factoren zijn van invloed op het proces van waarheidsvinding en de perceptie daarvan?

De focus binnen dit profileringsthema ligt op alle actoren die zijn betrokken in de waarheidsvinding: wetgever, politie, openbaar ministerie, verdediging, deskundigen en rechters. De fundamentele vragen rondom strafrechtelijke waarheidsvinding nopen tot een interdisciplinair georiënteerde benadering waarbij perspectieven vanuit onder andere de epistemologie, de rechtspsychologie, en de neuropsychologie worden meegenomen. De sterke verbinding van strafrechtelijke waarheidsvinding met de aard van het stelsel van strafvordering (inquisitoir – accusatoir, common law – civil law) noodzaakt tot het verrichten van rechtsvergelijkend onderzoek en tot het meenemen van internationale ontwikkelingen op dit gebied.

In dit profileringsthema participeren onderzoekers vanuit verschillende disciplines. De onderzoekers binnen dit project zijn ook actief in de praktijk (o.a. als rechter-plaatsvervanger of raadsheerplaatsvervanger). Zij geven onderwijs over bewijs voor ZM, OM en advocatuur en participeren in diverse leergangen gericht op gerechtelijk deskundigen. Daarnaast maken onderzoekers deel uit van commissies en adviesraden waar hun kennis in een breder maatschappelijk verband wordt benut (bijvoorbeeld in het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen en de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken).

I did it! Or did I? Towards diagnostic confession evidence in police interrogations

Onderzoeker: L.M. Geven

Stel je voor: Je wordt veroordeeld voor een misdaad die je nooit hebt begaan. Het klinkt tegenstrijdig, maar uit rechterlijke dwalingen over de gehele wereld is gebleken dat onschuldigen wel degelijk valse bekentenissen afleggen onder druk. Tot op heden zijn we echter niet in staat valse en ware bekentenissen van elkaar te onderscheiden, met alle verstrekkende gevolgen van dien. Aan de hand van nieuwe experimentele methoden, streeft dit project er naar oorzaken van valse bekentenissen te identificeren. Vervolgens worden innovatieve leugendetectietechnieken gebaseerd op lichamelijke reacties en taalgebruik ingezet om de waarheid achter de bekentenis te achterhalen.

The European Registry of Exonerations (EUREX)

Onderzoekers: L.M. Geven, in samenwerking met Jenny Schell-Leugers en Teresa Schneider

Het doel van dit project is om gegevens te verzamelen over Europese gevallen van rechterlijke dwalingen en een online register op te zetten om academici, advocaten, politie, studenten en beleidsmakers te informeren over het aantal, de oorzaken en de gevolgen van onterechte veroordelingen in Europa. Het register zal gedetailleerde informatie verschaffen over succesvolle herzieningen in de Europese context en dit zal worden samengevoegd tot statistieken en rapporten de vrijgesproken individuen en onderliggende factoren in wetenschappelijke publicaties en visuele infographics.

De interactie tussen procesdeelnemers en forensisch deskundigen in het licht van de waarheidsvinding in het strafproces

Promotieonderzoek Kiki Twisk. Promotores: J.W. de Keijser, J.H. Crijns

Kiki Twisk doet onderzoek naar de interactie tussen forensisch technisch deskundigen en procesdeelnemers in strafzaken. Haar onderzoek bevindt zich op het snijvlak van het strafrecht en de criminologie. Zij past verschillende juridische en (kwalitatief) empirische onderzoeksmethoden toe, waaronder interviews met vrijwel alle actoren die te maken krijgen met forensisch technische aspecten in strafzaken. Met haar onderzoek verkrijgt zij inzicht in de wijze waarop de interactie tussen procesdeelnemers en forensisch technisch deskundigen plaatsvindt en de knelpunten die zich hierbij (mogelijk) voordoen in het licht van de waarheidsvinding in strafzaken. Zij richt zich op het gehele strafproces en besteedt meer concreet aandacht aan onderwerpen die in eerder (empirisch) onderzoek onderbelicht zijn gebleven. Voorbeelden hiervan zijn de totstandkoming van de vraagstelling aan verschillende typen forensisch technisch onderzoekers en de rol van forensisch technische processen-verbaal in het strafproces. 

De rol van rechtspsychologische kennis in de strafrechtelijke waarheidsvinding

Promotieonderzoek Hanne Klapwijk. Promotores: J.W. de Keijser, J.H. Crijns, L.M. Geven, M. Lochs.

De zoektocht naar de materiële waarheid staat centraal in ons strafproces. In het kader van deze zoektocht kunnen rechtspsychologische inzichten een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld bij de waardering van bewijs in strafzaken.

Het strafrechtelijk bewijsrecht biedt de rechter grote vrijheid in de selectie en waardering van bewijsmateriaal. Het beoordelen van de betrouwbaarheid van bewijs behoort tot de kerntaken van een strafrechter. Tegelijkertijd kan een rechtspsychologisch deskundige door toepassing van wetenschappelijke kennis over fundamentele psychologische functies en sociale factoren, ook een oordeel vellen over de betrouwbaarheid en de kwaliteit van ditzelfde bewijs. Zodoende houden de rechtspsycholoog en de strafrechtjurist zich, ieder vanuit hun eigen disclipline, bezig met dezelfde onderwerpen.

In dit onderzoek wordt een brug geslagen tussen de wetenschap en de rechtspraktijk. Het betreft een interdisciplinair onderzoek op het snijvlak van rechtspsychologie en strafrecht met als doel het verkrijgen van inzicht in de wijze waarop rechtspsychologische kennis wordt gebruikt en toegepast in strafzaken. Een tweede doel betreft het identificeren van knelpunten, met aandacht voor de ontstaanswijze(n) daarvan. Als derde en laatste doel worden oplossingen aangedragen om een eventuele kloof tussen disciplines te overbruggen.

Bijzondere eerlijkproceskwesties bij rechtspersonen waartegen een criminal charge ingesteld is

Promotieonderzoek David Sander. Promotores: J.H. Crijns, F.P. Ölcer

Rechtspersonen waartegen een criminal charge ingesteld is (vgl. art. 51 lid 1 Sr), hebben recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM). Omdat dit een mensenrecht is, is de toepasselijkheid ervan op rechtspersonen een antropomorfisme. Dit onderzoek neemt dit onder de loep: welke bijzondere eerlijkproceskwesties spelen bij rechtspersonen waartegen een criminal charge ingesteld is? Daarmee worden eerlijkproceskwesties bedoeld die natuurlijke personen tegen wie een criminal charge ingesteld is niet, minder vaak, minder snel of anders dan dergelijke rechtspersonen ervaren. Een voorbeeld. Natuurlijke personen tegen wie en rechtspersonen waartegen een criminal charge ingesteld is, hebben het zwijgrecht. Bij dergelijke rechtspersonen speelt evenwel een bijzondere kwestie: zij kunnen zelf niet spreken of zwijgen, maar zijn voor de uitoefening van hun zwijgrecht afhankelijk van individuen. Wie mogen, als ze worden gehoord in een strafrechtelijk onderzoek naar een rechtspersoon, namens hem zwijgen en wie niet? Onduidelijkheid daarover in concreto doet de vraag rijzen hoe de rechtsbescherming van de betrokken rechtspersoon op het punt van diens zwijgrecht geregeld is. Het onderzoek beoogt deze en andere bijzondere eerlijkproceskwesties in kaart te brengen die kunnen spelen bij rechtspersonen waartegen een criminal charge ingesteld is. Voor zover geïnventariseerde kwesties problematisch zijn, beoogt het voorts oplossingsrichtingen te verkennen.

Op de medewerkerspagina’s van de onderzoekers zijn meer relevante publicaties binnen dit thema te vinden.

Ansems L.F.M., Bos K. van den & Mak E. (2023), Experimental insight into the fair process effect and its boundary conditions: external attributions may moderate reactions to procedural justice in legal contexts, Erasmus Law Review 2023(1), 1-13.

Boone M.M., Dubelaar M.J. & Wingerden S.G.C. van (2022). Een meer structurele inzet van de videoconferentie in strafzaken? Lessen uit empirisch-juridisch onderzoek naar de ervaringen met digitaal horen tijdens de COVID19-pandemie, Nederlands Juristenblad 97(11), 830-836 (NJB 2022/689).

Crijns, J.H. (2023). Opsporing. In J.H. Crijns, E.R. Muller & R. Robroek (red.), Openbaar Ministerie. Organisatie en functioneren van het Openbaar Ministerie in Nederland, Deventer: Wolters Kluwer 2023.

De Boer, H.H., Fronczek, J., Berger, C.E.H., & Sjerps, M. (2022). The logic of forensic pathology opinion. International Journal of Legal Medicine, 136, 1027-1036.

Es R.M.S. van, Doorn J. van, Kunst M.J.J. & Keijser J.W. de (2023). Opening the Black Box of Judicial Decision-Making in Cases with Forensic Mental Health Reports: A Qualitative Study from the Netherlands, Journal of Forensic Psychology Research and Practice: 1-26.

Geven, L.M. & Van den Doel, H.K. (2023). Miscarriages of justice in the Netherlands. In J. Robins (Ed.), Murder, Wrongful Conviction and the Law - An International Comparative Analysis. Routledge, Taylor and Francis Group.

Lochs M. & Iqbal S.E. (2023). Tegenspraak in strafzaken: essentieel voor de waarheidsvinding in het contradictoire proces?, Rechtsgeleerd Magazijn Themis 184(2): 96-108.

Sander D.B., Wijngaard S.J.C. van den & Kobari M. (2022), De reikwijdte van artikel 359a Sv: vormverzuimen bij en onrechtmatigheden buiten het voorbereidend onderzoek, Delikt en delinkwent 52(5): 447-472 (DD 2022/32).

Twisk K., Crijns J.H. & Keijser J.W. de (2022), Actie is reactie: Hoog tijd voor het klaren van de mist rond de vraagstelling aan forensisch technisch deskundigen in strafzaken, Expertise en Recht 2022(5): 164-174.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.