Universiteit Leiden

nl en

Hoe kunnen fraudeurs bij faillissementen vrijuit gaan?

In 38 procent van de faillissementen doet zich ‘onregelmatigheden’ voor, zoals wanbestuur of het wegsluizen van geld. Jessie Pool, universitair hoofddocent, sprak met Follow the Money (FTM) over verdachte faillissementen: ‘Procederen kan lang duren, veel kosten en uiteindelijk niets opleveren.’

Curatoren, de personen die een faillissement afwikkelen, zijn sinds 2017 ook verantwoordelijk voor het onderzoeken van mogelijke fraude. Toch zijn ze niet verplicht om bij een dergelijke verdenking melding te maken bij het Openbaar Ministerie (OM) en de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD). Hierdoor kunnen curatoren het vermoeden van fraude vaak gebruiken als pressiemiddel om tot een schikking met de fraudeurs te komen. Uit onderzoek van FTM blijkt dat sinds juli 2021 in 38 procent van de 3041 zaken sprake was van ‘onregelmatigheden’, zoals wanbestuur of het wegsluizen van geld. ‘Ik kwam zelf uit op 45 procent bij een analyse van bijna tweeduizend dossiers en een enquête onder bijna tweehonderd curatoren’, stelt de universitair hoofddocent.

De FIOD klaagt dat curatoren vaak niet meewerken met fraudeonderzoek. Maar als de FIOD de zaak na lange tijd een keer in behandeling neemt, is de schikking allang getroffen’, zegt Pool. ‘Logisch ook, want bij een schikking staat er gelijk geld op de boedelrekening [de rekening die de curator beheert en waarvan het geld is bedoeld om mede de curator te betalen, red.]; procederen kan lang duren, veel kosten en nog steeds niets opleveren. Een schikking maakt het ook mogelijk om strafrechtelijk onderzoek te ontlopen. Pool noemt dit een ‘perverse prikkel’: de bestuurder gaat vrijuit, de curator ontvangt zijn vergoeding, terwijl schuldeisers en opsporingsinstanties met lege handen achterblijven.

Meer weten?

Lees het volledige Follow the Money-artikel (€)

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.