Universiteit Leiden

nl en

Kennis als werelderfgoed

Wetenschappers hebben de wereld als hun werkterrein. Nederlandse onderzoekers werken samen met Chinese, Australiërs houden lezingen in Litouwen, Koreanen verhuizen naar Amerika en terug. Wie mag bijdragen aan wetenschappelijke kennis, wie profiteert ervan en wie betaalt ervoor? Een eerlijk en effectief systeem hiervoor is nog niet uitgekristalliseerd.

Zoeken naar balans

‘Kennis is als het milieu’, zegt bestuurskundige Maarja Beerkens. ‘Het is kostbaar erfgoed dat over de jaren is opgebouwd en dat we moeten beschermen, delen en doorgeven aan de volgende generatie.’ Maar hoe regel je dat? De mogelijkheid om intellectueel eigendom te beschermen is een motor voor de economie. Zij stimuleert bedrijven en uitgeverijen om te investeren in de ontwikkeling en verspreiding van nieuwe kennis. Dan is het in ieders belang dat kennis gedeeld wordt. Waar ligt de balans? Dat is een van de vragen waar Beerkens zich over buigt. ‘Je kunt je in ethische zin afvragen wat een eerlijke balans is’, zegt ze, ‘of analytisch onderzoeken wat het beste uitpakt voor het algemeen belang.’

Betaalmuur

Steeds meer mensen vinden dat de balans is doorgeslagen. In een globaliserende economie is er grote druk om respect voor intellectueel eigendom wereldwijd af te dwingen. Dat betekent dat voor wetenschappelijke artikelen betaald moet worden. Iemand in een arm deel van de wereld kan die meestal niet betalen, en heeft ook niet altijd toegang tot een universiteitsbibliotheek. Een arts in Venezuela kan zo verstoken blijven van informatie die er wel is, en waarmee hij of zij misschien een patiënt kan genezen, maar die is afgeschermd door een betaalmuur. Die betaalmuur betekent ook dat wereldwijd grote groepen uitgesloten zijn van het wetenschapsbedrijf. Zij kunnen niets bijdragen en niet voortbouwen op bestaande kennis. Dat is een gemis voor rijke landen, die zo verstoken blijven van relevante data. De roep om vrije toegang (Open Access) tot wetenschappelijke kennis wordt dan ook breed gedragen.

Wetenschapper in Afrika maakt gebruik van Open Access bronnen.

Nieuw optimisme

Beerkens verkent nieuwe organisatievormen om wetenschappelijke kennis te beheren, die minder mensen buitensluiten. ‘Eén land kan het systeem niet veranderen’, stelt ze. ‘Daarvoor zijn de belangen te veel met elkaar verknoopt. Dit probleem kunnen we alleen aanpakken met global governance. UNESCO, de OECD en de Europese Commissie zien dat ook en zij hebben stappen gezet. Maar het gaat tergend langzaam. Er zitten dan ook veel partijen aan tafel: overheden, universiteiten, uitgeverijen, bibliotheken, onderzoeksfinanciers, patentbureaus, internationale organisaties… honderden.’ Beerkens is enthousiast over een alternatief model, dat meer geworteld is in de wetenschap zelf. Wereldomspannende academische gemeenschappen van onderzoekers met dezelfde interesse zijn cruciaal in het model. Zij zouden zichzelf kunnen organiseren, hun eigen tijdschriften uitgeven en de banden met commerciële uitgevers losknippen. ‘Het is nog een pril plan’, benadrukt Beerkens. ‘De wetenschappelijke wereld is op dit moment nog vrij chaotisch georganiseerd. Maar er is wel een nieuw optimisme.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.