Universiteit Leiden

nl en

‘Hoeveel schade heeft Palmyra werkelijk opgelopen?'

Peter Akkermans, hoogleraar Archeologie van het Midden-Oosten kan nog niet zeggen hoeveel schade de vernielingen van IS in Palmyra hebben aangericht.

‘Misschien is er overal gespit’

‘Wat je op het eerste gezicht ziet is dat in Palmyra de ruïnes grotendeels met rust gelaten zijn maar dat de Romeinse tempels zijn opgeblazen. Dat was vanuit het oogpunt van IS ook wel te verwachten. De oude tempels vallen onder de afgoderij.  Vernietiging ervan had ook grote propagandawaarde.’ Maar volgens Akkermans hebben we het hiermee alleen nog maar over het zichtbare deel van de locatie. ‘Het is bewezen dat IS handelt in geplunderd erfgoed. Het zou me niet verbazen als er ook overal is gespit, met alle gevolgen van dien. We zullen het in de komende weken te weten komen.’  

Inventarisatie van de schade

Een team van Syrische archeologen vertrekt een dezer dagen vanuit Damascus naar Palmyra om de schade te inventariseren.  Akkermans: ‘Die  zullen heel voorzichtig moeten zijn want er kunnen nog overal mijnen liggen. Tot dan wordt de locatie met drones in de gaten gehouden.’ Maar nu al zijn veel archeologische ogen op Palmyra gericht. Op de facebookpagina van het Tell Sabi Abyad Project - Syria is te lezen hoe betrokken archeologen aan de hand van beelden van DigitalGlobe Satellite Imagery schrikbarende vernielingen opmerken op de locatie.

Hevige discussie over restauratie versus herbouw

Er woedt een hevige discussie tussen voor- en tegenstanders van het herbouwen van de vernielde monumenten.  Met name de Syriërs zelf willen dat - met gebruikmaking van een lokale steensoort. ‘Nog afgezien van het feit dat Palmyra  een belangrijke toeristische trekpleister was, kan ik me wel voorstellen dat herbouw hun voorkeur heeft’, zegt Akkermans. ‘Ik denk dat ze vooral willen laten zien dat de vernietiging van de tempels geen zin heeft gehad aangezien ze toch weer worden opgebouwd.’ Zelf ziet Akkermans weinig in het herbouwen van monumenten die met de grond gelijk zijn gemaakt. ‘Dat wordt toch een soort Disneyland als je niet uitkijkt.’ 

Restauratie

Anders denkt hij over restauratie. ‘Ik heb begrepen dat de grote poort in stukken uit elkaar ligt. Als het lukt om die grotendeels met authentieke delen te reconstrueren, ben ik daar een voorstander van.’ De discussie strekt zich uit tot de Unesco: Palmyra staat op de werelderfgoedlijst. Vrijwel iedereen die zich in het debat mengt, is het er wel over eens dat restauratie dan wel herbouw iets is voor de langere termijn: vrede en veiligheid zijn de eerste prioriteiten.

Pakhuis geplunderd door IS

Akkermans werkte voor de burgeroorlog – die in 2011 is uitgebroken - 25 jaar in Syrië. Met name in Raqqa, in de gelijknamige provincie, dat ten noordoosten van Palmyra ligt. Die locatie kent hij ook heel goed. Raqqa is sinds 2013 het hoofdkwartier van IS. Al snel na de inname plunderden de nieuwe machthebbers het pakhuis waarin Akkermans en zijn collega’s hun vondsten hadden opgeslagen. De afgelopen week heeft Akkermans bij NOS radio en in het NOS Journaal zijn licht laten schijnen over de situatie in Palmyra.

Over een week vertrekt Akkermans opnieuw naar het Midden-Oosten. Nu naar Jordanië. 

 

Palmyra
Palmyra (Centraal Syrië, provincie Homs) heeft een lange en woelige geschiedenis. De eerste bebouwing dateert van 2000 v. Chr. Maar daarvóór was al sprake van bewoning. In de loop van de eeuwen kende de stad bloeiperioden, met bijbehorende bebouwing, als strategisch gelegen handels- en doorgangscentrum;  zo was de stad, ontstaan rond een oase, een knooppunt op de Zijderoute.  Maar de stad is ook tientallen malen overlopen door legers van diverse snit. Palmyra stond lang onder Romeinse invloed, later werd de islamitisch invloedssfeer dominant. Op zijn top, in de tweede helft van de derde eeuw, telde Palmyra maar liefst 200.000 inwoners; nog steeds is het een uitgestrekte locatie. In de loop van het eerste millennium raakte de rol als belangrijke handelsstad uitgespeeld en trokken de bewoners langzaamaan weg: na eerst tot dorp te zijn gereduceerd, raakte PaLmyra in 1932 geheel en al verlaten.

De vernielingen van de afgelopen jaren zijn niet nieuw. In 273 liet de Romeinse keizer Aurelianus Palmyra goeddeels verwoesten nadat een opstand tegen hem was uitgebroken. Het grootste deel van de kostbare schatten ging door vernietiging en plundering verloren, een klein deel nam Aurelianus mee naar Rome.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.