Universiteit Leiden

nl en

Passchier en Voermans over grondrechten in tijden van crisis

Grondrechten beschermen de burger tegen de overheid, maar ze zijn niet absoluut. Een crisissituatie geeft de overheid niet alleen de mogelijkheid om vrijheden in te perken, het maakt burgers ook duidelijk hoe ver zij hierin wil gaan. ‘Er is binnen de kabinetten Rutte steeds minder gevoel voor rechtsstatelijke regels.’

Wat wanneer geoorloofd is en waarom dan, bleek tijdens de coronacrisis een moeizame discussie.
‘Het wijzen op grondrechten werd toch een beetje gezien als hinderlijk gestook,’ constateert ook professor Staatsrecht Wim Voermans. ‘Snappen jullie dan niet dat het bestuur juist alles aan het oplossen is voor de burger?’
Voermans staat niet alleen in zijn conclusie dat het accent in Nederland steeds meer op de uitvoerende macht is komen te liggen en de wetgevende macht (met name het parlement) en rechterlijke macht hierdoor steeds meer moeite hebben zichzelf als tegenmacht te manifesteren.

 

Zijn Leidse collega Reijer Passchier, universitair docent Staats- en bestuursrecht en hoogleraar digitalisering en de democratische rechtsstaat aan de Open Universiteit, schreef een kritisch artikel over hoe digitalisering (en daaraan gerelateerde technocratisering) van het Nederlandse bestuur de effectiviteit van rechterlijke en parlementaire controle onder druk zet. Het wordt voor bestuursorganen ‘steeds makkelijker en aantrekkelijker om informatie uit te wisselen, met elkaar.’ Waardoor ook de aard en het functioneren van de overheid veranderd. ‘De overheidsorganisatie is in toenemende mate niet langer een overzichtelijk, afgebakend hiërarchisch systeem met de regering (of de wetgever) aan de top, maar een complexe en uit informatiestromen en -netwerken bestaande iOverheid’.

Lees het volledige artikel in Vrij Nederland

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.