Wereldbeelden en erfgoed in gevaar
Inheemse volkeren bezitten unieke perspectieven op de wereld, die verloren gaan als hun kennis en erfgoed niet worden gedocumenteerd, bestudeerd en beschermd. Als deze kennis verloren gaat verliezen we ook een deel van ons eigen erfgoed.
Beeldschrift op hertenhuid
Hoogleraar Maarten Jansen onderzoekt oude beeldhandschriften uit pre-koloniaal Mexico. Hij ontcijfert ze, en probeert de betekenis van de verhalen en beschrijvingen te achterhalen. Zo komen we meer te weten over inheemse volken en blijft hun erfgoed behouden.
De beeldhandschriften zijn boeken, gemaakt van brede stroken hertenhuid. Jansen: ‘Alle pre-koloniale boeken, op de helft van een boek na, zijn te vinden in Europese collecties. Die zijn vanaf de 16e eeuw hier naartoe gebracht. Ze geven de taal, herinneringen en wereldbeelden weer van de mensen die deze beeldhandschriften maakten. Samen met nog levende native speakers van deze talen (Mixteecs, Maya, Azteeks) probeert Jansen de boeken te begrijpen. Hoeveel native speakers er nog bestaan, hangt af van de taal, en de aantallen lopen sterk uiteen. ‘In Mexico bestaan 60 verschillende talen. Ongeveer 2 miljoen mensen spreken Azteeks. Het aantal sprekers van andere talen loopt uiteen van een half miljoen tot een handjevol oudere personen.’
Balans tussen mens en natuur
‘Op 3 mei trekken inheemse gemeenschappen naar grotten - de regengod Tlaloc woont in een grot - en vragen om regen, via gebeden. In de boeken die ik bestudeer stonden soortgelijke manieren om de regengod aan te roepen: uitdrukkingen die al erg oud zijn. Ik kon zinnen en gebruiken uit oude boeken voorleggen aan de huidige bevolking. Dat is voor hen erg belangrijk, want oude wereldbeelden en ethiek zijn nog steeds erg inspirerend voor gemeenschappen. Het wereldbeeld gaat over de balans tussen mens en natuur, waarbij de mens niet de natuur beheerst maar zichzelf in dienst stelt van de natuur.’
Dit wereldbeeld geeft gelijk een grote botsing tussen het ‘inheemse’ wereldbeeld en het Westerse wereldbeeld weer, legt Jansen uit. ‘Waar het Westen de natuur vooral als een bron van grondstoffen ziet en de natuur gebruikt, ziet het inheemse wereldbeeld de mens ondergeschikt aan de natuur. Dit beeld, dit erfgoed, moet op zijn minst onderdeel zijn van de mondiale discussie over inheemse volken.’
Het bos als wereldbeeld
Ook taalkundige Eithne Carlin, die de taal van volken in het Amazonegebied bestudeert, constateert dat met het uitsterven van taal unieke wereldbeelden verdwijnen. Ze documenteert en beschrijft inheemse talen omdat taal, dé bewaarplaats van kennis over de wereld, tegelijkertijd een krachtige symbool is van onze identiteit als mensen. In het geval van Inheemse Volkeren is hun identiteit aangevallen, ge-erodeert en vaak uitgeroeid door het koloniale verleden en heden. Wanneer inheemse talen verdwijnen, verliezen we een spiegel naar de aard en structuur van kennis, die radicaal kunnen verschillen van de westerse paradigma’s van kennisstructuren maar die tegelijkertijd die ook aanvullen. ‘Een uitdaging hierbij is dat Westerse talen de woorden of categorieën ontberen om het wereldbeeld van inheemse volken te beschrijven. In Caribische talen zijn er bijvoorbeeld elf verschillende manieren om ‘in’ te zeggen, afhankelijk van waar een voorwerp zich precies in bevindt: in een open veld, een huis, of een bos. Huis en bos worden gezien als containers. Dat is zo omdat dat volken in dit gebied zo hun omgeving waarnemen. Je moet je voorstellen: als je in het bos leeft, leef je in een soort put. Je ziet geen horizon, je hebt een heel beperkt beeld van je omgeving. Wat je wél ziet, is detail. Elke variatie van een blad in vijftig bomen om je heen. Het is een totaal andere manier van leven. Die levenswijze zit besloten in de taal.’