Universiteit Leiden

nl en

Samenwerking na Brexit: Leidse promovendi naar Oxford

Komen Britse universiteiten na de Brexit in een isolement terecht? Met een nieuw programma voor excellente jonge onderzoekers probeert de universiteit van Oxford dat in ieder geval te voorkomen. Twee Leidse promovendi nemen eraan deel. ‘We zijn een groot aantal inwoners van Europa kwijtgeraakt.’

Het is voor een wetenschapper een geweldige eer: mogen dineren in een van de prachtige eetzalen van de universiteit van Oxford. Onlangs werd deze droom werkelijkheid voor de Leidse promovendi Bernard Bernards (Bestuurskunde) en Frederik Behre (Europees recht). Zij werden begin januari met alle egards ontvangen op het terrein van de oudste universiteit van het Verenigd Koninkrijk.

Excellente promovendi

De aanleiding: hun deelname aan het nieuwe Europaeum Scholars Programme. Dat is een tweejarig programma voor dertig excellente promovendi van dertien verschillende Europese topuniversiteiten. De dertig promovendi – die stuk voor stuk uitverkoren zijn na een zware selectie – krijgen in die twee jaar colleges van kopstukken uit de Europese politiek, eminente wetenschappers en topambtenaren. Ook gaan ze op bezoek bij EU-instituties. Daarnaast werken ze in kleinere projectgroepjes samen aan actuele maatschappelijke problemen, waaronder mensenhandel, jeugdwerkloosheid en regionale onafhankelijkheidsbewegingen.

"Het is een mooie gelegenheid om uit de ivoren toren te komen"

‘Dit programma is geïnitieerd door de universiteit van Oxford na het referendum over de Brexit,’ zegt deelnemer Bernard Bernards. ‘De Europese universiteiten hebben momenteel veel samenwerkingsverbanden op het gebied van onderzoek en uitwisseling van studenten, docenten en wetenschappers. De Britse universiteiten vrezen dat zij na de Brexit niet langer deel kunnen nemen aan die samenwerkingsverbanden. Het Europaeum Scholars Programme is een manier om die samenwerking te behouden, ook na de formele afscheiding van het Verenigd Koninkrijk.’

Vier aanbevelingen

Bernards besloot zich in te schrijven voor het programma nadat universitair hoofddocent Rik de Ruiter en hoogleraar Bernard Steunenberg hem erop hadden gewezen. Hij verzamelde twee aanbevelingen uit de academische wereld en twee aanbevelingen van vrienden. Daarnaast moest hij beschrijven wat ‘publieke waarden’ voor hem betekenen. Dat deed hij op een overtuigende manier, want van de 146 ‘hooggekwalificeerde’ inschrijvingen was hij één van de weinige die werd uitgekozen.

‘Ik zie het als een mooie gelegenheid om uit de academische ivoren toren te komen,’ zegt Bernards, die voor zijn promotie onderzoek doet naar sociale wijkzorgteams in de gemeente Den Haag. ‘Mijn promotieonderzoek heeft natuurlijk ook praktische aspecten, maar het is daarnaast vooral een academische zoektocht. Dit programma dwingt je juist om heel praktisch na te denken. Je zoekt naar concrete oplossingen voor maatschappelijke problemen waar beleidsmakers dagelijks mee te maken krijgen. Dat doe je met ambitieuze jonge onderzoekers uit verschillende disciplines. Ik ben ervan overtuigd dat dat mij op termijn ook een betere wetenschapper maakt.’

Bernard Bernards (rechts) in Oxford.

Ook naar Leiden

De komende twee jaar zullen de dertig deelnemers langs gaan bij verschillende Europese universiteiten die deelnemen aan het Europaeum Scholars Programme. Na de aftrap in Oxford komen onder meer Praag en Genève aan bod. In de herfst van 2018 zullen de promovendi bovendien naar Leiden komen om meer te leren over onderzoeksmethoden. Het programma eindigt eind 2019 waar het begon: in Oxford. Daar zullen de deelgroepen hun uitgewerkte onderzoeken presenteren.

‘Ik heb zelf altijd erg veel aan de Europese Unie gehad,’ zegt Frederik Behre, de andere Leidse deelnemer. Hij onderzoekt voor zijn promotie aan het Europa Instituut of de Europese Unie ook een fiscale unie zou kunnen worden. ‘Ik heb bijvoorbeeld een Erasmusuitwisseling gedaan naar Finland en ik ben erg blij dat ik dankzij de EU geen roamingkosten meer betaal in het buitenland. Bovendien hebben mijn opa en oma in Duitsland heel erg geleden tijdens de Tweede Wereldoorlog, en ik ben er van overtuigd dat alleen goede Europese samenwerking kan voorkomen dat dit nogmaals gebeurt.’

Inwoners kwijtgeraakt

Tegelijkertijd ziet Behre dat mensen in zijn omgeving lang niet altijd even enthousiast zijn over het Europese project. ‘Zij zien niet dezelfde voordelen als ik. Terwijl het ook in hun voordeel is dat we bijvoorbeeld met alle EU-landen gezamenlijk handelsverdragen sluiten met grote spelers als de Verenigde Staten of China. Of dat hun fundamentele rechten niet alleen op nationaal, maar ook op Europees niveau worden beschermd. Ondanks al die voordelen is het blijkbaar niet gelukt om de Europese Unie te promoten. We zijn een groot deel van de inwoners van de lidstaten halverwege kwijtgeraakt.’

"Anderen zien niet dezelfde voordelen van de EU als ik"

De komende twee jaar zal Behre met zijn projectgroep een actueel vraagstuk gaan aanpakken op het gebied van de legitimiteit en verantwoording van de Europese Unie. Wat het precieze vraagstuk is, weet hij nog niet. ‘Maar dat is juist het leuke aan het Europaeum Scholars Programme. We proberen overlap te vinden tussen onze verschillende achtergronden. Daar leer je veel van. De komende jaren gaan ongetwijfeld mijn horizon verbreden.’

Hoofdafbeelding: Frederik Behre (rechts) in gesprek met andere deelnemers.

Internationale samenwerking

Universiteit Leiden is een van de eerste leden van het Europaeum. Dit is een verband tussen twaalf vooraanstaande  Europese universiteiten ter bevordering van de onderlinge samenwerking op het gebied van onderzoek en onderwijs. Hier vind je meer informatie over de internationale samenwerkingsverbanden van de Universiteit Leiden.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.