Universiteit Leiden

nl en

Euthanasie als juridische kwestie

In Nederland is hulp bij euthanasie sinds 2002 onder strenge voorwaarden niet langer strafbaar. Toch is de juridische discussie nog volop in beweging, zeggen Leidse hoogleraren. Zij spreken erover op 18 maart tijdens een symposium van Juridische Faculteitsvereniging Grotius.

JFV Grotius organiseert het symposium Sterven op verzoek op een bijzonder moment. De discussie over euthanasie laaide een maand geleden weer op door de documentaire Levenseindekliniek. Daarin leggen de filmmakers de laatste momenten vast van enkele mensen van wie het leven wordt beëindigd. In 2104 gebruikten zo'n 5.500 Nederlanders de mogelijkheid om via euthanasie of hulp bij zelfdoding te sterven.

Lastige juridische kwestie

De documentaire laat volgens Leidse hoogleraren in een notendop zien waarom euthanasie zo’n lastige juridische kwestie is. ‘Je kunt de Nederlandse euthanasiewetgeving enigszins vergelijken met ons drugsbeleid’, zegt Tineke Cleiren. Zij is hoogleraar Strafrecht en een van de sprekers tijdens het symposium. ‘Het is nog altijd verboden euthanasie te plegen of iemand te helpen bij zelfdoding. Maar we hebben sinds 2002 wel wettelijke uitzonderingen ingebouwd: met in achtneming van bepaalde zorgvuldigheidseisen is het niet langer strafbaar.’

'Je kunt de Nederlandse euthanasiewetgeving enigszins vergelijken met ons drugsbeleid'

Net als cannabis

Zo moet de patiënt bijvoorbeeld ondraaglijk en uitzichtloos lijden, moet er een onafhankelijke arts bij de euthanasie aanwezig zijn, en moet de patiënt zelf kiezen zijn of haar leven te beëindigen. Ook moet de arts ieder euthanasiegeval voorleggen aan een regionale toetsingscommissie. Want de overheid houdt euthanasie – net als de verkoop van cannabis – wel graag transparant en controleerbaar.

Levenseindekliniek

De documentaire Levenseindekliniek laat zien waar deze wetgeving schuurt. Zo kreeg onder meer Hannie Goudriaan euthanasie. Zij leed aan dementie, en had eerder gezegd dat ze in dat geval niet verder wil leven. ‘Dat stelt de behandelend arts voor een probleem’, zegt de tweede spreker op het symposium, hoogleraar Gezondheidsrecht Aart Hendriks. ‘Die moet namelijk bepalen of de patiënt op het moment waarop de euthanasiewens actueel is, het verzoek kan herhalen. Dat is bij dementerende en comateuze patiënten natuurlijk erg moeilijk.’ In het geval van Goudriaan besloot de arts dat aan de voorwaarden voor euthanasie was voldaan, maar een andere arts had mogelijk anders geoordeeld.

Ondraaglijk en uitzichtloos

Ook moet de arts overtuigd zijn dat iemand ondraaglijk en uitzichtloos lijdt als gevolg van een medische aandoening. Hendriks: ‘In sommige gevallen kan dat simpelweg niet. Bijvoorbeeld omdat een patiënt niet lichamelijk maar geestelijk lijdt zonder dat sprake lijkt van een medische aandoening. In zo’n geval is niet aan de voorwaarden voor euthanasie voldaan. Voor veel patiënten is dat moeilijk te begrijpen. Niet iedereen beseft dat euthanasie volgens de Nederlandse wetgeving geen recht is, maar een uitzondering op een verbod.’

Voltooid leven

Betekent dit dat de wetgeving aangepast moet worden? Hoogleraar Tineke Cleiren meent van niet. Als lid van de onafhankelijke Adviescommissie voltooid leven onderzocht zij of wettelijk vastgelegd moet worden dat ook mensen met een ‘voltooid leven’ recht hebben op euthanasie. De commissie concludeerde in februari unaniem dat aanvulling van de wetgeving op dit punt niet verstandig en zelfs onwenselijk zou zijn.

'Het is niet de bedoeling dat ouderen zich zo bezwaard voelen, dat zij via euthanasie het leven laten beëindigen'

Wetgeving voldoet

Cleiren: ‘In de meeste gevallen voldoet de huidige wetgeving. Als we de wetgeving verruimen door ook hulp bij zelfdoding bij een voltooid leven te legaliseren, kan dat ruimte scheppen voor kwade bedoelingen en onveilige situaties. Een voorbeeld: soms vinden kinderen het zwaar om voor hun bejaarde ouders te zorgen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat die ouders zich daarover zo bezwaard voelen, dat zij via euthanasie het leven laten beëindigen. Zeker niet als er bijvoorbeeld een erfenis in het spel is. Een zorgvuldige procedure en een onafhankelijke arts moet dit soort situaties voorkomen.’

Filosoferen over alternatieven

Ook Aart Hendriks meent dat de huidige wetgeving voldoet. ‘De wet voorziet in een grote behoefte, maar wordt terughoudend toegepast. En er zijn talloze waarborgen om misbruik te voorkomen.’ Toch ziet hij ernaar uit om op 18 maart met studenten te filosoferen over alternatieven. ‘Wat als je de huidige wetgeving opzij zet, en van voor af aan mag beginnen? Hoe zou je het dan doen? Dat is een mooie juridische exercitie.’

Fotograaf: ANP Lex van Lieshout

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.