
Jeugdbeschermingsorganisaties falen door personeelstekort
In the media beeld: Jeff Hendricks via Unsplash
Door een personeelstekort bij jeugdbescherming krijgen kinderen niet altijd direct hulp. Bovendien maken de organisaties al jaren gebruik van een noodregeling. Hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning sprak met Trouw: ‘Ik vind het schokkend dat een noodmaatregel al drie jaar wordt ingezet.’
Door een tekort aan personeel slagen zes van de dertien jeugdbeschermingsorganisaties er niet in om te voldoen aan de eisen die de wet stelt. Dat blijkt uit onderzoek van Trouw. Veel kinderen krijgen niet binnen de wettelijke termijn van vijf dagen een vaste jeugdbeschermer toegewezen. Wanneer er niemand beschikbaar is, beoordelen de organisaties of er sprake is van ‘directe onveiligheid’. Bij direct gevaar wordt een tijdelijke noodoplossing getroffen. In andere gevallen komt het kind op een wachtlijst. In de meest schrijnende gevallen moeten kinderen soms maanden wachten voordat er plek voor hen is.
Jeugdbeschermingsorganisaties willen in principe geen onderscheid maken tussen kinderen, maar het aanhoudende personeelstekort dwingt hen ertoe. In 2022 werd hiervoor een tijdelijke selectieprocedure opgesteld. Volgens de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd maken sommige organisaties sindsdien onafgebroken gebruik van deze noodmaatregel. ‘Een noodmaatregel wordt al bijna drie jaar ingezet. Ik vind dat schokkend’, zegt Bruning. ‘Je ziet de inspectie over de eigen rol twijfelen. Houden ze een systeem in stand waar ze niet achter staan? En wat zegt het over je rol als toezichthouder als je dit noodbeleid drie jaar laat voortduren?’
Meer weten?
Lees de twee Trouw artikelen (€):