
Europees Hof houdt Rusland verantwoordelijk voor MH17-ramp
In de media beeld: Tingey Injury via Unsplash
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt unaniem dat Rusland verantwoordelijk is voor het neerschieten van vlucht MH17. Nabestaanden spreken van erkenning en opluchting. Hoogleraar Internationale Geschillenbeslechting, Eric De Brabandere, duidt in een NOS-podcast het belang van deze uitspraak en de rol van hoven en tribunalen in het internationaal recht.
Het Europees Hof heeft unaniem geoordeeld dat Rusland verantwoordelijk is voor het neerschieten van vlucht MH17 op 17 juli 2014 boven Oekraïne. Bij de ramp kwamen 298 mensen om het leven, onder wie 196 Nederlanders. Volgens het Hof heeft Rusland artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geschonden: het recht op leven. Het Russische leger zou hebben nagelaten te controleren of het doelwit een militair of civiel vliegtuig was, waarmee het ook het oorlogsrecht overtrad.
De Brabandere schetst in de podcast het ontstaan van het Permanent Hof van Arbitrage, waarbij destijds leidend was dat geschillen niet meer gewapend worden beslecht, maar via de rechter. Sinds de oprichting van de VN en het handvest is het expliciet verboden om gewapend op te treden tot een ander land, om geschillen te beslechten. De hoogleraar ziet een enorme toename van zaken voor internationale hoven, het is nog nooit zo druk geweest sinds de oprichting van het Internationaal Gerechtshof na de Tweede Wereldoorlog. Dat is positief.
‘Het fundamenteel probleem in het internationaal recht is dat je altijd met landen zit die soeverein zijn en hoven en tribunalen niet erkennen. Hoven en tribunalen hebben namelijk alleen rechtsmacht als landen die erkennen. Landen die geen partij zijn gaan tegen de uitspraak ageren.’ Procedures hebben wel vaak een dempend effect op spanningen, zelfs als het jaren duurt voordat er een uitspraak komt.’ In hoeverre Rusland overgaat tot het betalen van een schadevergoeding zal waarschijnlijk bepaald worden in een bredere deal, waarvan de uitspraak één onderdeel van de oplossing vormt, aldus de hoogleraar.