De Nederlandse bestuursrechter wordt kritischer op de overheid
De meer kritische rol van de overheid is het gevolg van een baanbrekende uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze nieuwe koers is een gevolg van de toeslagenaffaire.
In september 2019 sloot de burgemeester van Harderwijk een drugspand waar een vader met zes van zijn zeven deels minderjarige kinderen woonde. De oudste zoon handelde in drugs, bij een ander werd hennep in de auto gevonden. De burgemeester sloot de woning op grond van de Opiumwet.
De vader en de vier andere kinderen waren echter niet bij de drugshandel betrokken. Toch werden ook zij op straat gezet. De rechtbank stelde eerder de burgemeester in het ongelijk, omdat door de arrestatie van de twee broers er een verminderde noodzaak was tot sluiting van de woning. De burgemeester had naar het oordeel van de afdeling Bestuursrechtspraak meer naar de belangen van de vader en de kinderen moeten kijken, omdat de sluiting van de woning indringende gevolgen had voor het gezin. Overigens is de sluiting niet ongedaan gemaakt, de burgemeester moet het besluit opnieuw nemen.
In de Harderwijk-zaak had de burgemeester zelf de keuze om de woning te sluiten of niet. Dat is anders als het gaat om een wet met dwingende regels. Of de rechters het evenredigheidsbeginsel dan ook zullen toepassen is nog niet beslist, aldus Yrme Schuurmans, hoogleraar Staats- en bestuursrecht uit Leiden. "Als de wetgever regels vastlegt, is de drempel hoger voor een rechter om daarvan af te wijken. Maar ik sluit niet uit dat in individuele gevallen dat toch zal gebeuren met een beroep op het evenredigheidsbeginsel."