Universiteit Leiden

nl en

Een schoon milieu, waar zetten we op in?

Er zijn ruim 7 miljard mensen op aarde. Die laten hoe dan ook vervuilende sporen achter. Maar niet elke vervuiling is even schadelijk. Leidse wetenschappers helpen te bepalen waar onze hoogste prioriteit moet liggen.

Sluipend effect

Dertig jaar geleden werd het riool nog geloosd in de Amsterdamse grachten, nu zijn die grachten zo schoon dat er zelfs jaarlijks een paar duizend mensen voor het goede doel in zwemmen. We slagen er steeds beter in het milieu te beschermen tegen massale afvalstromen. De grootste uitdaging nu zijn de veel subtielere effecten van kleine doses afvalstoffen in het milieu, die sluipenderwijs de gezondheid van diersoorten kunnen ondermijnen.

Stress in de delta

Milieutoxicoloog Thijs Bosker doet onderzoek naar de impact van vreemde stoffen op ecosystemen. Hij is vooral geïnteresseerd in dynamische systemen, zoals een delta. Daar komen zoet en zout water bij elkaar en de omstandigheden zoals het zuurstofgehalte, het zoutgehalte en de temperatuur veranderen voortdurend. De organismen die in de delta leven moeten zich steeds opnieuw aanpassen. ‘Plekken waar een rivier in de zee stroomt zijn zowel ecologisch als economisch van belang’, zegt Bosker. ‘Er is een grote variatie aan dieren en planten, maar juist aan de monding van een rivier zijn ook vaak steden gevestigd. Die zorgen voor vervuiling, wat nog eens extra stress geeft in dat toch al dynamische systeem. We willen graag weten hoe organismen hiermee omgaan. Dat is een pittige uitdaging, want de dynamiek in zo’n ecosysteem laat zich moeilijk nabootsen in een lab. Voor de wetenschap zijn dit soort systemen dus nog een black box.’

De Rijn-Maasdelta, zoals hier bij de Maasvlakte bij Rotterdam, is een goed voorbeeld van een gebied waar er mogelijk conflicten zijn tussen economische en ecologische activiteiten.

Hulp van vakantiegangers

Bosker doet onderzoek naar nieuwe typen vervuiling in het milieu. Zo brengt hij in kaart hoeveel kleine deeltjes plastic er wereldwijd in het milieu voorkomen. Vakantiegangers helpen hem: ze sturen van over de hele wereld zandmonsters naar Leiden zodat Bosker en zijn team kunnen nagaan hoeveel ‘microplastics’ er aanspoelen van IJsland tot Zanzibar. Een volgende stap is te onderzoeken of die plasticdeeltjes een risico vormen voor de flora en fauna. Bosker is ook geïnteresseerd in de impact van vervuilingen op de voortplanting van organismen. Zo bestudeert hij in de Golf van Mexico de impact van de ramp met het boorplatform Deep Water Horizon op vissen. In Canada werkt hij samen met papierfabrieken en lokale overheden om te onderzoeken wat het effect is van hormoonverstoorders in hun afvalwater op de voorplanting van vissen.

Vrijwilligers sturen zandmonster van hun vakantiebestemming op.

Prioriteiten

‘Als milieuvervuiling leidt tot dode vissen die in onze rivieren of sloten drijven is het effect direct zichtbaar’, aldus Bosker. ‘Gelukkig zien we dat steeds minder. Maar wat nou als een vis zich niet meer kan voortplanten doordat zijn hormoonhuishouding is verstoord, of roofdieren niet meer kan ontvluchten doordat zijn zenuwstelsel is aangetast? Dat is het soort indirecte milieu-effecten dat centraal staat in ons onderzoek. Ik vind het belangrijk om die risico’s goed in kaart brengen, want helaas is het bijna onmogelijk om álle afvalstoffen in het milieu op te ruimen; dat is te duur. Maar als we snappen wat de potentiële effecten zijn van al die stoffen onder verschillende omstandigheden, dan zijn we in staat om prioriteiten stellen en milieuschade te beperken of zelfs te voorkomen. Zo kunnen we het milieu beter beschermen. Daar werk ik graag aan mee.’

Global Microplastic project

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.