Universiteit Leiden

nl en

Grensoverschrijdend verkeer t.a.v. moreelgevoelige onderwerpen

Homohuwelijk, draagmoederschap, abortus. Hoe reageert het recht op dergelijke moreelgevoelige onderwerpen bij grensoverschrijdend verkeer binnen de Europese Unie? Op 4 november 2015 promoveert Nelleke Koffeman op dit onderwerp.

Nieuwe dimensie

Nelleke Koffeman

Koffemans proefschrift onderzoekt hoe het recht reageert op grensoverschrijdend verkeer binnen de Europese Unie ten aanzien van moreelgevoelige onderwerpen. Ten aanzien van onderwerpen als wettelijke erkenning van relaties tussen personen van gelijk geslacht en voortplantingsvraagstukken nemen de EU-lidstaten zeer uiteenlopende posities in. Dergelijke verscheidenheid wordt bovendien uitdrukkelijk gerespecteerd op Europees niveau, al is wel steeds meer (indirecte) invloed van Europees recht op deze terreinen zichtbaar.

Grensoverschrijdend verkeer binnen de EU voegt een nieuwe dimensie toe aan deze onderwerpen. Het impliceert dat staten in toenemende mate met de (gevolgen van) elkaars regimes worden geconfronteerd. Zo vragen koppels van gelijk geslacht die in een andere EU-lidstaat woonachtig zijn om erkenning van hun huwelijk, of gaan vrouwen uit lidstaten met strenge abortuswetgeving voor een abortus naar andere EU-lidstaten.

Voortplantingsvraagstukken en wettelijke erkenning van relaties

Koffemans proefschrift onderzoekt voor drie EU-lidstaten – Duitsland, Ierland en Nederland – alsmede voor het relevante Europeesrechtelijke kader welke regelgeving er bestaat ten aanzien van voortplantingsvraagstukken en wettelijke erkenning van relaties tussen personen van gelijk geslacht, en hoe deze regelgeving zich over de tijd ontwikkeld heeft.

Deze analyse verschaft inzicht in het soort belangen en overwegingen dat in wetgevingsprocessen en in rechtspraak een rol speelt en heeft gespeeld en hoe Europees recht nationale regelgeving op deze punten beïnvloedt. Bovendien legt het de noodzakelijke basis voor de daaropvolgende analyse van hoe de verschillende rechtstelsels reageren op grensoverschrijdend verkeer op deze terreinen en hoe ze zich hierbij tot elkaar verhouden.

Zo blijken staten dergelijk grensoverschrijdend verkeer soms af te weren om hun eigen morele standaarden te beschermen, terwijl zij er in andere situaties juist voor kiezen – of daartoe worden verplicht door Europees recht – om dergelijke mobiliteit te accommoderen om zo de belangen van kwetsbare partijen te beschermen. Koffemans proefschrift observeert en duidt de dynamieken in besluitvorming rondom deze onderwerpen en analyseert daarbij hoe de verschillende rechtsgebieden en -stelsels op elkaar inwerken.

Praktische informatie

Promotores:
Prof.dr. R.A. Lawson, prof. dr. J.H. Gerards (Radboud Universiteit)

Datum en locatie 
Mw. Koffeman verdedigt haar proefschrift op woensdag 4 november 2015 om 15.00 uur in het Academiegebouw Rapenburg 73, te Leiden.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.