Universiteit Leiden

nl en

Paul Hooykaas geïnstalleerd als Akademiehoogleraar

Vandaag, 23 september, wordt Paul Hooykaas, hoogleraar moleculaire genetica in het Instituut Biologie Leiden (IBL), geïnstalleerd als Akademiehoogleraar.

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) geeft haar Akademiehoogleraren een bedrag van één miljoen euro zodat zij zich volledig kunnen wijden aan innovatief onderzoek en de begeleiding van jonge onderzoekers. De Akademiehoogleraren van 2009 worden tijdens een feestelijke bijeenkomst geïnstalleerd.

Bodembacterie als inspiratie

Paul Hooykaas doet al jaren voorhoedeonderzoek naar het ontcijferen van de wisselwerking tussen de bodembacterie Agrobacterium tumefaciens en planten. Deze bodembacterie is een eenvoudige maar oeroude en zeer ingenieuze bacterie. Al miljoenen jaren draagt hij een complex van DNA en eiwitten over op planten. Een infectie met de bacterie leidt tot tumoren bij planten. In de plantenbiotechnologie is de bacterie een hoofdrolspeler: het proces waarmee planten tegenwoordig genetisch worden gemodificeerd is ervan afgekeken. De bodembacterie kan namelijk zo gemanipuleerd worden dat hij ook soortvreemde genen op planten kan overdragen.

Transportkanaal ontdekt

Lang was er onder onderzoekers discussie of het cruciale transportkanaal van bacterie naar plant een DNA-kanaal of een eiwitkanaal is. Hooykaas heeft ontdekt dat eiwitten van de bodembacterie zelfstandig hun weg vinden naar de plantencel. De bacteriële eiwitten gidsen het DNA, en niet andersom. Sinds de ontdekking van het unieke transportsysteem van deze bacterie, wordt dit wereldwijd toegepast bij het modificeren van gewassen zoals maïs en tabak. En door meer recente ontdekkingen van Hooykaas ook bij schimmels en gist voor toepassingen in de industriële biotechnologie en voor de ontwikkeling van medicijnen. Paul Hooykaas is een pionier in zijn vakgebied en heeft gepubliceerd in de meest vooraanstaande bladen, waaronder Nature en Science.

Onderzoekspuzzels

Hooykaas laat weten, hoe kan het ook anders, erg content te zijn met de benoeming. ‘Het is eervol, maar het is ook mooi om de laatste tien jaar van je carrière weer meer aandacht te kunnen besteden aan datgene waarom je ooit het vak bent ingegaan, en je aandacht en hersens weer aan onderzoekspuzzels te kunnen wijden. Gaandeweg je carrière ga je steeds meer besturen. Besturen vraagt veel zorg en aandacht, en we hebben bij biologie de laatste jaren bovendien roerige tijden meegemaakt.’

Gericht DNA inbrengen in genoom

Plannen en ideeën heeft hij volop. ‘Agrobacterium is altijd onze inspiratie geweest, en zal dat de komende jaren blijven. Maar het onderzoek heeft zoveel facetten. Als ik twee voorbeelden mag geven, dan is er ten eerste de evolutievraag die de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt: hoe is dit transportsysteem ontstaan en werkt het op dezelfde wijze bij humane ziekteverwekkers zoals legionella en helicobacter? En ten tweede is er de DNA-studie. We hebben nu Agrobacterium getemd tot vector voor planten, gisten en schimmels. Maar, wat ook voor andere vormen van gentherapie geldt: wat we nog niet kunnen is efficient het DNA heel gericht aanbrengen in het genoom. Je wilt niet dat het zomaar ergens in het genoom landt, maar het moet precies terechtkomen op de plek waar je het wilt hebben. Zoals je in de medische wetenschap heel gericht een gendefect wilt repareren, zo willen wij biotechnologen heel gericht het DNA inbrengen in het genoom van plant, gist of schimmel. En daarvoor moeten we precies weten welke genen zorgen voor die DNA-integratie en hoe we dat kunnen sturen. Maatschappelijk is dit heel belangrijk; veel van de weerstand tegen biotechnologie heeft toch te maken met dat onbeheersbare element.’ 

Akademiehoogleraren

De KNAW benoemde vier Akademiehogleraren. Doordat de betrokken universiteiten in ieder geval één jonge, getalenteerde onderzoeksleider moeten aantrekken, beoogt de KNAW met het programma Akademiehoogleraren tevens bij te dragen aan de doorstroming van jonge onderzoekers naar leidinggevende posities. De Colleges van Bestuur van de universiteiten kunnen jaarlijks eminente hoogleraren tussen de 54 en 59 jaar voor het programma voordragen.

Eerdere Leidse Akamiehoogleraren zijn:

  • wiskundige Hendrik Lenstra (2007)
  • klinisch epidemioloog Jan Vandenbroucke (2006)
  • medisch farmacoloog Ron de Kloet (2004)
  • astronoom George Miley (2003)

Links

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.