Universiteit Leiden

nl en

Sociale angst onder pubers

Ernstige vormen van angst voor de mening van anderen, kunnen tieners op school belemmeren tijdens sociale interacties of het uitvoeren van taken. Psycholoog Anne Miers zoekt naar manieren om deze zogenoemde ‘sociale angst’ te verminderen.

Tieners en pubers zijn vatbaar voor sociale angst

‘Sociale angst is bezorgdheid over de mening van anderen over jezelf: je bent bang om dingen te doen die als ‘stom’ worden gezien, bang voor vernedering. Adolescenten denken veel na over de mening van anderen, en daarom kan het zo zijn dat sociale angst zich in deze leeftijdsfase ontstaat. Je kunt bijvoorbeeld bang zijn bij het vooruitzicht om een presentatie te moeten geven voor een klas. Dit hoeft niet erg te zijn. Maar als een adolescent constant ‘maalt’ over de mening van anderen, waardoor je in je eigen gedachten verdwaalt en niet goed meer in staat bent om te leren of jezelf te presenteren, kan de angst verergeren. Ontwikkelt de angst zich tot een stoornis, dan kan het zijn dat tieners situaties, waarin ze vaardigheden moeten tonen of sociale interactie moeten aangaan - zoals op school - vermijden. Miers: ‘Pubers missen dan niet alleen lessen, maar ook de mogelijkheid om van leeftijdsgenoten belangrijke sociale vaardigheden te leren. Zoals het aangaan van vriendschappen en het oplossen van conflicten.’

Een bijkomend probleem is dat tieners die kampen met sociale angst, minder snel om hulp vragen. Miers: ‘Ze vallen onder meer bij docenten minder op, omdat ze zich meestal rustig houden en zich concentreren op hun werk. Soms wordt sociale angst aangezien als ‘gewone’ verlegenheid. Hierdoor wordt een sociale angststoornis bij een tiener minder snel gesignaleerd, de stoornis ontwikkelt zich langer, en dit zou een oorzaak kunnen zijn van het feit dat bekende behandelingen bij pubers veel minder effectief zijn dan bij volwassenen.’

Anne Miers: ‘Onderzoek laat zien dat ook tieners, die weinig sociale angst ervaren, negatieve gedachten kunnen hebben.'

Positieve feedback van leeftijdsgenoten als hulpmiddel

Anne Miers doet nu onderzoek naar manieren om sociale angst onder tieners te verminderen. Een van de belangrijkste elementen hieruit is het effect van positieve feedback door leeftijdsgenoten, dat Miers onderzoekt in het project PoPPSaY!. Eerder onderzoek van Miers wees namelijk uit dat relaties met leeftijdsgenoten een bepalende factor is bij de ontwikkeling van sociale angst. Daarom wil ze kijken of positieve feedback van leeftijdsgenoten een balans kan brengen in positieve en negatieve gedachten, die een tiener over zichzelf kan hebben. ‘Onderzoek laat zien dat ook tieners, die weinig sociale angst ervaren, negatieve gedachten kunnen hebben. Alleen zijn zij in staat om die negatieve gedachten in evenwicht te houden door positieve gedachten (bijvoorbeeld ‘zo erg is het vast niet’, of ‘ik ben goed zoals ik ben’).’

De experimentele pilotfase van het onderzoek, uitgevoerd onder studenten, is inmiddels afgerond. Hierbij moesten proefpersonen een spreekbeurt te geven, waarop ze feedback kregen van leeftijdsgenoten. Een week later werd gekeken of de proefpersonen zich zekerder voelden over een volgende spreekbeurt, dankzij de positieve feedback. Dat bleek bij de proefpersonen die veel sociale angst ervaren inderdaad zo te zijn. In de komende jaren wil Miers dit effect bij tieners onderzoeken. ‘Dit kan bijvoorbeeld leiden tot de ontwikkeling van een app, die tieners op belangrijke momenten positieve commentaren kan geven, een boost, waardoor we de ontwikkeling van angst vóór kunnen zijn.’

Campagnebeeld van het project 'PoPPSaY!'

Lessen over stress

Naast dit werk doet Miers als onderdeel van een NWA-project onderzoek naar het effect van lessen over stress in de onderbouw van de middelbare school. Het Leiden NWA-project team bestaat uit Anne Miers, Prof. P. M. Westenberg, Mw. S. Vogelaar, en dr. N.Saab (ICLON). ‘Deze lessen worden aan de hele klas gegeven, als onderdeel van het normale lesprogramma. Tieners worden zich zo misschien meer bewust van stress en leren over manieren om ermee om te gaan.’ Een belangrijk doel is om de verbinding tussen het onderwijs en de jeugdzorg te verbeteren. Bovendien worden zo leerlingen die op verschillende vlakken problemen kunnen ervaren, en die nu vaak over het hoofd worden gezien, eruit gepikt. ‘We hopen dat tieners die zichzelf herkennen tijdens het onderwijs, zich inschrijven voor vervolgcursussen waarbij we gerichte hulp kunnen bieden.’ Leerlingen zouden in hun dagelijkse leven en op school hierbij veel baat kunnen hebben.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.