Universiteit Leiden

nl en

Onderzoeksproject

Data Science voor state-of-the-art bloedbankieren (BloodStart)

Er zijn in Nederland ongeveer 300.000 mensen die regelmatig bloed geven. Vrouwen kunnen tot drie keer per jaar bloed geven en mannen tot vijf keer, wat neerkomt op ongeveer een miljoen bloeddonaties per jaar. Patiënten die dit donorbloed krijgen, verkeren al in een kwetsbare positie. Daarom is kwaliteitsbewaking voor bloedbank Sanquin van groot belang. Maar het is ook belangrijk om de algemene gezondheid van bloeddonors in goede conditie te houden. Voor elke donatie krijgt een donor een medische screening.

Looptijd
2018 - 2022
Contact
Marieke Vinkenoog
Financiering
Sanquin (Product and Process development Cellular Products)

Als je ooit bloed hebt gegeven, weet je dat je ijzergehalte vóór de donatie wordt gecontroleerd. Met behulp van één druppel bloed, die met een kleine vingerprik wordt geproduceerd, wordt het hemoglobinegehalte (Hb) in je bloed gemeten. Hb is een molecuul dat ijzer bevat, dat zuurstof bindt en door je lichaam transporteert. Als er niet genoeg ijzer in je lichaam is, kun je bloedarmoede krijgen en zal je gezondheid verslechteren. 

Er is niet zo veel ijzer in het lichaam opgeslagen: slechts ongeveer 6 gram in totaal. Het meeste wordt opgeslagen in de lever en het beenmerg, in een grote molecuul die ferritine heet. Een klein deel circuleert in het bloed, gebonden aan hemoglobine. Vanuit het oogpunt van het lichaam betekent bloed geven slechts het verlies van 500 ml bloed, dat is ongeveer 10% van het totale bloedvolume. Het herstellen van het bloedvolume gebeurt in verschillende stappen. Eerst wordt het volume zelf hersteld, doordat het lichaam de productie van bloedplasma verhoogt. Vervolgens worden nieuwe rode bloedcellen aangemaakt. Hiervoor is de synthese van nieuw hemoglobine nodig. Het ijzer dat nodig is voor deze hemoglobine wordt onttrokken aan ferritinevoorraden. De laatste stap is het aanvullen van de ferritinevoorraden door de ijzeropname uit het voedsel dat u eet te verhogen. Dit proces duurt een paar weken of maanden.

Om ervoor te zorgen dat donors geen ijzertekort krijgen door bloeddonatie, moet de hemoglobine vóór de donatie boven een bepaalde drempelwaarde liggen: 7,8 mmol/L of hoger voor vrouwen, en 8,4 mmol/L of hoger voor mannen. In november 2017 is Sanquin ook begonnen met het monitoren van ferritinespiegels bij donoren. Ferritine wordt verondersteld een betere indicator te zijn voor ijzertekort dan hemoglobine, omdat je hemoglobine pas begint te dalen als de ferritinevoorraden al uitgeput zijn. Door ferritine te meten kan een risico op ijzertekort worden opgespoord voordat er veel symptomen optreden. Ferritine wordt bij alle nieuwe donors getest, en vervolgens bij elke vijfde donatie. Als je ferritine lager is dan 15 ng/mL, mag je een jaar lang geen bloed geven; als je ferritine lager is dan 30 ng/mL, mag je zes maanden geen bloed geven. Deze drempels zijn dezelfde voor mannen en vrouwen.

Hemoglobine trajecten

Het eerste deel van mijn promotieonderzoek gaat over hemoglobinewaarden bij bloeddonoren. Gegevens over alle donaties vanaf 2006 zijn beschikbaar: meer dan 12 miljoen donaties in totaal. Er zijn niet veel variabelen beschikbaar voor elk datapunt, maar als donors de bloedbank vaak bezoeken, kunnen longitudinale analyses worden gedaan op de gegevens. Door het hemoglobinegehalte bij elke donatie te nemen, kan ik voor elke donor een hemoglobine-traject visualiseren doorheen zijn donatiegeschiedenis. In deze trajecten zijn duidelijk verschillende trends zichtbaar: sommige donors hebben stabiele Hb-spiegels ver boven de drempelwaarden, andere donors hebben stabiele Hb-spiegels net rond de drempelwaarde, en weer andere donors vertonen een dalend Hb-spiegel in de loop van de tijd. 

Hemoglobinespiegels variëren om verschillende redenen, maar een belangrijke factor die niet zo gemakkelijk te meten is, is de levensstijl van de donor: hoe ijzerrijk zijn dieet is, hoe actief is hij, enz. Rekening houdend met factoren die we wel kennen (bv. geslacht, leeftijd, donatiefrequentie) en daarvoor gecorrigeerd, ga ik ervan uit dat (een deel van) de resterende variatie in Hb-spiegels een proxy is voor de eerder genoemde niet-waargenomen donorkarakteristieken. Ik ben van plan donors per Hb-traject te clusteren, optimale donatie-intervallen per cluster vast te stellen, en vervolgens zo vroeg mogelijk te voorspellen tot welke cluster een donor behoort. Op die manier kunnen donors alleen worden uitgenodigd om te doneren als hun Hb-niveau ruim boven de drempelwaarde ligt, waardoor het uitstelpercentage daalt. Dat maakt het proces van Sanquin efficiënter en voorkomt dat donors gedemotiveerd raken als ze bij de bloedbank worden afgekeurd.

Ferritine verdeling

Het tweede project waar ik nu mee bezig ben heeft te maken met het nieuwe ferritinebeleid bij Sanquin. Er rijzen verschillende onderzoeksvragen: wat is de ferritineverdeling in de 'normale' populatie? Zijn er verschillen in ferritineverdeling tussen nieuwe en herhaalde donors? En: wat is de invloed van frequente bloeddonatie op het ferritinegehalte?

De eerste resultaten laten zien dat bij nieuwe donors, die nog nooit bloed hebben gedoneerd, 27% van de vrouwen al een ferritinegehalte onder de 30 ng/mL heeft. Bij mannen is dit slechts 1,7%. Bij regelmatige donors liggen deze percentages veel hoger: 52% van de vrouwen en 43% van de mannen heeft een ferritinegehalte onder de donatiegrens. Deze percentages hebben verstrekkende gevolgen voor de bloedvoorziening, want bijna de helft van de donorpopulatie zal minstens zes maanden niet kunnen doneren. 

Ik onderzoek momenteel hoe dit nieuwe ferritinebeleid van invloed is op donors, en of uitstel van donatie gedurende zes of twaalf maanden voldoende is om het ferritinegehalte weer op het gewenste peil te brengen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.