
Hoe handgebaren en even kletsen in de wandelgangen helpen bij beleidsvorming
Interview
Wat als echte beslissingen niet in beleidsstukken staan, maar in de wandelgangen worden genomen? In het internationale boekproject ‘Informality in Policymaking’ laat universitair docent Lianne Visser, samen met bestuurskundigen uit Schotland en Australië, zien hoe informele dynamieken besluitvorming beïnvloeden.
Kun je wat meer vertellen over het boek?
‘Het is eigenlijk begonnen als een hobbyproject terwijl ik en mijn co-auteurs met ons proefschrift bezig waren. We zijn allemaal antropologen en hebben in de praktijk gewerkt als beleidsmaker of manager. Het viel ons op dat er in de bestuurskunde weinig aandacht is voor informele processen. Er wordt wel gezegd dat er veel informele beleidsprocessen zijn, maar dat is tot nu toe niet eerder systematisch onderzocht.
Vaak wordt informeel ook afgezet tegen formeel. Denk hierbij aan beleidsdocumenten, structuren en processen die inzichtelijk zijn. Waardoor informaliteit snel ondoorzichtig, illegitiem of ondemocratisch lijkt en dus onwenselijk. Terwijl we in de onderzoeken hebben gezien dat het één niet zonder het ander kan. Informele processen zijn wel degelijk van belang in besluitvorming.’

Op welke manier uit zo’n informeel proces zich?
‘In het boek komt een mooi voorbeeld uit de diplomatie terug. Vaak kletsen diplomaten even informeel met elkaar voor of na een vergadering. Het blijkt dat die gesprekken essentieel zijn om te achterhalen waar men daadwerkelijk heen wil. Het opbouwen van die relaties is belangrijk om uiteindelijk formeel beleid te maken.
Een ander voorbeeld komt uit India. Daar hadden ze het idee dat ze het minder ‘goed’ deden dan het Westen omdat ze vaker iets informeel regelen. Toen ze zochten naar een manier om dat te formaliseren, kwamen ze tot de conclusie dat ze informaliteit ook nodig hebben en het niet per se iets slechts is.’
Maar er lijkt wel een soort wantrouwen rondom informaliteit te bestaan?
‘Ik denk dat dat vooruitkomt vanuit de oude traditionele bureaucratische gedachte dat alles transparant moet zijn. Voor een eerlijke overheid is eerlijke sturing en dienstverlening nodig. Dus daarvoor moeten procedures komen die voor iedereen gelden en alle afspraken moeten op papier staan. Maar door dat centraal te stellen mis je de processen die eraan vooraf gaan.
'Afwijken van formele procedures kan voor een bepaalde menselijkheid in dienstverlening zorgen.'
Het risico zit eerder in het negatieve beeld dat we hebben van informaliteit. Dus dat blijft een zoektocht, hoe gaan we om met informaliteit? Ik denk dat afwijken van formele procedures er soms voor kan zorgen dat iemand niet door de die procedures vermorzeld wordt, maar er een bepaalde menselijkheid in dienstverlening komt. Er blijft angst voor een ondemocratische terugval omdat informaliteit minder snel transparant is, dus we hopen met dit boek te laten zien dat informele processen wel degelijk betekenisvol en productief zijn.’
Hoe onderzoek je zulke informele processen?
‘Ze zijn moeilijk naar boven te halen via documenten, analyses of enquêtes. Wij gebruiken een etnografische aanpak waarbij je dagen, weken of maanden achter elkaar op dezelfde plek bent en volgt wat er gebeurt. Dan pas zie je alle aspecten die niet zijn vastgelegd in procedures maar wel het dagelijkse werk vormgeven.
Een onderzoek in het boek laat zien dat handgebaren in een vergadering invloed hebben op besluitvorming en het overbrengen van ideeën, maar die worden nooit concreet vastgelegd. Met een etnografische aanpak kom je daar wel achter.’

Het informele en formele vullen elkaar dus eigenlijk aan?
‘Ja, en dat hebben we op het omslag van het boek proberen weer te geven. We hebben samengewerkt met een kunstenaar die weefgetouwen maakt. De weefmetafoor geeft goed weer hoe informaliteit en formaliteit niet op zichzelf staan maar met elkaar verweven zijn. Op het omslag staat ook de achterkant van het weefgetouw mét rafelrandjes, wat de losse draadjes en oneffenheden in beiden processen symboliseert. Het is goed om van beide processen bewust te zijn.’
Naast je boek, heb je onlangs ook een award gewonnen voor je proefschrift. Gefeliciteerd!
‘Ja, dat was een ontzettende verassing. Het proefschrift gaat over hoe maatwerk tot stand komt en de rol van interacties tussen professionals, managers en beleidsmakers. Ook daarin spelen informele praktijken een grote rol. Ze vonden mijn methode een goede bijdrage leveren aan bestuurskunde en het begrijpen van dit soort processen. En ik wist helemaal niet dat ik genomineerd was door collega’s, die collegialiteit is heel leuk om te zien.’