Universiteit Leiden

nl en

Gezonder leven? Mensen willen vaak eerst af van problemen als financiële zorgen en beschimmelde muren

Medici kunnen veel repareren, maar ziekte voorkomen of uitstellen is beter. Daarvoor is vaak leefstijlverandering nodig en dat blijkt lastig. Gezondheidswetenschappers Sandra van Dijk (Universiteit Leiden) en Valentijn Visch (TU Delft) doen onderzoek naar de vraag hoe je mensen kunt helpen met gedragsverandering en welke rol e-health daarbij kan spelen.

Dit dubbelinterview is een van de zeven dubbelinterviews met veertien Zuid-Hollandse wetenschappers in de whitepaper ‘Naar een gezonde samenleving voor iedereen’. Afzender is Healthy Society, een samenwerking van Leiden-Delft-Erasmus Universities en Medical Delta.

Sandra van Dijk en Valentijn Visch. Foto: De Beeldredacteur – Michel ter Wolbeek

Mensen vinden het vaak moeilijk om gezonder te gaan leven. Zelfs als ze weten dat ze een verhoogd risico hebben op ernstige aandoeningen. Hoe komt dat toch? Valentijn Visch, die bij de TU Delft Design for health motivation onderzoekt: ‘Ik zie geregeld mensen voor wie het alledaagse leven al een enorme worsteling is. Zij houden maar weinig energie over om zich druk te maken over mogelijke toekomstige gezondheidsproblemen. Het zegt ze gewoon niet zo veel dat ze meer kans maken op een gezonde oude dag als ze nú stoppen met roken. Vooral in kwetsbare wijken is de motivatie voor gedragsverandering daardoor vaak laag.’

Sandra van Dijk, gezondheidspsycholoog aan de Universiteit Leiden: ‘Stress en mentale klachten spelen daarbij een grote rol. We weten dat ongeveer 30 procent van de mensen met chronische aandoeningen last heeft van angst- en depressieklachten en die maken het lastig om gezonder te leven. Het is dus belangrijk om breder te kijken dan gezondheid alleen. Als iemand schimmel op de muren heeft of financieel klem zit, heeft het waarschijnlijk niet zoveel zin om eenzijdig over leefstijlaanpassingen te beginnen. We weten namelijk ook dat mensen door stress meer gericht raken op kortetermijn-beloningen.’

‘Het zegt ze gewoon niet zo veel dat nú stoppen met roken later veel oplevert’

En gezond gedrag is nooit belonend op de korte termijn?

Van Dijk: ‘Dat het je meer levensjaren in goede gezondheid kan opleveren, ervaar je doorgaans pas op langere termijn. Bovendien is fysieke gezondheid maar één element van welzijn. We gaan er misschien iets te makkelijk van uit dat iedereen gezondheidsdoelen bovenaan heeft staan. In een leefstijlinterventie die we samen met migranten maakten, bleek bijvoorbeeld dat het voor hen belangrijk was om in alle groepsbijeenkomsten te oefenen met relaxatie.’

Visch: ‘Nou is meer ontspannen zijn en daardoor bijvoorbeeld beter slapen natuurlijk ook gezond, én meteen belonend. Bovendien geeft het mensen het gevoel dat ze meer controle krijgen over hun leven. Dat vergroot hun zogeheten self-efficacy of eigen effectiviteit. Een andere manier om werken aan gezondheid op de korte termijn belonend te maken, is cadeautjes geven. Wij zijn allebei betrokken bij onderzoek naar een leefstijlinterventie voor mensen die hartrevalidatie ondergaan. Daarin kunnen deelnemers met gezond gedrag punten verdienen waarmee ze sparen voor cadeautjes. Net als levels toekennen is dat een element dat ook veel wordt ingezet in games.’

Is het wel verstandig om mensen tot gezond gedrag te verleiden met cadeautjes? Dan komt het toch niet echt uit henzelf?

Van Dijk: ‘Ik heb vroeger inderdaad geleerd dat je moest uitkijken met beloningen; ze zouden iemands intrinsieke motivatie aantasten. Maar op de korte termijn kan extrinsieke motivatie mensen helpen nieuw gewoontegedrag te ontwikkelen. Het is dan wel belangrijk dat te combineren met andere gedragsveranderingstechnieken, om ervoor te zorgen dat mensen ook intrinsiek gemotiveerd raken om dat gedrag op de langere termijn vol te houden.’

In de ZenGarden laat je bloemen groeien door verhaaltjes, foto’s of muzieknummers.
In de ZenGarden laat je bloemen groeien door verhaaltjes, foto’s of muzieknummers.

Wat kunnen game-elementen verder bijdragen aan e-healthprogramma’s?

Visch: ‘Ze kunnen die programma’s vooral leuker maken. Zo hebben wij onlangs een bestaande online therapie voor mensen met angststoornissen gegamificeerd. In die training moesten mensen schrijven over dingen waarbij ze zich veilig en prettig voelen. Die notities konden ze dan opzoeken zodra ze een angstaanval voelden opkomen, met het idee dat de angstaanval dan minder heftig wordt. Wij hebben aan deze training een 3D-omgeving toegevoegd in de vorm van een mooie tuin waarin deelnemers hun notities kunnen verstoppen. Ze kunnen er bovendien plaatjes of muziek in uploaden die hen helpen. Zo krijgen ze een fijne, veilige “tuin” waarin ze op moeilijke momenten kunnen rondstruinen.’

‘Cadeautjes geven kan werken aan gezondheid op de korte termijn belonend maken’

Er komen steeds meer online behandelmogelijkheden. Van bijvoorbeeld online cognitieve gedragstherapie is de effectiviteit bewezen. Maar hoe staat het met de toegankelijkheid?

Van Dijk: ‘Dat is echt een punt van zorg. Maar liefst één op de vijf Nederlanders heeft moeite met computers, internet en apps. Wij ontwikkelden een paar jaar geleden een online interventie die was beveiligd met tweefactor-authenticatie en dat bleek voor veel deelnemers níet te doen!’

Visch: ‘Bovendien is de informatie die online wordt aangeboden voor een deel van de mensen echt te moeilijk. In face-to-face-contacten kunnen artsen of therapeuten de communicatie direct aanpassen aan wie ze voor zich hebben, maar e-health kan dat op dit moment nog niet.’

Wat voor effect heeft dat op de gezondheidskloof?

Visch: ‘Door zulke dingen kunnen kwetsbare mensen afhaken. Het risico is dus dat ze een steeds groter deel van het zorgaanbod missen.’

Van Dijk: ‘Er wordt natuurlijk al veel gedaan om tools een beetje toegankelijker te maken voor mensen met minder vaardigheden. Denk aan simpele dingen als het vervangen van lappen tekst door een filmpje. Als we daar meer op letten, kunnen we ervoor zorgen dat e-health de gezondheidskloof niet al te erg vergroot.’

En als je wilt dat e-health de gezondheidskloof actief verkleint?

Van Dijk: ‘Dan moet er wel meer gebeuren. Kernwoorden zijn dan co-creatie, integrale aanpak en personalisatie. Co-creatie wil zeggen dat je de doelgroep niet alleen zorgvuldig vraagt naar hun wensen, maar dat je mensen vanaf het begin actief betrekt bij het ontwikkelen van een interventie. Zo weet je zeker dat je samen iets maakt waaraan de doelgroep werkelijk behoefte heeft. Met een integrale benadering bedoel ik dat je oog moet hebben voor de hele context, ook de sociale. Want zoals we eerder al zeiden: om een begin te kunnen maken met gezond gedrag, moeten soms eerst andere problemen opgelost zijn.’

‘Met personalisatie bedoel ik dat je mensen een aanbod voor ondersteuning kunt doen dat helemaal op hun situatie is toegesneden. Vooral bij kwetsbare mensen speelt vaak een opeenstapeling van problemen in meerdere levensgebieden waarbij maatwerk goed kan werken. Ik denk dat we in de toekomst met algoritmes veel beter kunnen voorspellen welke slimme combinatie van ondersteuning iemand het beste helpt. Dat hoeft dan echt niet per se een e-health-interventie te zijn. We moeten niet iedereen met een app de deur uit willen sturen. Face-to-face-contacten zullen altijd belangrijk blijven, zeker voor mensen die kwetsbaar zijn.’

Sandra van Dijk (1972) is universitair hoofddocent op de afdeling Gezondheidspsychologie van de Universiteit Leiden. Haar onderzoek richt zich voornamelijk op de ontwikkeling en evaluatie van gedragsinterventies voor uiteenlopende doelgroepen, waaronder mensen met een chronische ziekte. Sinds januari 2022 is ze wetenschappelijk coördinator Healthy Society voor LDE Universities en Medical Delta.

Valentijn Visch (1971) is universitair hoofddocent aan de faculteit Industrial Design Engineering van de TU Delft, gespecialiseerd in Design for Health Motivation. Hij zette een onderzoekslijn op naar persuasive game design binnen het eHealth Lab. Sinds 2017 is hij een van de wetenschappelijke leiders van het Medical Delta programma eHealth & Selfmanagement en sinds kort ook van het Convergence thema Technology-supported Transitions in Healthcare.

 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.