Universiteit Leiden

nl en

Deel hulpbehoevenden grijpt mis door bureaucratische rompslomp en rommelig aanbod

Bestuurskundige Mark Reijnders vraagt met zijn promotieonderzoek aandacht voor een groep mensen die hulp nodig heeft maar niet krijgt. Omdat ze de weg niet kunnen vinden in het aanbod of tegen teveel bureaucratie aanlopen. Vraagverlegenheid, heet dit in bestuurskundig jargon. Promotie op 17 juni.

Reijnders heeft zijn onderzoek in Den Haag gedaan. ‘Het onderzoek is voortgekomen uit de praktische behoefte van gemeentelijke beleidsmakers om meer te weten te komen over vraagverlegenheid. Oftewel: mensen die  moeite hebben met het vragen om hulp.’ Hoe groot de groep precies is, is niet bekend maar Reijnders denkt dat die aanzienlijk is.

Allerlei soorten hulp

Het kan om zeer uiteenlopende vormen van hulp gaan: thuiszorg, lotgenotencontact, administratieve ondersteuning (bijvoorbeeld bij de belastingaangifte), burenhulpprojecten, maaltijdservices ('tafeltje dekje'), buddyzorg, mantelzorgondersteuning, vervoersdiensten, schuldhulpverlening, dagopvang en het laten doen van aanpassingen in en rond het huis.

Mark Reijnders: 'Beleidsmakers gaan te veel uit van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid.' (Foto Hanna Radstake)

Oorzaken

Reijnders keek voor zijn proefschrift naar de oorzaken van vraagverlegenheid en de betekenis daarvan voor het sociaal beleid van de gemeente Den Haag. ‘Mijn belangrijkste conclusie is dat er in dat beleid onvoldoende oog is voor de vele problemen en obstakels die hulpbehoevenden kunnen tegenkomen. Beleidsmakers gaan te veel uit van de eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van de hulpzoekende. De oorzaken van vraagverlegenheid liggen deels bij het individu, maar hebben ook veel te maken met de manier waarop het sociaal domein is ingericht. Zo weten mensen door allerlei bureaucratische rompslomp de onoverzichtelijkheid van het hulpaanbod, vaak niet de weg naar hulp te vinden. Ze lopen tegen onduidelijke regels aan of hebben te kampen met een taalbarrière.’

Kwalitatief onderzoek

Reijnders gebruikte kwalitatieve onderzoeksmethoden en sprak onder meer met hulpbehoevenden zelf, die het lastig vonden om hulp te vragen. Zoals een alleenstaande vrouw die te laat is met haar belastingaangifte omdat zij niet weet hoe ze deze moet invullen, een bejaarde man die geen gebruik maakt van een gratis maaltijdservice bij hem in de buurt, een Chinese mantelzorger die overbelast dreigt te raken, maar niet om hulp vraagt vanwege de taalbarrière en een vrouw met reuma die niet wilde vragen om hulp in de huishouding.

Hij raadpleegde ook focusgroepen van 'ervaringsdeskundigen', die vanuit Stichting Kompassie gratis advies geven aan mensen die hulp nodig hebben. Zij konden ook vanuit een ander perspectief reflecteren op de problemen die mensen ervaren bij het vragen om hulp. ‘Dat was een zeer interessante aanvulling op de individuele interviews.’

Moeilijk bereikbare groep

Het was niet makkelijk om individuen met vraagverlegenheid te vinden, vertelt Reijnders. Ze vormen immers een moeilijk bereikbare groep. ‘Toch is het gelukt, dankzij een goede samenwerking met verschillende organisaties in Den Haag. Zo kon ik mensen spreken via de Voedselbank, een mantelzorgorganisatie en een ziekenhuis.  Reijnders pleit ook voor meer oog bij onderzoekers voor de moeilijk te traceren groep. ‘Vraagverlegenheid creëert een ongelijkheid in de samenleving die heel moeilijk zichtbaar te maken is. Mijn proefschrift biedt handvatten om deze verborgen groep mensen mee te nemen in verder wetenschappelijk onderzoek.’

Beter inleven

Zijn advies aan de beleidsmakers  is om zich beter in te leven in ‘vraagverlegen mensen’ en dat mee te nemen in de ontwikkeling en uitvoering van sociaal beleid. ‘Doe moeite om hen te vinden, ga met hen in gesprek, inventariseer hun behoeften en leer daarvan.’ En tegelijkertijd moet ook de hulp toegankelijker worden aangeboden:  ‘Slecht de bureaucratische barrières, laat organisaties beter samenwerken en wees realistisch ten aanzien van het hulpgedrag van mensen.’

Samen met collega's Trui Steen en Jelmer Schalk deed Mark Reijnders eerder onderzoek  naar mensen die om de een of andere reden geen hulp vragen. ‘Ik raakte gefascineerd door het thema en besloot om mijn promotieonderzoek bij het Instituut Bestuurskunde er ook aan te wijden. Wat me daarin sterkte was dat er nog maar weinig wetenschappelijke kennis was over het onderwerp. Dus zag ik zowel wetenschappelijk als maatschappelijk een grote meerwaarde.’

Reijnders is nu actief als zelfstandig onderzoeker en adviseur op het gebied van vraagverlegenheid.

Tekst: Corine Hendriks
Mail de redactie

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.