Universiteit Leiden

nl en

We moeten het kinderbrein in ontwikkeling niet onderschatten

Het brein van kinderen reageert vergelijkbaar op sociale feedback als het brein van volwassenen. Maar het omgaan met frustratie of agressie na sociale afwijzing gaat wel anders, ontdekte ontwikkelingspsycholoog Michelle Achterberg. Met fMRI-technieken is nu voor het eerst de ontwikkeling van het kinderbrein in een grote steekproef onderzocht. Promotie op 12 maart.

Via sociale media krijg je vaak sociale feedback over jezelf, zowel positief als negatief. Dat is soms om verdrietig of boos van te worden. Hoe komt het dat sommige kinderen daar heel gevoelig voor zijn en anderen niet? Volgens Michelle Achterberg staat de architectuur van het brein al vast in de kindertijd. ‘Ontwikkelingen in het kinderbrein kunnen voorspellend zijn voor gedrag in de adolescentie. Daarom moeten we veel meer energie steken in het in kaart brengen van de hersenactiviteit, de hersenverbindingen en breinontwikkeling in de kindertijd, vindt Achterberg.

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

Nieuw experiment

Achterberg heeft een nieuw experiment ontwikkeld, de Social Network Agression Task, om te onderzoeken hoe kinderen omgaan met sociale emotie. Aan kinderen in de scanner stelde ze een aantal vragen, zoals ‘Wat is je grootste wens?’ en ‘Wat is je lievelingsvak?’ Daarop kregen ze feedback van onbekende leeftijdsgenoten. Vervolgens mochten de deelnemertjes in de MRI-scanner bedenken hoe hard ze een geluid zouden willen blazen in het oor van de feedbackgever.

Hersengebied voor feedback

Bij positieve en negatieve feedback wordt het kinderbrein actief in dezelfde gebieden als bij volwassenen. Achterberg liet zien dat de activiteit bij negatieve feedback niet zozeer te maken heeft met mentale pijnprikkels, maar dat het brein eerder het signaal geeft: hé, let op, er is iets aan de hand. ‘Logisch dat het betrokken hersengebied, de insula, al actief is in de kindertijd. Want zo weten kinderen dat er iets belangrijks is waar ze aandacht aan moeten besteden. Wij zijn de eersten die dat aantonen bij kinderen van 7 tot 9 jaar oud’, zegt Achterberg.

Hersengebied voor zelfcontrole

Maar het kinderbrein werkt anders bij het omgaan van agressieve gevoelens nadat je bent afgewezen. Per kind verschilt de ontwikkeling van het hersengebied voor zelfcontrole, de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC). Kinderen met een sterkere ontwikkeling in dit gebied gedurende twee jaar lieten een grotere afname zien in agressief gedrag. ‘Dus al in de kindertijd - nog voor de adolescentie begint - reguleren kinderen negatief gedrag na afwijzing. Maar de activiteit in de DLPFC is niet zo sterk als we bij volwassenen vonden’, benadrukt Achterberg.

Cover proefschrift Michelle Achterberg

Verbindingen in het kinderbrein

Naast de specifieke hersengebieden heeft Achterberg de functionele verbindingen tussen die hersengebieden onderzocht. ‘Het brein is een netwerk van verbindingen. Daar weten we nog niet zoveel van bij kinderen, want onderzoek doen met de MRI-scanner is moeilijk voor kinderen. Kinderen bewegen anders en meer dan volwassenen in de scanner. Ons longitudinale tweelingonderzoek Samen Uniek is het eerste MRI-onderzoek met een hele grote groep van 500 kinderen van zeven tot negen jaar jaar. Deze groep is groot genoeg om op te delen en het onderzoek nog eens te herhalen (replicatie) voor een goed beeld van de verbindingen in het kinderbrein. ’

200 keer Frozen kijken voor de wetenschap

Maar hoe goed kunnen we kinderen nou eigenlijk scannen? Is stil kunnen liggen erfelijk? Dat heeft mogelijk gevolgen voor de conclusies op basis van de kwalitatieve scans. ‘Hoe erfelijk die verbindingen zijn, kan je goed bekijken in ons tweelingonderzoek. De heftige bewegingen blijken erfelijk, maar als je daar goed voor controleert of kinderen niet teveel buiten de curve bewegen, dan worden de resultaten niet beïnvloed. Wat je overhoudt is niet erfelijk. Daaruit concludeer je dan dat de beweging die overblijft wordt beïnvloed door de omgeving. Daarom laten we bijvoorbeeld een stempelkaart bijhouden, een knuffel meenemen in de scanner en een leuke film kijken tijdens de scan. Ik heb zo’n 200 keer Frozen gezien’, lacht Achterberg.

Banner: Uitsnede cover proefschrift Michelle Achterberg

Waarom floreren sommige kinderen en andere niet?

Michelle Achterberg promoveert binnen het grote raamwerk van een NWO Zwaartekrachtsubsidie 2012. Daarin is haar begeleider Eveline Crone een van de vier work package leaders in het onderzoek naar sociale competentie en gedragsregulatie. Lees meer over het Consortium on Individual development

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.