Universiteit Leiden

nl en
sling@flickr / Flickr / CC / by 2.0

Eerder in tijd, sterker in recht: de prioriteitsregel en de wet

Al in de Romeinse tijd werden conflicten tussen schuldeisers in het goederenrecht beslecht met de regel 'prior tempore potior iure': het oudere recht gaat voor het jongere recht. Deze prioriteitsregel geldt nu nog steeds in het burgerlijk recht, maar nergens in de wet staat deze expliciet vermeld. Laurens de Hoog onderzocht hoe de regel werkt en wanneer deze moet worden toegepast en promoveert op 15 november.

Om een goed beeld te krijgen van de prioriteitsregel onderzocht De Hoog de geschiedenis van de regel, maar ook hoe deze tegenwoordig werkt in landen om ons heen. 'Ik heb de herkomst van de regel bestudeerd en zijn ontwikkeling tot het huidige recht. Daarnaast heb ik geanalyseerd hoe deze Romeinsrechtelijke regel in het Duitse en Franse recht wordt benaderd. Vanuit deze basis wordt een motivering aangevoerd voor de gelding van de prioriteitsregel en daarna zijn toepassing in het moderne vermogensrecht onderzocht.'

Hoe werkt de prioriteitsregel?

Een bedrijf dat handelt in koffieautomaten gaat in 2005 een lening aan bij de bank. In ruil daarvoor verstigt de bank een pandrecht op de handelsvoorraad van de koffieautomatendealer: wanneer deze zijn schulden aan de bank niet betaalt of kan betalen, mag de bank de automaten verkopen om de schuld te innen. In 2011 gaat de handelaar nog een lening aan bij een andere kredietverstrekker, die ook een pandrecht neemt op de koffieautomaten. Gaat de handelaar nu failliet, dan gaat de opbrengst van de automaten in beginsel naar de bank die de lening in 2005 verstrekte, omdat deze het pandrecht eerder had gevestigd. 

In zijn onderzoek komt De Hoog tot de conclusie dat in het Nederlandse vermogensrecht een onderscheid gemaakt moet worden tussen twee toepassingen van de prioriteitsregel: de typische en de atypische toepassing. 'De typische toepassing vloeit voort uit het systeem van de wet', zegt De Hoog. 'De absolute werking van een goederenrechtelijk recht brengt met zich mee dat een jonger recht het oudere moet respecteren. Voor registergoederen vervullen de openbare registers een belangrijke rol voor de vaststelling van de volgorde van totstandkoming, maar de inrichting ervan is niet optimaal. Voor de legitimatie van de prioriteitsregel is kenbaarheid van eventuele oudere rechten van belang. Die kenbaarheid is niet altijd gewaarborgd.'

Laurens de Hoog

De atypische toepassing van de prioriteitsregel betreft gevallen waarin de wetgever uitdrukkelijk heeft gekozen voor de regel. 'Soms moet nu eenmaal een keuze worden gemaakt voor een bepaalde rangorderegel. Dat de keuze dan valt op de prioriteitsregel, bijvoorbeeld vanwege zijn eenvoud, is niet bezwaarlijk, maar zijn toepassing moet dan wel worden beperkt tot het beoogde geval.' Dat laatste gaat volgens De Hoog geregeld mis als de prioriteitsregel buiten zijn oorspronkelijke context wordt toegepast, zoals in het verbintenissenrecht.

Relevantie

Volgens De Hoog raakt de prioriteitsregel aan veel prakrijksituaties en is het daarom nuttig om de werking ervan te onderzoeken. 'Aangezien veel goederenrechtelijke rechten tot stand komen door het opmaken van een notariële akte en de inschrijving daarvan in de openbare registers, is daarmee de relevantie van dit onderzoek voor de notariële praktijk gegeven.'

Prof. mr. W.G. Huijgen over het onderzoek van Laurens de Hoog:

'Het proefschrift van Laurens de Hoog laat een intrigerend beeld zien van hoe een bijna 2000 jaar oude regel doorwerkt in grote delen van het Europese vermogensrecht.'

Tekst: Floris van den Driesche
Mail de redactie

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.