Provincie Zuid-Holland financiert Leids promotieonderzoek naar ‘netwerkend financieren’
In de publieke financiering van maatschappelijke projecten is er een vernieuwingstrend gaande. Overheden willen meer dan voorheen in samenwerking met andere overheden, het bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen en particulieren, maatschappelijke vraagstukken oppakken. De overheid wil ‘minder leidend’ zijn dan in het verleden vaak het geval was: top down aansturing en eenzijdige besluitvorming zijn achterhaalde concepten volgens veel deelnemers aan deze discussie.
Promovenda Catheel Pino LLM verbonden aan Universiteit Leiden is vandaag officieel met haar onderzoek gestart. De werktitel van het promotieonderzoek is: ‘Nieuwe vormen van publieke financiering van maatschappelijke projecten’. Prof. dr. Willemien den Ouden, hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de afdeling Staats- en bestuursrecht van de Universiteit Leiden, zal dit promotietraject begeleiden.
Stimuleren van initiatieven uit de samenleving
De Provincie Zuid-Holland is zeer actief op het vlak van nieuwe vormen van publieke financiering en heeft de afgelopen jaren de mogelijkheden voor netwerkend financieren onderzocht. De provincie is op zoek naar manieren om ruimte te bieden aan initiatieven vanuit de samenleving. Dit kan door deze te faciliteren, te financieren en particulieren verantwoordelijkheid te geven in de beleidsvorming en uitvoering daarvan. Het doel van de provincie Zuid-Holland is dat in dit promotieonderzoek onder andere een methodiek ontwikkeld wordt die bijdraagt aan een optimale, transparante, efficiënte en rechtmatige inzet van (financiële) instrumenten die passen bij het werken vanuit een netwerk. Gedurende het onderzoekstraject zullen de resultaten van het onderzoek gedeeld worden met andere overheden.
Netwerkend onderzoeken
In dit traject wordt samengewerkt met onder andere de Rijksoverheid, provincie Noord-Brabant en diverse kennisinstellingen. Dit helpt niet alleen om tunnelvisie te voorkomen, maar geeft ook meer zicht op welke instrumenten er in de praktijk al worden gebruikt en op welke schaal. Door de intensieve samenwerking kunnen in de toekomst verschillende bestuursorganen de ontwikkelde “methodiek” toepassen. Dit zorgt voor draagvlak en geeft dit onderzoek een nationale uitstraling. “Door de handen nu ineen te slaan zijn we in staat om met een breed gedragen onderzoek straks echt een verschil te maken”, aldus gedeputeerde Van der Sande, tijdens de kick-off.