Universiteit Leiden

nl en

Nieuwe Leidse hoogleraar Zeegeschiedenis wijst op ‘vergeten helden’

Er moet in de maritieme geschiedschrijving meer oog komen voor de wisselwerking tussen ideeën en ervaringen van zeelieden, zegt hoogleraar Zeegeschiedenis Michiel van Groesen in zijn oratie (30 september). Dat geeft een breder historisch inzicht in het handelen van mensen, op het water en aan de wal.

Dierick Ruiters

Iedereen kent Michiel de Ruijter en Piet Hein, grootheden uit de vaderlandse maritieme geschiedenis. Maar wie heeft er wel eens gehoord van Dierick Ruiters, een Zeeuwse zeeman die leefde in de begindagen van de Nederlandse overzeese expansie (16e en 17e eeuw)? Bijna niemand. Maritiem historici schonken weinig aandacht aan hem, onder meer omdat Ruiters geen aandeel had in historische daden, zoals het winnen van grote zeeslagen.

Kaarten van groot belang voor Nederlandse expansie

Die geringe aandacht is onterecht, zegt hoogleraar Michiel van Groesen, die het werkzame leven van Ruiters onderzocht. ‘Hij was een pionier die naar Afrika en Zuid-Amerika voer. Hij beschreef al zijn ervaringen in boeken, en tekende kaarten van plaatsen waar hij was geweest. Drie van zijn kaarten, onder andere van de Braziliaanse stad Salvador, werden door de West Indische Compagnie gebruikt om met succes enkele Spaanse bolwerken in Brazilië te veroveren. De kennis van Dierick Ruiters is dus groot belang geweest voor het begin van de Nederlandse expansie in de West.' Ook voor Ruiters' verslagen van mensenhandel en beschrijvingen van kusten die hij aandeed, was onder historici weinig interesse. ‘Ruiters is niet de enige’, zegt Van Groesen. ‘Ik ken nog zeker tien voorbeelden van vergeten zeehelden uit de 17e eeuw.’

Dierick Ruiters, gezicht op de Allerheiligenbaai, Brazilië, 1623. De West-Indische Compagnie gebruikte deze kaart bij hun succesvolle aanval op de Spaanse kolonie die in deze baai lag. © Nationaal Archief, Den Haag.

Onbenutte invalshoeken

Michiel van Groesen

Dierick Ruiters en zijn onbekende rol in het maritieme verleden geven volgens Van Groesen aan waarom er binnen de zeegeschiedenis meer aandacht moet zijn voor een zogeheten cultuurhistorisch perspectief. In dit geval: kennis en ideeën van ‘gewone  zeelieden’, vastgelegd in kaarten, gidsen en reisverslagen. ‘Ze geven verklaringen voor het handelen van mensen, en het verloop van de maritieme geschiedenis. Zeekaarten, bijvoorbeeld, die door schippers werden getekend, informeerden kooplieden over welke goederen in welk gebied te halen waren. Handel in informatie is net zo relevant als handel in goederen.’ En Van Groesen ziet meer onbenutte invalshoeken in de maritieme geschiedschrijving. ‘Ik vind het frappant dat de literatuur vooral gaat over de invloed van de zee op  de mens. Hoe zit het met de invloed van de mens op de zee, bijvoorbeeld door vervuiling of overbevissing?’

Over de landsgrenzen

Zeegeschiedenis is hot onder een breed publiek constateert Van Groesen, als hij bijvoorbeeld kijkt naar de opkomst bij lezingen in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. ‘Die zitten altijd bomvol.’ Maar ook binnen die aandacht ziet hij ruimte voor verbreding. ‘Maritieme geschiedenis is ooit begonnen vanuit een zoektocht naar een Nederlandse identiteit, maar het vakgebied is al lang niet meer gebonden aan onze landsgrenzen. Als ik ooit nog een boek wijd aan vergeten zeehelden, dan zullen ze niet alleen uit Nederland komen, maar juist van over de hele wereld.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.