Universiteit Leiden

nl en
Dossier

Competenties

Het leiderschapsmodel bestaat uit vier competenties die passen bij onze kernwaarden. In elke leiderschapscompetentie zie je twee tegengestelde kwaliteiten. Het gaat er niet om dat je hierin één kant kiest, maar dat je de juiste balans vindt tussen deze verschillende kwaliteiten. Effectief leiderschap begint met bewustzijn van je eigen voorkeur.

Vier leiderschapscompetenties

Hoofd versus Hart

Zelfbewust contact maken op een open en respectvolle manier, zien en waarderen van verschillen en handelen in het belang van de ander en de organisatie. Bij connectie maken gaat het om een balans tussen denken en voelen. Aan de ene kant gebruik je je verstand om zaken te begrijpen, aan de andere kant toon je empathie en begrip. Beide zijn belangrijk.

Ik versus Wij

Meewerken en bijdragen aan een gezamenlijk doel, en benutten van verschillende ervaringen en perspectieven om samen verder te komen. Soms richt je je op wat jij of je team nodig heeft. Soms vraagt de situatie juist om te focussen op de bredere omgeving. Het gaat om de balans tussen jouw eigen rol en het belang van het geheel.

Analyse versus Actie

Zorgen voor duidelijke verwachtingen en doelen voor jezelf en anderen, om besluitvaardig en met vertrouwen, balans en aandacht toe te werken naar resultaten. Hier gaat het om denken én doen. Je moet de situatie goed analyseren, maar ook niet te lang wachten met actie ondernemen en hierop sturen.

Nu versus Toekomst

Leren en over grenzen kijken, meebewegen met verandering, en bijdragen aan verbetering en innovatie met een visie voor de toekomst. Het is belangrijk om de huidige situatie goed te begrijpen, maar ook vooruit te kijken. Zo zorg je voor succes op zowel korte als lange termijn.

De vier leiderschapscompetenties zijn afgebeeld in een circel. Elke competentie heeft zijn eigen kleur. Connectie maken is groen. Samenwerken is oranje. Verantwoordelijkheid nemen is blauw. Grenzen verleggen is paars.
De vier leiderschapscompetenties: connectie maken, samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en grenzen verleggen

Competentiekaarten en matrix

Om de vier leiderschapscompetenties concreet te maken, zijn er 54 competentiekaarten ontwikkeld. Deze kaarten helpen bij persoonlijke en teamontwikkeling: je kunt ze bijvoorbeeld inzetten bij GROW-gesprekken, probleemanalyses of als je je team complimenten wilt geven. Op de kaarten vind je een beschrijving van relevant gedrag met duidelijke voorbeelden. Met ook mogelijke uitdagingen of belemmeringen waar je mee te maken kunt krijgen. 

Alle kaarten zijn samengebracht in een matrix. Deze matrix werkt als een handig dashboard. Het geeft snel inzicht in:

  • Sterke punten 
  • Aandachtspunten 
  • Groeimogelijkheden

Hoe kom ik aan de kaartenset Leiderschap?

De kaartensets zijn in het Engels of Nederlands verkrijgbaar bij je HR-afdeling, of stuur een mail naar leiderschap@bb.leidenuniv.nl. Wil je weten hoe je de kaarten kunt gebruiken? Download de Zelfstart Leiderschap of bekijk de animatie hieronder.

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

Gebruik de Let's Connect toolkit en doe inspiratie op over het inzetten van je leiderschapscompetenties:

  • Hoe maak ik verbinding? 
  • Hoe oefen ik invloed uit? 
  • Hoe spreek ik me uit? 
  • Hoe vergader ik effectief?  

Leiderschap is nauw verbonden met welzijn en sociale veiligheid, omdat je zelf iets kan bijdragen aan je eigen welzijn en een prettig werkklimaat.

Wie leid jij?

Er zijn vier leiderschapsrollen. Het start bij leiden van jezelf en breidt uit afhankelijk van wie je leidt.

  1. Jezelf

    Je neemt regie over je eigen ontwikkeling en prestaties.
  2. Anderen

    Je werkt samen met anderen en/of geeft formeel of informeel leiding aan anderen.
  3. Een team

    Je bent onderdeel van een team of groep en/of geeft leiding aan een team of groep.
  4. De organisatie

    Je draagt bij aan de organisatie, een faculteit of eenheid en/of je geeft er leiding aan.
De vier leiderschapsrollen zijn afgebeeld in een circel met daarin vier ringen. De ringen zijn geordend van klein naar groot. In de kern van de circel de ring voor: jezelf. Daarna volgen de ringen voor: anderen, een team en de organisatie.
De vier leiderschapsrollen: leidinggeven aan jezelf, aan anderen, aan een team aan de organisatie
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.