Universiteit Leiden

nl en

Een puzzel van scherven

Voorwerpen uit het verleden bieden een schat aan informatie over het leven in vroegere tijden. Loe Jacobs is expert in het maken van aardewerken voorwerpen, met precies dezelfde methoden en middelen die indertijd werden gebruikt.

Als mensen meer dan tienduizend jaar geleden niet begonnen waren met pottenbakken, had ons moderne leven er heel anders uitgezien – als de mens überhaupt zonder aardewerk had kunnen overleven. Aardewerk maakte het onder meer mogelijk om voedsel en drank te bewaren, en om te koken.

Stukjes aardewerk

Archeologische vondsten bestaan vaak uit scherven. ‘Aardewerken voorwerpen uit archeologische context zijn meestal broos en kwetsbaar. Complete potten braken – en breken – gemakkelijk. Eenmaal gebroken, weet Jacobs, blijven de scherven goed bewaard in de grond omdat ze door hun chemische samenstelling weinig last hebben van verdere aantasting door vocht, zuren en schimmels. Uit die scherven kunnen we veel achterhalen.’

Jacobs onderzoekt aan de hand van scherven hoe mensen door de eeuwen heen – van het Neolithicum tot en met de Middeleeuwen – gebruiksvoorwerpen vervaardigden en gebruikten. Hij is wereldwijd een veelgevraagd expert die gespecialiseerd is in het reproduceren van keramische voorwerpen. Door deze experimentele benadering helpt hij vragen rondom productie en gebruik van zulke voorwerpen, te beantwoorden. ‘Het begint vaak met scherven aan elkaar passen om de totale voorwerpen als geheel te kunnen bekijken. Zodra ik eenmaal een goed beeld van het repertoire heb, vergelijk ik de aardewerken voorwerpen met elkaar om zo de veranderingen te bestuderen die ze mettertijd hebben ondergaan.’

Geschiedenis van productiemethoden achterhalen

Veranderingen gedurende de productiefase zijn meestal het gevolg van aanpassingen in de methode. Jacobs is op zoek naar hoe en waarom die productie-technologie dan gewijzigd is. ‘Veranderingen in bijvoorbeeld de vorm van een potje staan doorgaans niet op zichzelf. Ze zijn vaak het gevolg van verandering in grondstoffen, het bakproces, of van het afnemen van de benodigde vaardigheid,’ legt Jacobs uit. Een andere verklaring kan zijn dat er concurrentie uit een andere hoek kwam. ‘Waar het om gaat is het achterhalen van de samenhang van verschillende factoren en zo een beeld te vormen van de drijfveren van het menselijk handelen in het verleden. Ik doe dat door heel basaal te kijken naar hoe de potjes werden gemaakt.’

Om meer inzicht te krijgen in de verschillende productiesporen experimenteert Jacobs met vele vormen van oppervlakte afwerking.

Sporenanalyse

Handelingen zoals neerzetten, roeren en reinigen laten krassen en vormen van slijtage achter op aardewerk. Deze gebruikssporen geven informatie over hoe men de voorwerpen gebruikte, maar het is ook mogelijk om inzicht te krijgen in wat men vroeger bereidde en at door aangekoekt voedsel te analyseren of de aantasting van de keramische wand als gevolg van bepaalde fermentatie processen te bestuderen. Om niet tot verkeerde conclusies te komen, houden de wetenschappers rekening met sporen die het gevolg zijn van latere aantasting. Hoewel het materiaal tijdens verblijf in de bodem goed bestand is tegen verwering, kan het onder minder gunstige omstandigheden immers toch worden aangetast. Bijvoorbeeld door vertrapping, plantwortels, zouten of vorst.

Met zijn expertise draagt Jacobs bij aan internationale onderzoeken zoals het BEFIM-project dat drinkgewoontes bestudeert. Bij opgravingen in Frankrijk en Duitsland werden grote hoeveelheden drinkbekers en ander aardewerk uit de IJzertijd gevonden wat erop duidt dat er in Noordwest-Europa eet- en drinkfestijnen gehouden werden. Had de elite daar Griekse en Etruskische feestgewoontes overgenomen? Of gaven ze er een geheel eigen betekenis aan? Jacobs: ‘Interculturele beïnvloeding is niet alleen iets wat tegenwoordig veelvuldig voorkomt, maar het gebeurde ook in het verleden. We proberen details hiervan vast te stellen door onder andere sporen op het gevonden aardewerk te analyseren en te interpreteren.’

Hielden de Noordwest-Europeanen uit de IJzertijd feesten zoals de oude Grieken dit deden, of gebruikten ze drinkbekers voor geheel eigen rituelen?

Koken in keramiek

Door zijn werk helpt Jacobs niet alleen grote archeologische projecten verder, hij doet soms ook 'in kleiner verband' opmerkelijke inzichten op. 'Ik heb de afgelopen dertig jaar veel geleerd over oude technieken, zoals de hamer- en aambeeld methode waarbij kleideeltjes tussen twee harde oppervlakken worden geplet. Deze werkwijze is uiterst geschikt voor de productie van kookpotten: de producten worden er ongelofelijk sterk van en kunnen de thermische schokken, die inherent zijn aan koken op open vuur, daardoor veel beter doorstaan.’ De methode wordt tegenwoordig weer vaker toegepast nu overheden van sommige landen koken in keramiek stimuleren. Keramiek is namelijk heel goed voor het bereiden van stoofpotten omdat de warmteverdeling in vergelijking met metalen pannen veel beter is. Het voedsel wordt dan meer gelijkmatig verhit en kan niet aanbranden. Jacobs: ‘En niet geheel onbelangrijk: de mensen zeggen dat het veel lekkerder is.’

In een van de onderzoeksprojecten test Jacobs de bestendigheid van diverse keramische samenstellingen door de materialen bloot te stellen aan hitteschokken.

Laboratory for Ceramics Studies
BEFIM – Bedeutungen und Funktionen mediterraner Importe im früheisenzeitlichen Mitteleuropa

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.