Universiteit Leiden

nl en

Onderzoeksproject

Digitale leeskilometers in groep 3

Wat is het effect van digitale leeskilometers op de leesvaardigheid van beginnende lezers in groep 3?

Looptijd
2015 - 2016
Contact
Marga Sikkema-de Jong
Financiering
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)
Partners

Driestar educatief
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Leesvaardiger door digitale leeskilometers in groep 3

Wat is het effect van digitale leeskilometers op de leesvaardigheid van beginnende lezers in groep 3?

Leerkrachten hebben te maken met grote verschillen in ontluikende en aanvankelijke leesvaardigheid bij kinderen in groep 3. Er moet daarom gezocht worden naar methoden en middelen die helpen onderwijs op maat (differentiatie) te geven zodat alle kinderen profiteren.

Differentiatie gaat vaak gepaard met verzwaring van de werkdruk, waardoor voor het optimaal vormgeven van differentiatie de menskracht simpelweg ontbreekt. Doel van de studie was om leerkrachten in groep 3 te helpen drie doelen te realiseren:

  1. Differentiatie in leesonderwijs bewerkstelligen door benutten van ICT
  2. zodat leeskilometers ook door zwakke lezers eenvoudig gerealiseerd kunnen worden
  3. en de werkdruk van leerkrachten niet toeneemt.

Digitale boeken zijn een veelbelovend middel om die doelen te bereiken en geven ook zwakke lezers de mogelijkheid succeservaring op te doen met verhaaltjes lezen.


Onderzoeksmethode

Er zijn twee onderzoeksgroepen en een controlegroep met elkaar vergeleken op leereffecten:

  • Volgde het reguliere taal-/ leesprogramma en las een schooljaar lang digitale boeken waarbij de tekst oplicht.
  • Volgde het reguliere taal-/ leesprogramma en las een schooljaar lang dezelfde digitale boeken waarbij tekst niet oplicht.
  • Volgde uitsluitend het reguliere taal-/ leesprogramma.

Vier keer in de week werden digitale boeken gelezen op momenten die pasten binnen het curriculum in de klas. Op een leeskaart met daarop de titels van de boeken hield het kind of de leerkracht bij welk boek gelezen moest worden. Als het boek uit was, werd er een sticker achter de titel van het boek geplakt. Zo werd voor de leerkracht direct inzichtelijk wat het kind gelezen had. Voor het kind was het motiverend om zoveel mogelijk stickers te verzamelen die het aantal leeskilometers visualiseren.

De zwakste lezers of kinderen die volgens de leerkracht baat zouden hebben bij het maken van extra leeskilometers werden door de leerkracht geselecteerd voor deelname aan het onderzoek. Zowel aan het begin van het schooljaar als aan het eind van het schooljaar werd de technische leesvaardigheid en kennis van woordbegrip van kinderen gemeten. Alle kinderen profiteerden van het oefenen met digitale boekjes, maar de meeste effecten werden gemeten bij zwakke lezers. Oefenen met boekjes waarin de tekst oplichtte was effectiever dan oefenen met boekjes zonder oplichtende tekst.

Aanbevelingen

Het gemiddeld percentage gerealiseerde leessessies was met 92% hoog. Dit getal toont aan dat de dagelijkse leestrainingen simpel uit te voeren waren. Slechts bij vier groepen 3 was het niet gelukt om alle vierentwintig geselecteerde e-boeken te lezen en wel als gevolg van ziekte, vakantie of niet werkende computers.

Om digitale leeskilometers op grote schaal te kunnen invoeren is het noodzakelijk dat er een uitgebreide digitale bibliotheek voor handen is. Dat kan door zelf de schoolbibliotheek te digitaliseren, maar het zou nog beter zijn als uitgevers de boekjes in grote aantallen gaan aanbieden op een gemeenschappelijk platform en gaan vormgeven op basis van resultaten uit wetenschappelijk onderzoek.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.