Universiteit Leiden

nl en

Onderzoeksproject

Good practices in the Caribbean: rechtshandhaving en rechtstaat

De centrale vraag is wat Nederland kan leren van de wijze waarop deze landen de rechtshandhaving en de rechtstaat in hun overzeese gebieden hebben ingericht.

Contact
Marieke Liem

Op 10 oktober 2010 is het land Nederlandse Antillen opgeheven. Curaçao en Sint Maarten zijn, net als Aruba in 1986, zelfstandige landen geworden binnen het Koninkrijk. Bonaire, Sint Eustatius en Saba kregen de status van openbare lichamen en zijn nu onderdeel van Europees Nederland. De openbare lichamen worden aangeduid als Caribisch Nederland of de BES-eilanden. De staatkundige veranderingen zijn ingrijpend voor alle betrokken landen, maar de gevolgen voor de BES-eilanden zijn misschien nog wel het meest ingrijpend. Dit proces is nog volop gaande. Het betekende de ‘export’ van Nederlandse wetgeving en complexe Nederlandse structuren naar kleine, dunbevolkte Caribische eilandjes. Dat heeft gevolgen op allerlei terreinen van het maatschappelijk leven en er zijn nog steeds veel vraagstukken om op te lossen, ook op justitieel terrein. In het kader daarvan voert de Universiteit Leiden (dr Marieke Liem) samen met mr Simone van der Zee en de Universiteit van Curaçao in opdracht van het WODC onderzoek uit naar good practices op het gebied van de strafrechtsketen en het waarborgen van de rechtstaat op Caribische eilanden met een vergelijkbare band met hun moederland als de BES-eilanden. Het gaat om vier eilanden die onderdeel uitmaken van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk. De centrale vraag is wat Nederland kan leren van de wijze waarop deze landen de rechtshandhaving en de rechtstaat in hun overzeese gebieden hebben ingericht. Thema’s die worden belicht zijn: grensbewaking, jeugdstrafrecht, toegang tot het recht, crisismanagement, detentievoorzieningen en uitwisseling van informatie. Begin februari 2019 wordt het onderzoek afgerond.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.