Publicatie
Toekomst Sint Eustatius ligt in Caribische regio
Door niet samen te werken met buureilanden blijft Sint Eustatius gevangen in de relatie met Nederland.
- Auteur
- Wouter Veenendaal
- Datum
- 06 juli 2017
Vandaag vergadert de Tweede Kamer met minister Plasterk van Koninkrijksrelaties over de compleet uit de hand gelopen ruzie met Sint Eustatius. Dit kleine Caribische eiland met maar 3.500 inwoners is sinds 2010 een bijzondere gemeente van Nederland, maar lokale bestuurders verzetten zich met man en macht tegen de aanstaande vastlegging van deze status in de Grondwet.
Zelfbeschikkingsrecht
De bevolking van Sint Eustatius stemde in 2005 als enige voor het bijeenblijven van de Nederlandse Antillen, terwijl de andere vier eilanden een directe relatie met Nederland wilden hebben. Uiteindelijk werd Sint Eustatius zonder inspraak van de bevolking net als Bonaire en Saba onderdeel van Nederland; een situatie die volgens juristen in strijd is met het zelfbeschikkingsrecht.
Uit een groot opinieonderzoek dat ik in 2015 op Sint Eustatius heb gehouden, bleek dat maar 20 procent van de bevolking tevreden is over de gemeentestatus, en dat tweederde van de Statianen vindt dat hun eiland met (zeer) weinig respect door Nederland behandeld wordt.
‘Rekolonisatie’
De frustraties over de relatie met Nederland worden scherp verwoord door lokale politici. Volgens bestuurders van het eiland is er sinds 2010 sprake van Nederlandse rekolonisatie en zijn Statianen de zeggenschap over hun eiland kwijtgeraakt. De leider van de grootste politieke partij zegt dat hij minder witte gezichten op Sint Eustatius wil zien en waarschuwde voor bloed in de straten van het eiland. Drie eilandpolitici brachten in 2015 al een bezoek aan de Verenigde Naties om over Nederland te klagen, en hebben nu ook gedreigd de Nederlandse regering voor het Internationaal Gerechtshof te slepen om meer zelfbestuur voor Sint Eustatius af te dwingen.
Intussen is ook voor Nederland de maat vol. In 2015 werd Sint Eustatius door minister Plasterk onder hoger toezicht gesteld vanwege slecht bestuur en financiële wantoestanden. Sindsdien zijn er meerdere hoogoplopende ruzies geweest over benoemingen, en werd het eiland maandenlang compleet genegeerd door Nederlandse ministers en ambtenaren. Vorige maand stuurde Plasterk een brief aan het eilandbestuur waarin hij schreef dat het eiland niet boven de wet staat en dreigde dat de bestuurders 'ten volle verantwoordelijk' zijn voor de gevolgen van het niet naleven van de regels.
Commissie van wijzen
De minister heeft nu besloten een commissie van wijzen te benoemen die het eilandbestuur gaat doorlichten. Maar wat de bevindingen van die commissie ook zullen zijn, het is duidelijk dat Den Haag met de handen in het haar zit en dat Sint Eustatius voorlopig een hoofdpijndossier zal blijven.
Op maar tien kilometer afstand van Sint Eustatius ligt Sint Kitts, een groter eiland dat sinds 1983 samen met Nevis een onafhankelijk land is. Sint Kitts en Sint Eustatius hebben grotendeels dezelfde taal, cultuur en geschiedenis, maar ondanks de kleine afstand is er nauwelijks sprake van politieke of economische samenwerking. De overtocht van Sint Eustatius naar Sint Kitts kan alleen gemaakt worden in een gammel vissersbootje dat passagiers na een wilde tocht over de Caribische Zee drijfnat op de kade afzet.
Door het gebrek aan samenwerking met buureilanden blijft Sint Eustatius economisch en politiek afhankelijk van Nederland, en dus gevangen in de relatie met de voormalige kolonisator. Sint Kitts werkt daarentegen al jarenlang intensief samen met andere Engelstalige eilanden in de regio, en heeft met deze buureilanden een gemeenschappelijke markt, centrale bank en gerechtshof.
Doodlopende weg
Sinds 2010 is op pijnlijke manier duidelijk geworden hoe onoverbrugbaar de afstand tussen Nederland en Sint Eustatius is. Toch dreigt het eiland binnenkort grondwettelijk onderdeel van Nederland te worden. Politici aan beide kanten van de oceaan moeten zich realiseren dat dit uiteindelijk een doodlopende weg is, en dat Sint Eustatius in plaats daarvan aansluiting moet zoeken bij zijn directe buren. Het is helder dat de toekomst van het eiland in de Caribische regio moet liggen en niet in Nederland.
Dit stuk verscheen op 6 juli in de Volkskrant.