Universiteit Leiden

nl en

‘Ik vind het schrijven van een arrest veel makkelijker dan het schrijven van een proefschrift’

Promoveren als bijbaan? Buitenpromovendi, zoals Joost Van der Helm, doen het ‘gewoon’. Van der Helm vond naast zijn drukke bestaan als raadsheer in het Hof Den Haag tijd om ook nog een proefschrift te schrijven.

Je bent gewend om zelf de regie te nemen. Hoe is het om tijdens de verdediging de regie uit handen te moeten geven?

‘Dat is één van de meest spannende dingen. Wanneer ik een hele lastige zitting heb, dan denk ik: uiteindelijk bepaal ik wat er gebeurt. Maar nu bepaalt een ander waar we het over gaan hebben. Dat vind ik spannend. Ik kan nog zo goed voorbereid zijn, maar ik weet niet wat er gaat gebeuren. Daarom vind ik het ook zo moeilijk om mij erop voor te bereiden.’

In ‘zittingstijd’ is de verdediging een zeer korte zitting. Helpt dat?

‘Drie kwartier, ja. Dat is bijna dezelfde tijd als een kortgeding. Als je bedenkt dat advocaten bij ons [in het hof] een halfuur spreektijd krijgen, dan is het zo voorbij.’

Je hebt het proefschrift later in je carrière geschreven. Heeft dat voordelen gehad?

‘Jazeker, ik denk dat ik het proefschrift nu veel makkelijker heb kunnen schrijven dan twintig jaar geleden. Maar als ik opnieuw de keuze had, dan had  ik het meteen gedaan toen ik uit de collegebanken kwam.’

Waarom?

‘Dan heb je het maar gedaan,’ zegt hij met een knipoog. ‘Ik vond het schrijven van een proefschrift heel leuk, maar ik heb altijd de druk van mijn gewone werk erbij gehouden en dat maakte het wel zwaar. ‘Gewone’ promovendi hebben zes jaar de tijd om onderwijs te geven én een proefschrift te schrijven. Daarmee wil ik niet zeggen dat zij het niet zwaar hebben, want zij zitten veel vroeger in hun carrière en dat maakt het in dat opzicht weer moeilijker. Maar toch: de vrijheid die zij hebben, had ik ook graag gehad.’

Je schreef eerder een monografie over het rechterlijk bevel en verbod. In het voorwoord van jouw proefschrift zeg je dat het schrijven van die monografie je inspireerde om een proefschrift te schrijven…

‘Ik liep al lang met de gedachte om een proefschrift te schrijven. Ik ken mijn promotor, Bart Krans, al lang. Wij zijn samen advocaat geweest. In de loop der jaren was het een running gag tussen ons geworden: om de zoveel tijd vroeg Bart Krans: ‘Joost, hoe zit het met je proefschrift?’

Dus toen ik aan de monografie begon, zei Bart: ‘maak er nou een proefschrift van, want dat moet je tenslotte toch nog een keer doen,’ waarop ik antwoordde: ‘ja, maar ik heb nog nooit een boek geschreven, dus laten we eerst eens kijken of ik dat überhaupt kan’.

Ik beleefde veel plezier aan het schrijven en dus heb ik uiteindelijk ook een proefschrift geschreven.’

Hoe verschilt het schrijven van een proefschrift van je gewone werk?

‘In mijn gewone werk ga ik van zaak naar zaak, terwijl het schrijven van een proefschrift een langlopend project is, waarbij ik niet gebonden ben aan wat partijen naar voren brengen, maar wat ikzelf wil ontdekken en onderzoeken. Tegelijkertijd maakt dat het ook veel moeilijker. Ik vind het schrijven van een arrest veel makkelijker dan het schrijven van een proefschrift.’

Wat zijn de belangrijkste bevindingen uit jouw proefschrift?

‘Ik heb het Nederlandse recht getoetst aan het ‘Unierecht’, [dat wil zeggen: de regels die door de Europese Unie worden gemaakt] en gekeken welke eisen daaruit volgen.

Eén van de belangrijke bevindingen is dat naar Nederlands recht de rechter eigenlijk maar twee opties heeft. Hij moet een vordering toe- of afwijzen. De rechter mag niet kijken wie het meeste belang heeft bij een bepaalde uitkomst en die partij gelijk geven. Het Unierecht eist dat een sanctie, zoals een bevel of verbod, proportioneel is en dat impliceert een belangenafweging. Die twee uitgangspunten kunnen botsen, want enerzijds mag de rechter geen belangenafweging maken, maar hij mag ook geen disproportionele sanctie opleggen.'

Wat zijn de andere bevindingen?

‘Je kunt schade vergoed krijgen wanneer die is al geleden. In dat geval repareer je iets achteraf. Ik heb onderzocht of je ook recht hebt op een preventieve remedie. Dus heb je het recht  om schade te voorkomen  in plaats van eenmaal geleden schade vergoed te krijgen? En mijn conclusie is ja, die heb je. Dat komt omdat het recht nu eenmaal uit gedragsregels bestaat die beogen het samenleven van mensen te sturen. Als je dat niet preventief kunt afdwingen, kunnen mensen dus gewoon die regels schenden en schadevergoeding betalen. Maar niet alles is te koop en door een preventief verbod of bevel kun je voorkomen dat schade wordt veroorzaakt.

De andere vraag was, voldoet ons nationale systeem ook aan de eisen die uit het Unierecht voortvloeien? Het teleurstellende, of misschien ook wel het geruststellende, is, dat ons nationale systeem eigenlijk wel voldoet. Dat is weinig schokkend, maar wel een belangrijke bevinding.’

Verdediging op 16 mei 2023

De promotoren van Van der Helm zijn Bart Krans, hoogleraar Burgerlijk recht en Burgerlijk procesrecht aan de Universiteit Leiden en Mark Wissink, hoogleraar Privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Joost van der Helm zal zijn proefschrift ‘Het rechterlijk bevel en verbod’ verdedigen op 16 mei 2023 om 16:15 uur in het Academiegebouw. Je kunt de livestream van de promotie hier volgen.

Meer lezen?

Lees de (Engelse) samenvatting van het proefschrift hier.

Kluwer heeft het proefschrift uitgegeven in de serie Burgerlijk Proces & Praktijk. Het proefschrift verschijnt op 17 mei 2023 op papier en digitaal.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.