Universiteit Leiden

nl en

Van een tweedejaarsproject tot een wetenschappelijk artikel: 'Het was zo'n gave kans'

Het gebeurt niet vaak dat een onderzoeksproject voor een tweedejaars bachelor vak wordt omgezet in een heus wetenschappelijk artikel. International Studies-studenten Pia Kurz, Coleen Gonner en Monika Bartnicka kregen dit wel voor elkaar. Wat was er nodig om dit te bereiken?

De kans was onverwacht, aldus Coleen. 'We waren aan het genieten van onze vakantie na de tentamens en toen kregen we een mailtje van onze docent Hannah De Mulder, bij wie we het vak hebben gevolgd. We wisten dat het waarschijnlijk veel werk zou zijn bovenop het afronden van onze bachelor, maar het was zo'n gave kans dat we die niet wilden afslaan.'

Het onderzoeksproject – dat de basis was voor het wetenschappelijk artikel - was deel van een vak dat werd gegeven door universitair docent Hannah De Mulder. In het vak onderzoeken studenten de invloed van taal op cognitie. Hoe beïnvloedt het leren van een tweede taal bijvoorbeeld je perceptie van de wereld? Of iets concreter: maakt het uit voor hoe een politicus beoordeeld wordt als die zegt: 'er zijn fouten gemaakt' in plaats van 'ik heb een fout gemaakt'?

Grammaticaal geslacht

De inspiratie voor hun artikel deden de studenten op tijdens een college over grammaticaal geslacht. Het grammaticaal geslacht in het Nederlands bepaalt bijvoorbeeld of je ‘de’ of ‘het’ bij een zelfstandig naamwoord gebruikt. 'In het Duits is het woord 'zon' vrouwelijk, en het woord 'maan' mannelijk. In kinderboeken worden ze ook vaak met dat geslacht afgebeeld. In andere talen is het echter andersom,' legt Pia uit. 'We vroegen ons af of dat invloed heeft op hoe taalgebruikers over deze woorden denken. Tijdens de colleges bespraken we een soortgelijk onderzoek waarin sprekers bijvoeglijke naamwoorden moesten toekennen aan bepaalde objecten. Neem bijvoorbeeld een brug. Een spreker van het Duits ziet een brug als elegant en een spreker van het Spaans ziet het juist als stevig.’ Vermoedelijk worden deze associaties beïnvloed door het feit dat het woord voor brug in het Spaans mannelijk is en in het Duits vrouwelijk.

Zij hebben hun studie op een vergelijkbare manier opgezet. 'We kozen ervoor om talen te analyseren die we kennen, dus kozen we Duits en Pools,' zegt Coleen. Het experiment bestond uit meerdere delen. 'In het eerste deel moesten de deelnemers eigennamen (bijvoorbeeld Peter of Karin) toekennen aan zwart-wit tekeningen van voorwerpen. We probeerden objecten te kiezen die geen specifieke connotaties hadden met een bepaald geslacht, zoals een bloemenvaas die sneller geassocieerd zou kunnen worden met vrouwelijkheid,' voegt Monika eraan toe. 'Daarna moesten ze zeggen of ze de namen die ze kozen als mannelijk, vrouwelijk of als genderneutraal beschouwden.'

Verrassende bevindingen

Verrassend genoeg waren de bevindingen niet helemaal zoals verwacht. De studenten dachten dat Duitstaligen meer beïnvloed zouden worden door het grammaticale geslacht dan Poolssprekenden omdat je in het Duits steeds lidwoorden moet gebruiken bij zelfstandig naamwoorden en die lidwoorden duidelijk maken welk grammaticaal geslacht het woord heeft. In het Pools, daarentegen, zijn er geen lidwoorden, dus sprekers van het Pools worden niet op die manier steeds gewezen op het geslacht van een woord. Poolse sprekers zouden dus misschien het effect wel laten zien, maar vermoedelijk minder duidelijk dan sprekers van het Duits. De uitkomsten waren echter anders: hoewel Poolse sprekers wel consequent vrouwelijke eigennamen voor voorwerpen met een vrouwelijk grammaticaal geslacht kozen en mannelijke eigennamen voor voorwerpen met een mannelijk grammaticaal geslacht, bleek dit voor sprekers van het Duits niet te gelden.

Het team vond een mogelijke verklaring voor dit fenomeen. 'Toen we er dieper op ingingen, ontdekten we dat in het Pools het grammaticale geslacht van een object wordt gemarkeerd door de uitgang van het zelfstandig naamwoord. Mannelijke zelfstandige naamwoorden eindigen namelijk meestal op een medeklinker en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op -a. Dit was iets waar we in het begin niet aan gedacht hadden,' zegt Pia.

Eén op de honderd

Hoewel er nu een echt wetenschappelijk artikel gepubliceerd is, was dat niet het streven van universitair docent Hannah De Mulder voorafgaand aan het vak. 'Mijn primaire doel is dat studenten onderzoekservaring opdoen. In 99 van de 100 gevallen zitten er allerlei haken en ogen aan de projecten die studenten opzetten, maar dat is niet erg, want het zijn tenslotte pas tweedejaars studenten en het is een leerproces', aldus De Mulder.

En dat maakt het project van de drie studenten zo bijzonder, want dat van hen is één op de honderd. 'Ze hebben nagedacht over alle dingen waar je over na moet denken bij het uitvoeren van een dergelijk onderzoek en daarbij hebben ze data verzameld die interessant zijn voor een breder publiek. Wat vooral bijzonder is, is dat ze heel zelfstandig te werk zijn gegaan. Ik heb ze wel gewezen op dingen waar ze aan moesten denken, maar verder hebben ze het gewoon helemaal zelf gedaan. Echt heel indrukwekkend!’

Het wetenschappelijk artikel van de drie studenten is hier te lezen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.