'Het is tijd om de Afrikastudies te vernieuwen'
In 1960 werden maar liefst zeventien Afrikaanse landen onafhankelijk. Zestig jaar later organiseert het Afrika-Studiecentrum Leiden (ASCL) een uitgebreid programma rondom deze viering. Daarbij zijn uitgerekend de Afrikastudies zélf een belangrijk onderwerp van gesprek, bleek tijdens de kick-off-conferentie op 30 januari.
Het jaar 1960 was misschien wel hèt jaar van de Afrikaanse dekolonisatie. Want al beet Ghana in 1957 het spits af door zich af te scheiden van het Verenigd Koninkrijk, niet eerder verkregen er in één klap zoveel landen hun vrijheid. Van Mali tot Madagaskar en van Congo tot Kameroen, op steeds meer plaatsen wapperden trots de vlaggen van de nieuwe naties.
Maar echte dekolonisatie vergt veel meer dan een eigen vlag. Dat bleek tenminste op de openingsconferentie Africa, 60 years of independence. ‘Dekolonisatie’ is ook zestig jaar na dato nog altijd het codewoord. Maar waar het vroeger ging om de controle over een afgebakend geografische gebied, gaat het nu over de dekolonisatie van ons denken: hoe kan de kennis over het Afrikaanse continent loskomen van de koloniale geschiedenis?
Voorbij de koloniale agenda
Uitgerekend de Afrikastudies zelf hebben lange tijd bijgedragen aan een verkeerd beeld van het continent, zei Lungisile Ntsebeza in zijn openingsspeech. Hij is hoogleraar Afrikastudies aan de Universiteit van Kaapstad, en zal op 7 februari een eredoctoraat ontvangen van de Universiteit Leiden. ‘Te lang is de kennisproductie over Afrika in handen geweest van Europeanen of Amerikanen, die hun eigen koloniale of imperialistische agenda’s hadden. Het is tijd om de Afrikastudies te vernieuwen. Laten we niet over Afrika praten, maar met Afrika.’
In haar vervolglezing kleurde de Utrechtse hoogleraar Birgit Meyer dit beeld verder in. Zij doet onderzoek naar religie in Afrika, en zag ook met eigen ogen hoe gekleurd de Afrikastudies altijd zijn geweest. ‘Vroeger werden Afrikanen gezien als minderwaardig, omdat zij nog niet waren bekeerd tot het christendom. Nu wordt vaak van Afrikanen gezegd dat ze achterblijven omdat ze “nog niet seculier” zijn. Uit alles ademt het idee dat de Westerse manier in alle opzichten nastrevenswaardig zou moeten zijn.’
Tegenwicht bieden
Maar hoe dekoloniseer je de Afrikastudies? Allereerst door meer onderzoek te doen vanuit Afrika, zei Ntsebeza. Zelf bracht hij in 2013 voor het eerst alle Afrikaanse wetenschappers bij elkaar die zich bezighouden met de bestudering van hun eigen continent. Dat leidde tot de oprichting van de Association of African Studies of Africa (ASAA), een organisatie die tegenwicht moet bieden in een vakgebied dat van oudsher gedomineerd wordt door Westerse wetenschappers.
Ondertussen staan ook de Westerse instituten niet stil, vertelt Ton Dietz, voormalig directeur van het ASCL. Zo wordt er in Leiden zoveel mogelijk samengewerkt met Afrikaanse academici. ‘Ook heeft onze bibliotheek de stelregel dat minimaal de helft van onze boeken uit Afrika komt. Op die manier moedigen we onze studenten aan om boeken te lezen door Afrikaanse auteurs, en niet alleen over Afrika.’
Gelijkwaardig partnerschap
Toch waarschuwt Dietz voor te ingrijpende veranderingen. ‘Het kan soms leiden tot omgekeerd racisme, waarbij alles wat wit is wordt gewantrouwd. Ikzelf ben ervan overtuigd dat échte dekolonisatie verder moet gaan dan huidskleur.’ Ntsebeza sluit zich daarbij aan: ‘We moeten afrekenen met bepaalde ideeën, niet met de mensen die deze ideeën verkondigen.’
‘Het is een belangrijke discussie,’ zegt een medewerker van de Marokkaanse ambassade in Nederland, die vandaag te gast is bij de conferentie. ‘De toekomst van Europa is afhankelijk van Afrika, bijvoorbeeld als het aankomt op vrede en stabiliteit. Dat kunnen we alleen garanderen als we samenwerken in een gelijkwaardig partnerschap. Die gelijkwaardigheid is er niet altijd geweest.’
Tekst: Merijn van Nuland
Beeld: Eelkje Colmjon
Mail de redactie