Universiteit Leiden

nl en

“Kennis wordt soms makkelijk genegeerd”

Beleidsmakers laten zich nog te graag leiden door politieke verhoudingen, particuliere belangen en verkeerde ‘Westerse’ percepties, bevestigt antropoloog Erik Bähre. “Ook bij huisvestingsprojecten in Zuid-Afrika willen ‘wij in het Westen’ niet zien dat we onderdeel van het probleem zijn. Hij onderstreept daarmee de stelling van politicoloog Mirjam Grandia in het tweede deel van de 'Wetenschapsestafette 4x400':

Wat vooraf ging

Een van de geslaagde ontwikkelingsprojecten in Kaapstad met nieuw aangelegde wegen, water, elektra en riolering. Foto door Erik Bähre
Een van de geslaagde ontwikkelingsprojecten in Kaapstad met nieuw aangelegde wegen, water, elektra en riolering. Foto door Erik Bähre

Mirjam Grandia promoveerde 2 april op een onderzoek naar de Britse en Nederlandse missies in Zuid-Afghanistan. Ze concludeerde in haar proefschrift 'doordat Westerse beleidsmakers vaak de verkeerde vragen stellen, en daardoor tot een verkeerde analyse komen, trappen zij in de valkuil zich direct te richten op het hoe van militaire interventies, in plaats van zich te richten op het waarom. Daarmee zetten zij zichzelf onvermijdelijk voor het blok.'

Erik Bähre sluit daar op aan met bevindingen uit zijn onderzoek in Kaapstad, die onderstrepen hoe vanuit Westerse vooringenomenheid ook daar gedegen analyse in de wind wordt geslagen.

Een pleidooi voor meer kennis; daar kan natuurlijk geen enkele academicus tegen zijn. Maar beslissingen worden ook gebaseerd op politieke overtuigingen, angsten of particuliere belangen. Daar kan kennis soms niet tegen op, zoals duidelijk werd in mijn onderzoek naar huisvestingsprojecten in Zuid-Afrika.

Kennis over corruptie in Zuid-Afrikaanse projecten

Dr. Erik Bähre
Dr. Erik Bähre

Om de levensomstandigheden van de arme, vooral zwarte, bevolking te verbeteren, zette de Zuid-Afrikaanse regering na de eerste democratische verkiezingen van 1994 een grootschalig huisvestingsproject op. Nederlandse organisaties, zoals woningbouwcoöperaties, bouwondernemingen en gemeenten ondersteunden een aantal van deze projecten. Ze stuurden bouwkundige en technische expertise en probeerden coöperatieve structuren op te zetten of bouwden samen woningen voor arme mensen.

Veel van deze projecten kwamen stil te liggen en gingen gepaard met geweld. Het ontwikkelingsbeleid zorgde er voor dat een buurtcomité de controle kreeg over verdeling van geld en banen en in grote mate kon bepalen wie in de huisjes mocht wonen. Dit buurtcomité kon zich ontwikkelen tot een soort maffia. Mensen moesten geld betalen in ruil voor een plek op de wachtlijst voor banen en huisjes en kritische bewoners werden geïntimideerd, mishandeld, en soms zelfs vermoord.

Ontwikkelingsbeleid droeg bij aan maffia

Aan de hand van een analyse van het beleid en een extended case study kon ik identificeren hoe het ontwikkelingsbeleid onbedoeld bijdroeg aan de vorming van zo’n maffia. Ik heb dat uitgebreid beschreven in mijn artikel ‘How to Ignore Corruption: Reporting the Shortcomings of Development in South Africa'.

Het leek mij essentieel dat de Nederlandse organisaties hiervan op de hoogte waren. Zij moesten weten dat hun projecten onbedoeld konden bijdragen aan corruptie en geweld en het verklaarde ook waarom veel van hun projecten zo moeizaam verliepen. Met die kennis konden de Nederlandse organisaties een betere afweging maken: welke projecten ondersteun je wél en welke niet? Onder welke voorwaarden werk je samen? Hoe zorg je dat je project zo’n maffia niet ondersteunt?

Defensieve beleidsmakers: geen evaluatie of erkenning

De reacties van de Nederlandse organisaties waren, op een enkele uitzondering na, defensief. Over het algemeen weigerde men om de projecten op dit gebied te evalueren en was men niet bereid om te erkennen dat men in beperkte mate mede verantwoordelijk was voor corruptie en geweld. Die defensieve houding werd misschien versterkt omdat in die periode de parlementaire enquête naar de bouwfraude liep waardoor de Nederlandse bouwwereld al in een kwaad daglicht stond.

Kennis wordt soms makkelijk genegeerd, bijvoorbeeld omdat politieke verhoudingen, angsten of particuliere belangen doorslaggevend zijn, of omdat ‘wij’ in ‘het westen’ niet willen zien dat wij een onderdeel van het probleem zijn.

Wetenschapsestafette 4x400: 4 wetenschappers in 400 woorden

De antropoloog, pedagoog, politicoloog of psycholoog bestuderen mens en maatschappij vanuit hun eigen invalshoek. Een van deze 4 gaat van start met een wetenschappelijk onderbouwde mening in ongeveer 400 woorden. Daarna geeft deze het stokje door aan de volgende sociale wetenschapper voor diens visie. Lees alle afleveringen in deze serie 'Wetenschapsestafette 4x400'.

Zie ook

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.