Universiteit Leiden

nl en

Plantensoorten verdwijnen en verschijnen

Het verdwijnen en (weer) verschijnen van plantensoorten is in Nederland een normaal verschijnsel. In de periode 1981-2000 is het aantal verdwijningen echter aanzienlijk lager dan daarvoor en het aantal teruggevonden soorten veel hoger. Mogelijk is de klimaatverandering de oorzaak.

19e en 20e eeuw

Het wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) verdween uit Nederland in 1950 en werd weer teruggevonden in 1974. (Foto C.A.J. Kreutz)
 

In 1995 hebben dr. Ruud van der Meijden, botanicus en voormalig hoofdredacteur van Gorteria, tijdschrift voor onderzoek aan de wilde flora, en Jacqueline Gillis, Nationaal Herbarium Nederland, gekeken naar gegevens van de periode 1840-1990. Zij hebben uitgerekend dat er in die periode 73 plantensoorten uit Nederland zijn verdwenen. Daarvan zijn 14 soorten later in dezelfde periode weer teruggevonden.

Van der Meijden en Gillis verwachtten dat het aantal verdwijningen in de laatste decennia van de 20e eeuw veel hoger zou zijn dan in de periode daarvoor vanwege de negatieve invloed van de mens op de natuur in de periode 1960-1970. Dat bleek niet het geval te zijn. Vanaf 1920 is het verdwijnen van het aantal plantensoorten ongeveer constant: circa twintig in twintig jaar. Zij trokken de conclusie dat het verdwijnen van zulke soorten een natuurlijk proces is en niet werd veroorzaakt door de mens. De mens had overigens wel een negatieve invloed op het aantal vindplaatsen van plantensoorten en het aantal planten per soort.

Vervolgstudie

De drijvende waterranonkel (Ranunculus omiophyllus) verdween uit Nederland na 1980. (Foto R. van der Meijden)

In een recente studie hebben dr. Wil Tamis, Centrum voor Milieuwetenschappen, en dr. Leni Duistermaat, René van Moorsel, dr. Hans Kruijer en dr. Marco Roos, Nationaal Herbarium Nederland Universiteit Leiden Branch, met de gegevens van het floristisch bestand FLORBASE opnieuw gekeken naar de veranderingen in de Nederlandse flora, nu voor de periode 1840-2000. Zij laten zien dat er in die periode 87 plantensoorten zijn verdwenen, waarvan tot op heden 53 soorten niet zijn teruggevonden. Het totale aantal teruggevonden soorten in de onderzochte periode bedraagt 40, dit is 45% van het aantal verdwenen soorten.

De periode 1981-2000

De kleinbloemige salie (Salvia verbenaca) verdween uit Nederland in 1946 en werdteruggevonden 1990. (Foto R. van der Meijden)




 

Opvallend is dat in de periode 1981-2000 het aantal verdwijningen bijna de helft lager is dan in de periodes daarvoor. Verder zijn er veel soorten (27) teruggevonden, twee keer zoveel als in eerdere periodes. Daarvoor zijn verschillende oorzaken te bedenken. Ten eerste zouden aanplant en inzaaien er verantwoordelijk voor kunnen zijn. Veel van de plantensoorten die in Nederland in het wild voorkomen, zijn verkrijgbaar als zaad of plant. Als deze bijvoorbeeld in tuinen en parken worden gezaaid of geplant, kunnen de zaden die deze planten produceren, zich verspreiden waardoor ze in het wild terechtkomen. Op die manier kunnen ze ervoor zorgen dat deze soorten in het wild niet verdwijnen en dat de soorten die al verdwenen zijn weer terugkomen.

Andere verklaringen

Deze hypothese blijkt echter niet te kloppen. Een groot deel van de verdwenen planten (44%) kan als zaad of plant gekocht worden en slechts een vrij klein deel van de teruggevonden plantensoorten (25% is als plant verkrijgbaar en 30% als zaad). Een tweede mogelijke verklaring is dat het grote aantal natuurherstelprojecten zou hebben geleid tot de herkolonisatie van plantensoorten. Maar slechts circa 20% van het toegenomen aantal terugvondsten kan hierdoor verklaard worden. Een derde verklaring zou kunnen liggen in een mogelijk toegenomen waarnemerintensiteit; als meer mensen zoeken naar planten, worden er ook meer gevonden. Hiervoor zijn er echter ook geen aanwijzingen.

Klimaat

De aangebrande orchis (Neostinea ustulata (L.) R.M. Bateman, Pridgeon & M.W. Chase) is al sinds 1913 verdwenen. Deze soort is volgens Waarneming.nl in 1980 weer waargenomen, maar aanvullend bewijsmateriaal is nog nodig. (Foto C.A.J. Kreutz)

Wat zorgt dan wél voor het hoge aantal teruggevonden plantensoorten in 1981-2000 en het lage aantal verdwijningen? Waarschijnlijk ligt de oorzaak hiervan in het verschuiven van de verspreidingsgebieden van de plantensoorten onder invloed van klimaatverandering. De onderzoekers ontdekten verder dat er in de 20e eeuw 157 nieuwe soorten Nederland zijn binnengekomen, vooral in de tweede helft van de 20e eeuw. Deze nieuwe soorten zijn voornamelijk van Midden- of Zuid-Europese herkomst. Waarschijnlijk is ook dit een gevolg van een verschuiving van de verspreidingsgebieden onder invloed van klimaatverandering.

Gorteria

Het artikel van Wil Tamis e.a. is verschenen in de meest recente aflevering van het tijdschrift Gorteria (jaargang 33, aflevering 4–6). Dit extra dikke nummer is gewijd aan de betekenis van de in 2007 overleden Nederlandse botanicus Ruud van der Meijden, schrijver en samensteller van de laatste vier edities van Heukels’ Flora van Nederland, voor systematisch onderzoek aan de Nederlandse flora.


Bestellen
Deze aflevering van Gorteria (Gorteria 33-4–6) is ook los te koop en is te bestellen voor € 17,50:
bankrekening nr. 56.61.76.254
t.n.v. Nationaal Herbarium Nederland, Leiden
onder vermelding van ‘Ruud van der Meijden’

(2 juni 2009/Karin Robbers)

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.