Logo Universiteit Leiden.

nl en

Onderzoekend leren

Waarom is onderzoekend leren belangrijk?

Bij onderzoekend leren worden leerlingen of studenten aangemoedigd om het materiaal te verkennen, vragen te stellen en ideeën te delen. Dit stelt hen in staat om kennis op te bouwen door middel van exploratie, analyse en discussie.

Wat is het?

Onderzoekend leren kent diverse vormen, van simpel tot complex, van begeleid tot zelfstandig, van voorgeschreven tot open. De kern van het onderzoekend leren is dat leerlingen of studenten actief bezig zijn met het op een systematische manier zoeken naar een antwoord op een onderzoekbare vraag. Hiervoor doen ze observaties, analyseren ze gegevens, interpreteren ze resultaten en bediscussiëren ze conclusies. Er kan gebruik gemaakt worden van verschillende didactische vormen, waaronder samenwerken, discussievormen, gerichte instructie en peer review (en feedback) van elkaars werk.

In plaats van feiten en materiaal uit het hoofd te leren en te reproduceren, leren de leerlingen al doende met en van elkaar. Onderzoekend leren kan daarmee in wezen een specifieke vorm van een authentieke taak worden die leerlingen en studenten kunnen ondernemen. Je kan alle leervragen beginnen met een onderzoekstaak, waarbij leerlingen of studenten een deel van de lesstof onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van het proces zoals weergegeven in het schema hieronder.

Verdieping

Het voordeel van (begeleid) onderzoekend leren is onder andere dat de leerlingen of studenten zelf actief bezig zijn met de concepten in een bepaalde context, nadenken over hoe je iets kan meten of onderzoeken, en dat interpreteren met wat ze al weten (hun voorkennis, of de literatuur, of andere bronnen, zoals encyclopedie, BINAS, woordenboek, Internet).

Vaak is een tegenwerping tegen onderzoekend leren dat het zo veel meer tijd kost dan de lesstof ‘gewoon’ uitleggen. Het klopt dat onderzoekend leren tijd kost, juist omdat leerlingen of studenten af en toe een verkeerde weg in slaan, daar zelf achter komen, op zoek gaan naar een andere weg en zo hun leerproces in eigen hand nemen. Onderzoekend leren heeft dan ook het voordeel dat een leerling of student de lesstof en concepten verwerkt en in contexten kan plaatsen. Zo roept het nieuwsgierigheid op. Doordat ze zelf actief bezig zijn met de concepten (theorie) en de praktijk (gegevens verzamelen), verbinden leerlingen de concepten met hun voorkennis en verlenen ze een bredere betekenis aan de lesstof. Gebaseerd op kennis uit onderwijsonderzoek, weten we dat die kennis daardoor langer beklijft en makkelijker overdraagbaar is naar andere schoolvakken en andere contexten.

Lesvoorbeelden

Oude situatie

Een leraar Geschiedenis geeft eerst uitleg over typische symbolen in spotprenten, over het standpunt van de tekenaar, en de relatie met het tijdvak en de context waarin het is getekend. Op de toets krijgen leerlingen enkele spotprenten voorgelegd en moeten ze een analyse maken van deze spotprenten. In de komende lessen wordt hiermee geoefend en doet de leraar iedere les een spotprentanalyse voor, iedere keer uit een ander tijdvak. Leerlingen laten merken dat ze het analyseren van spotprenten lastig vinden omdat ze niet zo veel weten van die specifieke tijdperiodes. De toets wordt slecht gemaakt en de leraar verwijt de leerlingen niet kritisch te kunnen denken.

Nieuwe situatie

De leraar Geschiedenis start nu zijn les met het tonen van twee spotprenten: één recent en één uit de tijd van de Reformatie. Deze spotprenten geven met symbolen de tijdgeest en het debat weer in een specifieke context en tijd. De studenten wordt gevraagd om deze spotprenten te analyseren en hun interpretatie te rapporteren. Dit spotprentonderzoek wordt over een paar weken gepresenteerd aan elkaar in een posterformat. De leraar laat met een voorbeeld zien wat de elementen van een spotprentanalyse zijn. Enkele posters, bijvoorbeeld van vorig jaar, hangen aan de muur als illustratie. De tweede helft van deze eerste les krijgen de leerlingen de kans om in groepjes van twee een tijdvak en spotprent uit te zoeken en hun onderzoeksvraag te formuleren. In de komende lessen zal de leraar rondlopen en de mogelijkheid geven om korte instructie te vragen over onderdelen van spotprentanalyse. Dit doet hij niet klassikaal, maar in kleine groepjes.

Oude situatie

Het vak Stadsecologie van de opleiding Biologie start met een college waarin de docent de structuur van de hoorcolleges en werkgroepen uitlegt. De relatie met andere vakken zoals statistiek, chemie en biodiversiteit wordt uitgelegd en de docent geeft aan dat deze voorkennis voorondersteld wordt. In het handboek voor Biologie van Campbell is alles te vinden, hoofdstukken moeten worden bestudeerd en het vak wordt afgesloten met een tentamen.

Nieuwe situatie

Het vak Stadsecologie bij de opleiding Biologie start met een introductiebijeenkomst met twee presentaties waarin studenten van vorig jaar hun onderzoeken presenteren over korstmossen (licheen) op de kadewanden van de Oude Rijn. De docent geeft aan dat in Leiden diverse nieuwe niet-onderzochte populaties te vinden zijn. En geeft daarna een korte instructie over het opzetten van ecologisch onderzoek. De studenten krijgen de opdracht om zelf een studie te doen naar een organisme in de stad Leiden. De eerste colleges krijgen de studenten begeleiding op maat bij het formuleren van een onderzoeksvraag en het ontwerpen van hun studie. Aanpalend zijn er gastlezingen over ecologische studies in andere steden door studenten, promovendi en postdocs. Aan het einde van deze collegereeks wordt er een studentonderzoeksconferentie georganiseerd waarbij de stafleden van het onderzoeksinstituut en de studenten zelf de presentaties van beoordelen.

Onderzoekend leren zorgt voor:

  • Activeren van relevante voorkennis en vaardigheden;
  • Een mentale kapstok die betekenis verleent aan de leerstof;
  • Creatief en kritisch denken;
  • Versterking van de intrinsieke motivatie, onder andere omdat de leerlingen meer autonomie ervaren bij het opstellen van onderzoeksvraag en -methode;
  • Doorzettingsvermogen en succeservaring;
  • Dat leerlingen en studenten merken dat ze nu al in staat zijn om vernieuwende ideeën te hebben;
  • Dat leerlingen en studenten begrip krijgen van hoe kennis ontstaat in hun vak(gebied).
Deze website maakt gebruik van cookies.