Universiteit Leiden

nl en
Dossier

Alle gastschrijvers

Een overzicht van alle schrijvers die sinds 1985 gastschrijver aan de Universiteit Leiden zijn geweest.

Ronald Giphart (foto: Bas Losekoot)

Ronald Giphart (1965) debuteerde in 1992 met de roman Ik ook van jou, die inmiddels geldt als een instant klassieker in de Nederlandse literatuur. Daarna volgden onder meer de romans GiphPhileine zegt sorryIk omhels je met duizend armenTroost, IJsland, Harem en Alle tijd. Inmiddels beslaat het indrukwekkende oeuvre van Giphart tientallen romans, non-fictieboeken, kookboeken, novelles en zelfs een graphic novel. In juni 2020 publiceerde Giphart Wie waarlijk leeft, een liefdevol en onverbloemd portret van zijn feministische moeder Wijnie Jabaaij. In 2021 verscheen ook zijn novelle Applaus. Liefde in tijden van corona, bedoeld als ode aan de zorg en steun in de rug van lokale boekhandels. Voor zijn oeuvre ontving Giphart in 2004 de C.C.S. Croneprijs, de tweejaarlijkse literatuurprijs van de stad Utrecht.

Nicolien Mizee (foto: Tessa Posthuma de Boer)

Nicolien Mizee (1965) brak bij het grote publiek door met de thriller Moord op de Moestuin, maar gold al sinds haar debuut Voor God en de Sociale Dienst (2000) en En toen kwam moeder met een mes (2003, nominatie Libris Literatuurprijs) als geheimtip voor literatuurliefhebbers. Naast romans, een columnbundel, een eigenhandig geïllustreerd vogelboek en een kleurboek voor volwassenen schreef ze het kinderboek De Wereld van Wollebrandt (2016). De laatste jaren oogstte ze lof met haar autobiografische reeks Faxen aan Ger waarvan zes delen tussen 2018 en 2024 verschenen. Voor de delen De Kennismaking en De porseleinkast kreeg ze in 2020 de Henriette Roland Holst-prijs.

Christiaan Weijts (Leiden, 1976) studeerde Nederlands en Literatuurwetenschap in Leiden, eind jaren negentig. Daarna werkte hij een aantal jaren als redacteur bij universiteitsblad Mare, waar hij een column op de achterpagina schreef. Momenteel is Weijts naast romanschrijver columnist en essayist bij NRC en recensent bij De Groene Amsterdammer.

Sinds zijn debuutroman Art. 285b (2006, Anton Wachterprijs) verschenen er romans als Via Cappello 23 (2008), Euforie (2012, BNG Nieuwe Literatuurprijs) en Het valse seizoen (2016). In zijn romans zoekt hij vaak verbinding met andere kunstvormen, dans, muziek, architectuur. Zo doet in zijn meest recente roman Furore (2020) een VR-onderzoeker in 2054 onderzoek naar het verblijf van Pablo Picasso in Nederland, in de zomer van 1904. Zijn romans wonnen verschillende prijzen en belandden geregeld op de long- en shortlisten van de Libris Literatuur Prijs en de AKO Literatuurprijs.

De wereldberoemde auteur Antjie Krog (1952) leeft en werkt in Zuid-Afrika, waar ze onder andere schreef over de waarheids- en verzoeningscommissies in het non-fictieboek Country of My Skull. Maar ook in haar vele dichtbundels spelen de geschiedenis en de meerstemmigheid van haar land een grote rol. Haar veelbekroonde werk is verbluffend: politiek en persoonlijk tegelijk, lyrisch, geestig en ook ernstig. Zonder zich eenvoudigweg iets toe te eigenen, verkent ze hoe ze Afrika zich in haar gedichten en indrukwekkende optredens kan verwoorden. 

Bibi Dumon Tak (Rotterdam, 1964), is bekend vanwege haar jeugdliteratuur maar schrijft ook romans voor volwassenen. Ze schreef onder meer non-fictie voor kinderen en het kinderboekenweekgeschenk Laika tussen de sterren. Ze won in 2018 de (driejaarlijkse) Theo Thijssen-oeuvreprijs voor kinder- en jeugdliteratuur. Dit jaar verscheen haar nieuwste roman voor volwassenen, De dag dat ik mijn naam veranderde, over haar overleden zus, die veel media-aandacht kreeg.

Bibi Dumon Tak geeft in haar werk graag een stem aan degenen die geen stem (meer) hebben. In Rotjongens (2007) bijvoorbeeld aan jonge gedetineerden. Maar vooral spelen dieren de hoofdrol in haar werk. Vanaf Het Koeienboek uit 2001 tot bijvoorbeeld het prijswinnende Winterdieren (2011) wordt de dierenwereld zowel zakelijk als invoelend beschreven in een veel geprezen stijl.

Amatmoekrim (Paramaribo, 1976) schreef zes romans, en daarnaast verhalen en essays, onder andere voor De Correspondent. Haar romans gaan altijd over de vraag naar de identiteit van de buitenstaander: de ene keer autobiografisch, dan semi-autobiografisch of geveinsd autobiografisch zoals De man van veel uit 2013. Kunnen we ontsnappen aan identiteiten die ons worden opgedrongen door onszelf of anderen, is de vraag die zie in haar romans onderzoekt. Amatmoekrim werkt momenteel aan een biografie over Anil Ramdas. 

Albert Verweylezing: ‘We hebben een wereld verloren’

Hertmans (1951) werd al snel na zijn debuut Ruimte in 1981 erkend als een belangrijke literaire stem, en met recente romans als Oorlog en Terpentijn en De Bekeerlinge bereikte hij ook een groot en internationaal publiek. Het schrijverschap van Hertmans kenmerkt zich door die balans: zijn werk is een intellectuele zoektocht naar wat kunst kan betekenen in de wereld, en hoe. Tegelijk zijn het aangrijpende en levensechte teksten over mensen en hun liefde.

Albert Verweylezing: De fictie en de feiten

Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) is de nieuwe gastschrijver aan de Universiteit Leiden. Behalve een van de beste dichters die ons taalgebied op dit moment heeft, is Schaffer ook neerlandicus die doceert aan de universiteit van Stellenbosch. In de acht poeziebundels die hij schreef sinds 2000, zit hij de (politieke) werkelijheid dicht op de huid: tegelijk gaat hij die wereld met taal te lijf. Op dat snijpunt maakt hij zijn poëzie, waarvoor hij onder andere de Jan Campertprijs kreeg.

Albert Verweylezing 2017

Bij het 30-jarig bestaan van het gastschrijverschap kwamen er acht jonge schrijvers naar Leiden: 

  • Nina Polak 
  • Hassan Bahara 
  • Philip Huff 
  • Hanna Bervoets 
  • Yannick Dangre 
  • Franca Treur 
  • Niña Weijers 
  • Kira Wuck

In 2000 verscheen Dit is voor mij geschreven, een bundeling van vijftien Albert Verwey-lezingen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.