Universiteit Leiden

nl en

Bijzonder hoogleraar Jeroen van Zon aan de slag bij Instituut Biologie

Jeroen van Zon is per 1 september benoemd tot bijzonder hoogleraar Kwantitatieve ontwikkelingsbiologie bij het Instituut Biologie (IBL). Van Zon werkt als groepsleider Kwantitatieve ontwikkelingsbiologie bij het natuurkundig instituut AMOLF. Drie vragen over deze aanstelling.

Jeroen van Zon

Wat houdt de leerstoel in?

‘De titel van mijn leerstoel is 'Quantitative Developmental Biology'. Dit houdt in dat wij ontwikkelingsbiologie, bijvoorbeeld in C. elegans of van de menselijke darm, proberen te begrijpen door er met een kwantitatieve, natuurkundige bril naar te kijken. We gebruiken daarbij technieken zoals geavanceerde microscopie, neurale netwerken en wiskundige modellen om tijdens het ontwikkelingsproces enkele cellen langdurig te volgen, in de natuurlijke context van de organen en weefsel waarin zij hun taak vervullen, terwijl zij delen, migreren en een celtype kiezen.’  

Wat zijn je doelen?

‘AMOLF is een instituut met een natuurkundige inslag en mijn directe omgeving daar is er vooral een van biofysici. Ik kijk er daarom erg naar uit om met deze leerstoel ook veel nieuwe contacten in de biologie te maken. Ik zie ook veel overlap tussen de ontwikkelingsprocessen en organismen waar op het IBL aan wordt gewerkt en het onderzoek in mijn eigen groep. Ik kan me daarom nu al allerlei spannende samenwerkingen voorstellen.

Ik vind het daarnaast ook belangrijk en erg leuk om studenten met een achtergrond in de biologie te leren hoe ze een kwantitatieve, biofysische aanpak kunnen gebruiken om biologische mechanismen te begrijpen en, omgekeerd, om natuurkundigen te laten zien hoe de biologie werkt. Ik kijk er ook naar uit om dit nu in Leiden via colleges te doen.’

Hoe gaat die samenwerking tussen AMOLF en Universiteit Leiden eruit zien?

‘Ik heb met de jaren veel onderzoekers in Leiden leren kennen, binnen de biofysica en de biologie. Zo kende ik ook het instituut. Ik kijk uit naar de samenwerking op het vlak van wetenschap en onderwijs. Ik ben in ieder geval van plan regelmatig bij het IBL te zijn, om zo het werk daar goed te leren kennen. Ik verwacht dat dit tot allerlei samenwerkingen kan leiden. Ik kan me ook voorstellen dat AMOLF een aantrekkelijke plek kan zijn voor IBL-studenten om hun onderzoeksstages te doen.’   

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.