
AIV roept op tot vernieuwde samenwerking met het mondiale Zuiden
beeld: NY Public Library via Unsplash
Landen in het mondiale Zuiden, waaronder India, Indonesië, Brazilië en Nigeria, krijgen steeds meer invloed in de wereldeconomie en internationale besluitvorming. Nederland en Europa dienen de banden met deze landen te verstevigen om te voorkomen dat ze buitenspel worden gezet, luidt het dringende advies van de Adviescommissie Internationale Vraagstukkken (AIV).
De invloed van China en Rusland in het mondiale Zuiden gaat volgens het AIV hard. Doordat de VS zich daarnaast terugtrekt uit internationale verdragen, bestaat de kans dat Nederland en Europa klem komen te zitten tussen China en de VS. Om die reden dienen ze hun positie te verstevigen door nauwere samenwerking met het mondiale Zuiden aan te gaan.
In het adviesrapport ‘Nederland, Europa en het mondiale Zuiden in een veranderende wereldorde’, stelt de AIV dat Europa dubbele standaarden moet vermijden (Gaza en Oekraïne) en multilaterale hervormingen moet steunen. De AIV benadrukt dat partnerschappen met landen in het Zuiden gebaseerd moeten zijn op respect, investering in diplomatie en culturele uitwisselingen, en een eerlijkere vertegenwoordiging.
Aanbevelingen van de commissie:
- Investeer in diplomatieke posten en versterk internationale betrekkingen met geselecteerde partners in het Zuiden.
- Hervorm internationale instellingen en versterk het multilaterale systeem.
- Investeer ook in academische en culturele uitwisselingen om relaties te verdiepen en trends, kansen en risico’s beter te signaleren.
- Ontwikkel innovatieve samenwerkingsvormen om concrete problemen aan te pakken.
Anna-Alexandra Marhold, universitair docent internationaal economisch recht aan het Grotius Centre, speelde een rol bij de totstandkoming van het advies. Zij maakt onderdeel uit van de schrijfgroep van de Commissie Vrede en Veiligheid van de AIV. De AIV beoogt met onafhankelijke, zorgvuldig beargumenteerde adviezen actuele internationale ontwikkelingen te analyseren en te duiden, aanbevelingen te doen voor het Nederlands buitenlands beleid en op deze manier bij te dragen aan het politieke en maatschappelijke debat over internationale kwesties.