Universiteit Leiden

nl en

De klimaatzaak Vanuatu gaat ver, maar niet ver genoeg

Het Internationaal Gerechtshof heeft in een baanbrekende uitspraak geoordeeld dat landen verplicht zijn om het klimaat te beschermen. Klimaat- en mensenrechtenexpert Jolein Holtz vindt het Hof te vaag over de gevolgen voor toekomstige generaties. ‘Dit is een gemiste kans.’

Een klein land dat wereldmachten zoals de Verenigde Staten op de knieën kan dwingen om zich in te spannen voor het klimaat. Kan dat? Ja, zo blijkt uit het oordeel van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in een recente zaak die het land Vanuatu aan het Hof had voorgelegd.

Jolein Holtz

Deze eilandengroep in de Stille Oceaan loopt het risico om compleet weggevaagd te worden als de zeespiegel blijft stijgen door klimaatverandering. Vanuatu vroeg het ICJ om twee vragen te beantwoorden: zijn landen verplicht om het klimaat te beschermen? En wat zijn de gevolgen als zij zich niet aan hun verplichtingen houden?

Klimaat- en mensenrechtenexpert Jolein Holtz, die op het punt staat te promoveren op het onderwerp, legt uit wat de uitspraak van het ICJ precies betekent.

Wat vind je van de uitspraak?

‘Ik heb gemengde gevoelens. Het goede nieuws is dat het ICJ heeft geoordeeld dat landen het klimaat moeten beschermen. Het Hof baseert zich daarbij op het internationaal gewoonterecht: een soort ongeschreven regels die ontstaan doordat veel landen zich er een lange tijd aan houden. Ook al staat de verplichting niet in grote mensenrechten-verdragen, is ze toch afdwingbaar. Klimaatactie voor staten is dus niet langer alleen een politieke keuze, maar ook een juridische verplichting. Dit geldt zelfs voor landen die niet bij het Verdrag van Parijs (zie kadertekst) zijn aangesloten, of daaruit zijn gestapt (zoals de VS onder Trump deed in januari 2025).

'Klimaatverandering treft toekomstige generaties het hardst.' 

Baanbrekend aan deze uitspraak is dat landen nu aansprakelijk kunnen zijn voor klimaatschade. Als een land zijn verplichtingen niet nakomt en daardoor schade veroorzaakt aan andere landen, dan is het daarvoor aansprakelijk en moet het die schade vergoeden.

Toch vind ik de uitspraak teleurstellend als je kijkt naar mensenrechten, omdat het op cruciale punten vaag blijft. Hoewel het ICJ het recht op een gezonde leefomgeving erkent als mensenrecht, zegt het Hof niet duidelijk wat dat recht precies inhoudt. Ook zegt het ICJ niet welke precieze verplichtingen landen naar toekomstige generaties hebben. Dit is een gemiste kans.’

Een ‘Advisory Opinion’ van het ICJ: wat is dat?

De uitspraak van het ICJ is een ‘advisory opinion’, een niet-bindend advies. Wel is het gezaghebbend, want het ICJ is het hoogste gerechtelijke orgaan van de VN. In deze procedure wordt het ICJ gevraagd om bepaalde vragen te beantwoorden en te oordelen wat de status van het recht is.

In deze zaak had Vanuatu, via de algemene vergadering van de VN, het ICJ gevraagd wat de verplichtingen van landen zijn om klimaatverandering tegen te gaan (zie hoofdtekst).

Waarom was het belangrijk dat het ICJ de mensenrechten van toekomstige generaties zou hebben erkend?

‘Het probleem met klimaatverandering is dat de grootste gevolgen zich pas in de toekomst voordoen. Uitstoot van broeikasgassen werkt nog decennia door; op dit moment hebben we nog last van de uitstoot van jaren geleden. Een succesvol beroep op mensenrechten vereist vaak dat er sprake is van onmiddellijke schade, wat wringt met de realiteit van het klimaatprobleem, waarbij het lang duurt voordat de ergste gevolgen zichtbaar worden.

Illustratie: Kimberley Klein Meulekamp (voorkant proefschrift Jolein Holtz)

Als het ICJ de mensenrechten van toekomstige generaties zou hebben erkend, zou dat een einde hebben gemaakt aan deze lastige juridische discussie. Het zou staten juridisch verplichten om nú al rekening te houden met de belangen van toekomstige generaties, en hen kunnen dwingen tot ambitieuzere klimaatacties. Wat voor ons nog als een mogelijk toekomstig scenario geldt, is voor komende generaties straks de harde realiteit.

Het tegenargument is altijd: met heel ambitieuze plannen, is er nog tijd om toekomstige schade te beperken. Maar als we zouden erkennen dat toekomstige generaties rechten hebben die nu al kunnen worden geschonden, dan worden hun belangen nú al beschermd. Kijk naar Vanuatu: sommige eilanden zijn al verdwenen, en het is maar de vraag of er voor jongeren in de toekomst nog land over is om op te leven.’

Gaan landen nu echt wat meer doen tegen klimaatverandering door deze uitspraak?

‘Bij klimaatactie zijn er twee routes: een land kan zich vrijwillig inspannen, maar dat vereist politieke wil, of daartoe worden gedwongen. Hoewel deze uitspraak niet-bindend is (zie kadertekst ‘advisory opinion’), verwacht ik dat zij wel een aanjager zal zijn van nieuwe klimaatzaken, vooral tussen staten. Kleine eilandstaten zoals Vanuatu hebben weinig te verliezen en zouden hierin het voortouw kunnen nemen.

Een andere route is de diplomatieke weg. Landen kunnen elkaar op basis van de uitspraak aansporen tot ambitieuzere klimaatplannen (zie kadertekst ‘Het Verdrag Parijs en klimaatdoelen’). Volgens het ICJ moeten die plannen niet alleen ambitieuzer zijn dan de vorige, maar ook in lijn zijn met het 1,5-gradendoel. Het Hof gaat daarmee verder dan het Verdrag van Parijs, want daarin staat dat de opwarming van de aarde onder de 2 graden moet blijven.

Ook bedrijven komen in beeld. Staten moeten volgens het ICJ bedrijven reguleren waar zij zeggenschap over hebben. Dat is cruciaal, want het blijft gewoon heel lastig om bedrijven aansprakelijk te stellen op grond van het internationale recht, dat nog altijd heel staatgeoriënteerd is. Maar bedrijven zijn vaak machtiger dan kleine staten en mensen willen hen graag aanpakken. Voor de klimaatbeweging is dit een belangrijke opening.’

Het Verdrag Parijs en klimaatdoelen

Het Verdrag van Parijs uit 2015 (ook: het Klimaatakkoord) is het grootste klimaatverdrag tot dusver. Landen spraken af om de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden te houden, het liefst onder de 1,5 graad. Zonder deze afspraken zou de wereldwijde temperatuur stijgen tot 3,5 à 4 graden Celsius en dat zou grote gevolgen hebben voor het leven op aarde. Het akkoord is 'bindend', maar de klimaatdoelen of -plannen van landen, zijn dat niet. Om te voldoen aan het Klimaatakkoord, hebben alle lidstaten van de EU afgesproken dat de EU in 2050 klimaatneutraal is. En om in 2030 55% minder broeikasgassen uit te stoten. 

Iedere vijf jaar evalueren alle landen hoe het gaat met (het tegenhouden van) de opwarming van de aarde. Ook zijn landen iedere 5 jaar verplicht om klimaatplannen te maken over hoe zijn hun eigen uitstoot gaan verminderen. In het Nederlandse Klimaatakkoord staan de specifieke maatregelen en afspraken voor Nederland.

Jolein Holtz zal haar proefschrift ‘Collective Human Rights as an (Onto)logical Solution to Climate Change. Reconceptualizing, Applying, and Proceduralizing an Overlooked Category of Human Rights’ verdedigen op 16 oktober.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.