Universiteit Leiden

nl en

Archeologische vondsten van de zeebodem schetsen uniek beeld van Homo erectus

Archeologische vondsten voor de kust van Java geven nieuwe inzichten in de leefwereld van de Homo erectus. Dankzij schedelfragmenten en andere fossiele resten ontstaat een veel completer beeld van hoe en waar deze vroege menssoort leefde, vertelt de Leidse archeoloog Harold Berghuis.

Bij baggerwerkzaamheden in de Straat van Madura hebben Leidse archeologen de versteende resten van 36 diersoorten gevonden. Het is voor het eerst dat er fossielen zijn opgegraven van de zeebodem tussen de Indonesische eilanden. Dit gebied, genaamd Sundaland, was ooit een uitgestrekt laagland. Onder de vondsten zijn twee schedelfragmenten van Homo erectus. Al met al schetsen de vondsten een uniek beeld van een prehistorisch ecosysteem, de positie die Homo erectus hierin innam, en zijn leefwereld, migratiepatronen en voeding.

Nieuwe inzichten

Op Java zijn eerder fossiele resten van de Homo erectus gevonden. Beroemd is het ‘schedelkapje van Dubois’, een vast onderdeel van de collectie van Naturalis. Tot nu toe werd gedacht dat de Homo erectus lang in isolatie leefde op Java. De nieuwe vondsten laten zien dat de Javaanse Homo erectus wel degelijk het laagland van Sundaland introk, tijdens periodes met een lagere zeespiegel. De soort verspreidde zich vermoedelijk langs de grote rivieren. Berghuis: ‘Daar waren het hele jaar door water, schelpdieren, vis, eetbare planten, zaden en fruit te vinden. Dat Homo erectus rivierschelpen verzamelde, wisten we al. Tussen onze nieuwe vondsten vinden we ook snijsporen op botten van waterschildpadden en grote aantallen gebroken botten van runderen, die wijzen op jacht en consumptie van beenmerg.’

Het gebied waar de fossielen zijn opgebaggerd ('sand extraction area')

De Homo erectus van Sundaland jaagde actief op gezonde, sterke runderen, zo tonen de nieuwe vondsten aan. ‘Dit kennen we eigenlijk niet van de vroegere Homo erectus-populatie op Java, maar wel van de modernere menssoorten op het vasteland. Het is goed mogelijk dat Homo erectus dit van hen heeft afgekeken. Mogelijk was er dus contact tussen deze groepen, of zelfs genetische uitwisseling.’

Een bredere kijk op archeologisch onderzoek

De vindplaats is de afgelopen 5 jaar in al zijn details onderzocht. ‘Vaak wordt bij dit soort onderzoeken alleen het mooiste materiaal gepubliceerd, zoals een menselijk fossiel.  Wij brengen de resultaten in vier uitgebreide artikelen met veel foto’s. Zo hebben we een prachtig venster gecreëerd op het verdronken Sundaland van 140.000 jaar geleden,’ zegt Berghuis. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met een team van specialisten uit Indonesië, Australië, Duitsland en Japan. De resultaten zijn deze week gepubliceerd in het tijdschrift Quaternary Environments and Humans.

De collectie is ondergebracht in het geologisch museum in Bandung. Daar is een tentoonstelling in voorbereiding. Mogelijk volgen ook tijdelijke exposities op andere locaties.

Hoe zag Sundaland eruit?

Wat wij kennen als het eilandenrijk Indonesië was in de prehistorie, in periodes met lagere zeespiegelstanden, een aaneengesloten vlakte, met de huidige eilanden als losse gebergtes. Berghuis: ‘We noemen dit gebied Sundaland. De Homo erectus kon zo oversteken van het vasteland van Azië naar bijvoorbeeld Java.’ Het overgrote deel van Sundaland is vandaag de dag een ondiepe zee, en tot dusverre waren hier nog nooit fossielen gevonden. ‘Het maakt de vondsten echt uniek,’ vertelt Harold Berghuis enthousiast. ‘De fossielen komen uit een verdronken rivierdal, dat in de loop van de tijd is opgevuld met rivierzand. We hebben het materiaal kunnen dateren op ongeveer 140 duizend jaar. Dat was de voorlaatste ijstijd. Half Nederland lag onder het ijs, en omdat er zoveel water op aarde was vastgelegd in ijskappen, was de zeespiegel wereldwijd 100 meter lager dan nu’.

Olifanten, neushoorns, nijlpaarden, komodovaranen en rivierhaaien

Sundaland leek in die tijd op de huidige Afrikaanse savanne, een vrij droog grasland, met smalle stroken bos langs de grote rivieren, en met een rijke fauna, met bijvoorbeeld verschillende soorten olifanten, runderen, neushoorns en krokodillen. ‘De meeste van die soorten zijn uitgestorven, in andere gevallen zijn het de voorouders van soorten die nu nog in de regio voorkomen, maar die in hun voortbestaan ernstig bedreigd zijn. Het Aziatisch nijlpaard is uitgestorven. Vleesetende komodovaranen kennen we nu alleen nog als relictpopulaties op de eilanden Komodo en Flores. Rivierhaaien zijn momenteel uiterst zeldzaam in grote rivieren van India en Thailand. Maar al deze dieren waren rijk vertegenwoordigd in het oude Sundaland. Deze kennis is natuurlijk van groot belang voor ons begrip van de biodiversiteit van heel Zuidoost-Azië’.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.