Universiteit Leiden

nl en

Hoe zwevende kiezers de verkiezingsuitslag kunnen beïnvloeden

Weet jij al wat je gaat stemmen? Of ben je een echte zwevende kiezer? Wetenschapper Frans Jacobs onderzoekt hoe de steun voor opinies verandert als mensen met verschillende meningen elkaar ontmoeten. ‘Als we de verkiezingen wegens corona hadden uitgesteld, had dat de einduitslag enorm kunnen beïnvloeden.’

‘In onze wiskundige modellen beperken we ons tot twee opinies: A en B’, legt Jacobs uit. ‘In Nederland heb je natuurlijk veel partijen en uiteenlopende meningen, maar je zou kunnen denken aan de verdeling tussen links en rechts, de Amerikaanse verdeling tussen de democraten en republikeinen, of de verdeling tussen voor of tegen Europa.’

Opiniedynamica 

Het specialisme van Jacobs heet ‘opiniedynamica’. Bij opiniedynamica proberen wetenschappers met wiskundige modellen inzicht te krijgen in het gedrag van steun aan opinies in de loop van de tijd. Op die manier kunnen wetenschappers in de toekomst met behulp van deze modellen voorspellingen doen over dit gedrag.
 

Zwevende kiezer

In de simulaties komen mensen elkaar steeds tegen in groepjes van drie. Afhankelijk van de meningen in het groepje en het type persoon verandert iemand vervolgens wel of niet van mening. Jacobs: ‘Sommige mensen blijven altijd bij hun mening, hen noemen we de “onbuigzamen”. Denk bijvoorbeeld aan een socialist die altijd links stemt.’ Daarnaast zijn er de ‘zwevende kiezers’, die niet per se vasthouden aan hun oorspronkelijke mening, vertelt de onderzoeker. ‘Hierbij maken we dan weer onderscheid tussen tegendraadse en niet-tegendraadse zwevende kiezers. Tegendraadse stemmers zijn bijvoorbeeld adolescenten die zich via hun stemgedrag afzetten tegen de opvattingen van hun ouders, of mensen die zich conformeren met de minderheid.’

Tegendraads

Een zwever verandert van opinie als in het groepje van drie zijn of haar mening in de minderheid is. Een niet-tegendraadse zwever blijft vervolgens bij de dan aangenomen opinie, terwijl een tegendraadse zwever juist naar de andere mening overstappen. Dit verschil in gedrag is het beste uit te leggen aan de hand van een voorbeeld. 

Stel je een groepje voor van drie mensen voor die voor of tegen de Europese Unie zijn. Het groepje bestaat uit een onbuigzame voorstander, een niet-tegendraadse zwevende voorstander en een tegendraadse zwevende tegenstander. De onbuigzame voorstander en de niet-tegendraadse zwevende voorstander veranderen niet van standpunt. De tegendraadse zwevende tegenstander is eerst voorstander van de EU – want de voorstanders waren in het groepje in de meerderheid – maar verandert daarna toch weer in een tegenstander van de EU uit tegendraadsheid.

Meerderheid?

We blijven dit proces herhalen. Er vormen zich steeds groepjes van drie waardoor verschillende types met verschillende meningen elkaar ontmoeten. Zo verandert door de tijd heen de steun voor mening A en B over de gehele populatie. 

Op deze manier zag Jacobs twee belangrijke dingen. Zijn voor beide opinies alle zwevers niet-tegendraads? En zijn er alleen voor opinie A onbuigzamen? Dan krijgt opinie A in de meeste gevallen de meerderheid. Als er voor beide opinies onbuigzamen in de groep zitten, dan krijgt de opinie met het grootste aandeel onbuigzamen uiteindelijk de meerderheid. 

Het moment bepaalt

Verder ontdekte Jacobs dat het exacte moment van verkiezing kan bepalen welke opinie met nipte meerderheid wint. ‘Het voorgestelde plan om de verkiezingen wegens corona uit te stellen kan dus behoorlijk van invloed zijn op de einduitslag!’ 

In Nederland zal het effect hiervan wel meevallen, omdat er na de verkiezingen flink gepolderd wordt. Maar in een tweepartijenstelsel als in de VS kan het wel degelijk van invloed zijn. 

En Jacobs, weet hij al waar zijn stem naartoe gaat? ‘Ik stem wel altijd voor een bepaalde kant, maar niet steeds op dezelfde partij. Wat dat betreft beschouw ik mezelf dus ook een beetje als een zwevende kiezer.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.