Universiteit Leiden

nl en

Nederlandse primeur: veldproeven met exoot om invasieve plant te bestrijden

Voor het eerst wordt in Nederland een uitheemse diersoort in de vrije natuur uitgezet om een schadelijke plantensoort te bestrijden. De Japanse bladvlo moet soelaas gaan bieden tegen de woekerende Aziatische duizendknoop. Suzanne Lommen van het Instituut Biologie Leiden coördineert de veldproeven.

Suzanne Lommen
Suzanne Lommen

Wereldwijd is het verboden om exoten – uitheemse soorten – uit te zetten in de natuur. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis heeft de overheid ontheffing gegeven voor de introductie van een exoot in Nederland om een plant te bestrijden. Het project #uitde1000knoop, waar de Universiteit Leiden aan meedoet, start deze week veldexperimenten met de Japanse bladvlo (Aphalara itadori) als wapen tegen de Aziatische duizendknoop. Entomoloog Suzanne Lommen van het Instituut Biologie Leiden coördineert het onderzoek naar de bladvlo in Nederland. Ze beantwoordt een aantal vragen over het project.  

Waarom wil men de duizendknoop bestrijden? Is dat niet een sierplant?

‘Wij hebben het over de Aziatische duizendknoop, en daarmee bedoelen we de Japanse duizendknoop, de Sachalinse duizendknoop en een kruising van die twee, de bastaardduizendknoop. De eerste twee zijn inderdaad sierplanten die bewust in Nederland zijn geïntroduceerd. In de 19e eeuw bracht de onderzoeker Von Siebold de Japanse duizendknoop uit Japan naar Leiden, waar hij ze kweekte. Deze soorten blijken hier echter invasief, ze verdringen inheemse plantensoorten. Bovendien kunnen ze met hun groeikrachtige wortels schade aanrichten aan onder meer funderingen, verhardingen en dijken. Ze zijn moeilijk te beheersen en dat kost miljoenen euro’s per jaar.’

Zichtbaar effect in het laboratorium: de Japanse bladvlo remt de groei van de Aziatische duizendknoop. Plant met bladvlo links en plant zonder bladvlo rechts (foto: CABI)
Zichtbaar effect in het laboratorium: de Japanse bladvlo remt de groei van de Aziatische duizendknoop. Plant met bladvlo links en plant zonder bladvlo rechts (foto: CABI)

Waarom is er een nieuwe methode nodig?

‘Er wordt al van alles geprobeerd, maar volledige bestrijding is bijzonder moeilijk en erg kostbaar. We zullen diverse methodes moeten combineren om de Aziatische duizendknoop onder controle te krijgen. Van de Japanse bladvlo weten we dat hij jonge scheuten kan doen afsterven en de plant in zijn groei kan remmen of zelfs kan stoppen doordat hij sap – dus voeding – van de plant opzuigt.' 

'Als het de bladvlo lukt om zich te vestigen, voort te planten en te verspreiden, én de schade aanbrengt die we in de kweekproeven zien, kan hij hopelijk de groei en verspreiding van Aziatische duizendknopen remmen. Dan heb je een hele goedkope en milieuvriendelijke oplossing met jarenlang effect die je kunt combineren met de duurdere methodes.’

Zijn er risico’s verbonden aan het uitzetten van de Japanse bladvlo?

‘Je wilt uitsluiten dat de bladvlo andere planten aanvalt. Er zijn heel betrouwbare methodes om dat vast te kunnen stellen. Zo zijn er uitgebreide risicoanalyses uitgevoerd voor plantensoorten in Noord-Amerika, Engeland en Noordwest-Europa. Daaruit blijkt dat de Japanse bladvlo geen risico vormt voor inheemse planten of planten van economische waarde. Ook zijn alle Nederlandse inheemse soorten van de duizendknoopfamilie getest, en geen enkele bleek een geschikte voedselbron voor de bladvlo. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit concludeert dat de bladvlo geen bedreiging vormt voor de inheemse biodiversiteit.’ 

Japanse bladvlo (foto: CABI)
Japanse bladvlo (foto: CABI)

‘Wat we nog niet weten, is hoe de bladvlo het in Nederland gaat doen. Hij komt uit een gebied in Japan waar het klimaat het meest lijkt op dat van Nederland. In het laboratorium doet hij het erg goed op bastaardduizendknoop die hier groeit. Maar de praktijk moet uitwijzen of hij in ons land kan overleven.’ 

Wanneer verwacht je uitkomsten van de veldproeven? En hoe gaat het daarna verder?

‘We gaan de bladvlo nu uitzetten op drie veldlocaties. Na de winter hopen we daar exemplaren terug te vinden als bewijs van succesvolle overwintering. Volgend voorjaar zetten we ze opnieuw uit om te kijken of ze zich vestigen en voortplanten. Pas zodra de bladvlo in grote hoeveelheden voorkomt, kunnen we zien of hij genoeg schade aan de Aziatische duizendknoop aanbrengt om de plant terug te dringen. Het duurt naar verwachting een paar jaar voordat we daar resultaat van zien. Ik verwacht geen neveneffecten en hoop op een snelle vestiging. Als we dat kunnen bevestigen, hopen we in de toekomst de bladvlo op meerdere plaatsen uit te zetten om zijn verspreiding een handje te helpen.’ 

Headerafbeelding: Aziatische duizendknoop woekert in Lage Mierde, aan het riviertje de Reusel (foto: Suzanne Lommen) 

#uitde1000knoop

Het project #uitde1000knoop wordt uitgevoerd door een consortium van het Centre for Agriculture and Bioscience International (CABI), Universiteit Leiden, Koppert Biological Systems, Probos, STOWA en Werkgroep Plaagsoorten van de Unie van waterschappen. Met steun van achttien waterschappen en onder meer Rijkswaterstaat, ProRail en diverse gemeenten onderzoekt het consortium of biologische bestrijding de woekerende Aziatische duizendknoop kan beheersen. Bij biologische bestrijding wordt een gespecialiseerde natuurlijke vijand uit het oorspronkelijke gebied van de plaagsoort ingezet, in dit geval de Japanse bladvlo (Aphalara itadori). Het doel is om de invasieve soort te beheersen en het ecologisch evenwicht te herstellen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.