Universiteit Leiden

nl en

Alexandre Afonso voor de NOS over zorgenkind Italië

Alexandre Afonso, Universitair hoofddocent aan de Universiteit Leiden, werd geciteerd in een artikel voor de NOS over wat de EU moet met zorgenkind Italië.

Europese leiders zijn het nog niet eens over het herstelfonds dat de EU er na de coronacrisis weer bovenop moet helpen. Vier landen, bekend als de frugal four (de vrekkige vier) - of zoals ze zelf liever zeggen: de verstandige vier - willen lidstaten liever geen subsidies, maar leningen geven. Die landen zijn Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden. En minister Hoekstra van Financiën wil dat landen in ruil voor zulke leningen hun economie hervormen. De houding van Nederland leidt vooral in het door corona zwaar getroffen Italië tot verontwaardigde reacties. Economen zien het niet zitten om noodlijdende landen zich dieper in de schulden te laten steken en ook het Nederlandse bedrijfsleven springt in de bres voor de getroffen landen.

Economen en politici maken zich vooral druk over Italië. De derde economie van Europa is kwetsbaarder voor de effecten van de coronacrisis dan veel andere landen. Volgens de Europese Commissie is de recessie in Italië het diepst van alle EU-landen: er wordt 11,2 procent krimp verwacht. Volgens Alexandre Afonso is het probleem van de taliaanse overheidsfinanciën de grote staatsschuld en die staatsschuld is een erfenis van uit de jaren 80. "Veel mensen denken dat Italië een schuld heeft omdat het teveel uitgeeft. Maar dat is niet zo.  Al sinds de jaren 90 geeft de Italiaanse overheid minder uit dan wat er aan belastinggeld binnenkomt, als je de rente op de staatsschuld niet meerekent."

Afonso geeft aan dat Italië de afgelopen dertig jaar juist enorm veel bezuinigd heeft. "Als de overheid te veel bezuinigt, kun je groei afremmen." Afonso is dan ook van mening dat de Italiaanse economie daarom moet worden aangezwendeld met bijvoorbeeld een steunpakket. 

Bezoek de website van de NOS om meer te lezen. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.