Universiteit Leiden

nl en

Christopher Green: ‘Je kunt Noord-Koreanen niet over één kam scheren’

Het idee dat Noord-Koreanen gehersenspoeld zijn en niet in staat om kritisch over hun eigen identiteit te denken, is hardnekkig. Sterker nog, er klopt niets van, zo stelt Koreadeskundige Christopher Green: ‘Noord-Koreanen, net als ieder ander volk, zijn divers in hun meningen en opvattingen.’ Promotie op 26 februari.

Voor zijn promotieonderzoek Pride, Prejudice and Manchurian Heritage: North Korean Migrants and Memories of a Land Left Behind nam Christopher Green enquêtes af onder 328 Noord-Koreaanse overloper-migranten die in Zuid-Korea leven, dat is zo’n 1,5% van de totale Noord-Koreaanse migrantengemeenschap in Zuid-Korea. Dit is bijzonder omdat hij daarmee toegang kreeg tot een normaliter lastig toegankelijke gemeenschap. Hij voerde diepte-interviews uit met 95 van de respondenten.

Wat betekent het om Noord-Koreaan te zijn?

Green: 'Dit onderzoek bevraagt het zelfbeeld van Noord-Koreanen die in het Zuiden leven. Op welke aspecten uit hun geboorteland zijn ze trots? Wat zijn de pijnlijk herinneringen?’ Greens onderzoek laat zien dat Noord-Koreaanse overloper-migranten enerzijds gevoelens van trots koesteren voor Noord-Koreaanse kunst, sport, literatuur, wetenschap en technologie. Anderzijds zijn de ondervraagden het minst trots op de ideologieën die opgelegd worden door de Noord-Koreaanse staat.

De gevoelens die Noord-Koreaanse overlopers naar de Noord-Koreaanse overheid koesteren, worden grotendeels bepaald door wanneer je geboren bent, en in welke provincie of stad je in Noord-Korea bent opgegroeid. Degenen die zich het meest verbonden voelen met de Kim-dynastie zijn veelal van middelbare leeftijd, of behoren tot de oudere generatie, en zijn opgegroeid in de hoofdstad Pyongyang. Inwoners van Pyongyang hebben over het algemeen een beter leven dan zij die op het platteland of in andere steden leven.

Naoorlogse trots, of opgroeien in hongersnood

‘Deze oudere generatie heeft nog levendige herinneringen aan de Koreaanse oorlog’, zegt Green. Voor Noord-Korea was de naoorlogse periode, zo grofweg vanaf de jaren ’50 tot aan midden jaren ’70, een periode van vooruitgang. Of op zijn minst een tijd waarin morgen vaak beter was dan vandaag. Als je opgroeit in een tijd waarin je land herrijst uit de as van een verschrikkelijke oorlog, een oorlog waarvan de staat zegt dat je die gewonnen hebt, natuurlijk ben je dan geneigd om trots te zijn op je land. Dit onderzoek laat zien dat die gevoelens van trots blijven kleven.’

‘Aan de andere kant, als je een millenial bent en opgroeide buiten Pyongyang, is de kans groter dat je gevoelens van wrok koestert naar je geboorteland Noord-Korea. In tegenstelling tot de oudere generaties hebben jonge Noord-Koreaanse overlopers geen periode van groei meegemaakt, maar juist een lange periode van hongersnood en economische crises gedurende de jaren ‘90.’

Etnocentrisch zelfbeeld sterk overdreven

‘Vaak wordt gesteld dat Noord-Koreanen een heel etnocentrisch idee van identiteit hebben. Namelijk het idee dat er zoiets bestaat als een pure (Noord-)Koreaanse bloedlijn, die een essentieel onderdeel van het ‘Noord-Koreaans zijn’ vormt. Dat is een idee dat de Noord-Koreaanse staat flink benadrukt. Inderdaad bestaan er onder Noord-Koreaanse overloper-migranten dat soort ideeën over ‘etnisch burgerschap’, maar dit gedachtegoed is niet per se meer aanwezig dan in Zuid-Korea of veel andere maatschappijen.’

Volgens Green komt het vooroordeel dat Noord-Koreanen er een extreem etnocentrisch beeld op nahouden door de slechte toegang die onderzoekers en journalisten tot Noord-Korea hebben. ‘Wat er dan overblijft is de Noord-Koreaanse staatspropaganda. Het spreekt voor zich dat de Noord-Koreaanse staat geen betrouwbare bron van informatie is.’

Gesloten gemeenschap

Hoewel Noord-Korea als land veel academische aandacht geniet, is het vraagstuk over hoe Noord-Koreanen hun eigen identiteit beschouwen tot op heden nog onderbelicht gebleven. Hoewel de Zuid-Koreaanse en de Amerikaanse overheid onderzoek doen naar de identiteit van Noord-Koreanen, is promotieonderzoek naar het zelfbegrip van Noord-Koreanen op deze schaal zeldzaam. Vooral omdat het erg lastig is toegang te verkrijgen tot de Noord-Koreaanse gemeenschap.

Green licht toe: ‘Vanwege veiligheidsredenen zijn de registers van de Zuid-Koreaanse overheid over de Noord-Koreaanse overloper-migrantengemeenschap voor bijna niemand toegankelijk. De enige manier om toegang te krijgen tot Noord-Koreanen in het zuiden, is via je eigen netwerk. Ik heb tien jaar in Zuid-Korea gewoond, daar intensief aan een netwerk gebouwd en met Noord-Koreaanse migrantenorganisaties gewerkt. Dat lukt nou eenmaal niet vanuit je kantoor hier in Leiden. Zonder de mensen die ik in deze tijd heb leren kennen, was dit onderzoek niet mogelijk geweest.’

‘Wat dit onderzoek mij aan het eind van de dag het meest geleerd heeft, is om nóg voorzichtiger te zijn met pogen de stem van een volledige gemeenschap naar één opvatting te vertalen. Net als onze, zijn Noord-Koreaanse zelfbeelden complex en heel divers.’

Persvragen: neem contact op met Maarten Muns, adviseur wetenschapscommunicatie Universiteit Leiden.
m.a.muns@bb.leidenuniv.nl
071 527 3282

Dit onderzoek maakte deel uit van een breder onderzoeksproject, A war of words: What ancient Manchurian history does to Korea and China today. Lees meer. 

Tekst: Ifang Bremer 

Header afbeelding: Michał Huniewicz, Kaesong, North Korea. Vind de licentie hier. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.