Maatschappijleer
Focus op kernvragen bij Maatschappijleer
Waarom is Maatschappijleer belangrijk?
Hoe kunnen we leerlingen bij maatschappijleer op een betekenisvolle en samenhangende manier onderwijzen, zodat zij de complexe en steeds veranderende Nederlandse samenleving en politiek beter kunnen begrijpen en beïnvloeden?
Wat is het schoolvak Maatschappijleer?
Wat betekent het dat Nederland een democratische rechtsstaat is en wat zijn de belangrijkste maatschappelijke en politieke uitdagingen van onze tijd? Hoe kunnen we leerlingen een compact en samenhangend repertoire onderwijzen om grip te krijgen op de complexe actualiteit?
De inhoud van het schoolvak maatschappijleer en de keuze-examenvakken maatschappijwetenschappen (havo/vwo) en maatschappijkunde (vmbo) is met name gebaseerd op de wetenschappen sociologie en politicologie, maar ook op inzichten uit bijvoorbeeld culturele antropologie en sociale psychologie. Die brede wetenschappelijke basis is een rijkdom, maar kan een overzichtelijke conceptuele samenhang belemmeren. Het gebruik van vakperspectieven helpt om centrale concepten en fundamentele vragen te identificeren en om samenhang te creëren waardoor leerlingen kennis en vaardigheden makkelijker kunnen onthouden en toepassen. Diepgaand leren en motivatie om te leren kunnen hierdoor worden bevorderd.
Verdieping
Maatschappijleer is niet alleen essentieel om de spelregels van de democratische rechtsstaat te leren kennen en om vaardigheden te oefenen om daarin mee te kunnen doen, maar ook om actuele maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen te kunnen doorgronden. Berichten in het nieuws bieden volop aanknopingspunten om verwondering, verbazing of verontwaardiging bij leerlingen op te roepen, wat uitnodigt om er meer over te leren.
Door vanuit perspectieven van sociologie en politicologie te redeneren wordt duidelijk wat belangrijke vragen zijn. Als leerlingen waarden, belangen, machtsmiddelen en frames (theories of change) van betrokkenen in kaart kunnen brengen, geeft ze dat veel inzicht over hoe besluiten tot stand komen. En dezelfde concepten zijn ook behulpzaam om te begrijpen hoe mensen elkaar wederzijds beïnvloeden en tot welke maatschappelijke vraagstukken dit leidt in de samenleving.
Het huidige examenprogramma maatschappijleer ziet er dan in schema als volgt uit naar vakdoelstellingen, vakperspectieven en centrale vragen.
 
                Praktijkvoorbeelden
Besluitvorming
In plaats van alle hoofdstukken uit het lesboek die gekoppeld zijn aan het domein parlementaire democratie (havo/vwo), macht en zeggenschap (vmbo) of die betrekking hebben op de politiek-juridische dimensie van burgerschap (mbo) aan de orde te stellen in de les, zou aan de hand van de vakperspectieven op actorniveau in verschillende contexten kunnen worden onderzocht op welke manieren besluiten worden genomen, hoe het is afgesproken om besluiten op die manier te nemen en welke alternatieven er zijn om tot een besluit te komen.
Leerlingen vinden het nadenken over directe democratie en representatieve democratie niet direct spannend of interessant. Maar als we deze thematiek eerst benaderen vanuit een voor hen herkenbare situatie is het beter mogelijk om hen erbij te betrekken en hen te laten nadenken over voordelen van representatie en van directe invloed op de besluitvorming.
Vervolgens kan de relatie met democratie op het niveau van de staat gelegd worden. Het vakperspectief dat eerst aan de orde komt, is het macht-perspectief. Bij het geven van redenen waarom leerlingen voorkeur hebben voor een bepaalde manier van besluiten nemen, kan de docent ook vanuit het waarden-perspectief scherper proberen te krijgen aan welke waarden leerlingen dus blijkbaar de voorkeur geven. Vanuit het belangen-perspectief kunnen leerlingen analyseren hoe de sociale positie die mensen innemen, van invloed kan zijn op de macht die zij kunnen uitoefenen en de overtuigingen die zij hebben. En terzijde: de waarden die mensen hebben, kunnen op hun beurt ook weer van invloed zijn op de sociale positie die zij innemen (of ambiëren) en daarmee op de macht die zij kunnen uitoefenen.
Op deze manier doen leerlingen niet zomaar feitenkennis op over politieke besluitvorming op het nationale niveau van de staat, maar denken zij na over hoe macht (in dit geval de macht om een besluit te nemen), georganiseerd kan worden en wat zij de beste manier van besluiten nemen vinden.
Rechtsstaat
In plaats van veel uitleg over de wording van de rechtsstaat en principes van de rechtsstaat, wordt in vijf minuten beknopt uitgelegd wat door veel mensen wordt gezien als drie belangrijke beginselen van een rechtsstaat (legaliteitsbeginsel, machtenscheiding met checks and balances, en grondrechten voor burgers). Vervolgens bekijkt de klas een documentaire die gaat over 43 studenten die in 2014 in Mexico zijn verdwenen en de impact die dat had in hun gemeenschap. De centrale vraag die beantwoord moet worden is ‘In hoeverre zijn in Mexico de drie principes van een rechtsstaat te herkennen en wat kunnen familieleden en vrienden van de verdwenen studenten (nog meer) doen om erachter te komen wat er is gebeurd?’.
Leerlingen leren niet alleen over macht die mensen in dienst van de overheid kunnen uitoefenen (soldaten, politieagenten, een burgemeester, de president) maar ook wat mensen als zij kunnen doen. Het betrekken van het machtsperspectief bij deze les biedt die mogelijkheid. Leerlingen ervaren dat ze niet alleen iets leren over Nederland maar dat ze ook situaties in andere landen beter kunnen begrijpen.
Praktische tips voor lessen Maatschappijleer
Het schema van vakperspectieven maatschappijleer is op meerdere manieren nuttig:
- Als docenten werken met een lesmethode van een educatieve uitgever kan het hen helpen om een selectie te maken uit de hoofdstukken van die lesmethode. Welke hoofdstukken zijn echt nodig om het wettelijke examenprogramma aan de orde te stellen en noodzakelijk om de centrale concepten en vakperspectieven te kunnen onderwijzen? Door niet alle hoofdstukken aan de orde te stellen wordt ruimte gecreëerd om leerlingen actuele vraagstukken te laten analyseren aan de hand van de centrale vragen van de vakperspectieven.
- Door leerlingen eerst te laten oefenen met het identificeren van wie er betrokken zijn bij een spraakmakende gebeurtenis in het nieuws en wat de belangen en mogelijke waarden zijn van die betrokkenen, gaan leerlingen meer begrijpen van wat er in een situatie speelt. Kies daarbij voorbeelden die niet teveel betrokken groepen hebben om de analyse overzichtelijk en haalbaar te houden.
- Kies bronmateriaal waarin verschillende betrokkenen hun perspectief op de gebeurtenis geven. Daarbij hanteren zij impliciet of expliciet een frame: wat is de belangrijkste oorzaak, wat voor problematisch effect heeft die oorzaak, wat is de gewenste situatie en welke aanpak is daarvoor nodig. Leerlingen leren hierdoor dat problemen niet een gegeven zijn maar geconstrueerd worden. Wat de een ziet als een oplossing voor een probleem (verhoog de belastingen voor de rijkeren) ziet een ander juist als een probleem.
- Een volgende stap is om leerlingen te laten onderzoeken in hoeverre de frames die gebruikt worden ook feitelijk juist zijn. Hierbij oefenen zij om de relevante bronnen te vinden en om de betrouwbaarheid van die bronnen vast te stellen.
- Door onderzoek te doen vanuit het machtsperspectief krijgen leerlingen zicht op de machtsmiddelen die elke betrokkenen heeft. Daarmee kunnen leerlingen scenario’s beschrijven van hoe de situatie zich waarschijnlijk verder zal ontwikkelen.
Meer weten?
Pormes, A., Nieuwelink, H. & Schaap, K. (2019) Maatschappijleer. In Janssen, F.J.J.M., Hulshof, H. & Van Veen, K. (2019). Wat is echt de moeite waard om te onderwijzen? Een perspectiefgerichte benadering. Leiden: StudioSB.

