Logo Universiteit Leiden.

nl en

Engels

Engels in perspectief

Waarom is Engels belangrijk?

Engels is overal! Leerlingen komen de taal dagelijks tegen: in de (digitale) media, op straat, op de werkplek. Er zijn wereldwijd zelfs meer mensen die Engels als tweede taal spreken dan als eerste. Hoe bereid je leerlingen zo goed mogelijk voor op een wereld waarin Engelse taalvaardigheid en taal-en cultuurbewustzijn van groot belang zijn?

Wat is het schoolvak Engels?

Kennis van het Engels opent deuren naar kennis van de wereld. Het Engels speelt een grote rol in vervolgopleidingen en is de taal van de wetenschap en de technologie. Het fungeert daardoor vaak als een lingua franca die wereldwijd communicatie mogelijk maakt. Engelstalige cultuuruitingen genieten wereldwijd populariteit en de taal heeft zijn sporen in veel andere talen nagelaten. Het is dan ook niet voor niets dat het Engels een vast onderdeel vormt van het curriculum in het primair en voortgezet onderwijs.

Leerlingen onderkennen doorgaans het belang van Engels, maar hebben niet altijd door ‘wat er nog te leren valt’. Doordat ze veelvuldig blootgesteld worden aan de taal in het dagelijks leven en bij eventuele problemen een beroep kunnen doen op AI, zien ze niet altijd meerwaarde in het leren van grammatica en idioom en het stapsgewijs werken aan de vaardigheden zoals dat momenteel vaak in de praktijk gebeurt.

In deze bijdrage beschrijven we hoe je met een communicatieve taak (ook wel hele taak genoemd) en met verschillende perspectieven op taal voor betekenisvolle lesinhoud kunt zorgen, zodat leerlingen niet alleen uitgedaagd worden om in het Engels te communiceren, maar ook over taal en cultuur leren.

Verdieping

Veel docenten Engels hechten er belang aan dat leerlingen de taal leren in realistische situaties. Deze ambitie sluit aan bij het communicatief taalonderwijs, waarin de nadruk ligt op betekenisvolle interactie, taakgericht werken en het ontwikkelen van functionele taalvaardigheid. Tegelijkertijd groeit het besef dat taalonderwijs over meer zou moeten gaan dan communicatie alleen. Niet alleen omdat taalvakken zelf ook interessante en waardevolle inhouden hebben, maar ook om ervoor te zorgen dat leerlingen echt  voorbereid zijn op deelname aan een pluriculturele, meertalige samenleving. Daarvoor hebben leerlingen ook taal- en cultuurbewustzijn nodig. Taalbewustzijn, omdat kennis over hoe taal werkt, in elkaar zit en hoe je het verwerft, helpt om zelf bewuster te leren communiceren en kritischer te kunnen kijken naar hoe anderen dat doen. Cultuurbewustzijn, omdat leerlingen zo culturele verschillen leren herkennen, begrijpen en respecteren.

Een effectieve manier om deze doelen te integreren is door het onderwijs te benaderen vanuit vijf taalperspectieven:

  1. Communicatief perspectief: Hoe gebruik je taal en hoe beoordeel je dat taalgebruik?
  2. Cultureel perspectief: Hoe waardeer en interpreteer je het, vanuit persoonlijke beleving en/of gezien vanuit de (inter)culturele context?
  3. Structureel perspectief: Hoe zit het in elkaar?
  4. Taalpsychologisch perspectief: Hoe werkt het in het hoofd en hoe verwerf je het?
  5. Sociaal perspectief: Hoe varieert en verandert het?

We illustreren deze perspectieven aan de hand van een veelvoorkomend voorbeeld uit de praktijk: een les(senserie) over het schoolleven in Engelstalige landen. Als we deze taak benaderen vanuit de vijf perspectieven op taal, zou je aan het volgende kunnen denken:

  1. Communicatief perspectief: Leerlingen luisteren en kijken naar opnames van leerlingen uit Engeland, Amerika, Australië en Zuid-Afrika die hun lesdag beschrijven. Ze schrijven vervolgens een (fictieve) blogpost voor één van hen, waarin ze reageren op de opname en hun eigen lesdag beschrijven.
  2. Cultureel perspectief: Leerlingen reflecteren op de overeenkomsten en verschillen tussen de beschreven lesdagen. Welke vakken zijn kennelijk belangrijk? Hoe lang is hun lesdag? Hebben ze nog huiswerk? Heeft iedereen toegang tot elke school? Kun je zelf kiezen naar welke school je gaat? Et cetera.
  3. Structureel perspectief: Leerlingen oefenen met typische zinsstructuren en woordsoorten, zoals 'I do my homework, I like … better than, I prefer … to', trappen van vergelijking, vraagvormen et cetera.   
  4. Taalpsychologisch perspectief: Leerlingen reflecteren op de talen die op verschillende plekken in de wereld geleerd worden. Zouden sommige talen moeilijker of makkelijker aangeleerd kunnen worden als je eerste taal Engels is? Hoe leer je eigenlijk het best een taal?
  5. Sociaal perspectief: Welke talen leren leerlingen? Waarom die? Wat is de voertaal op school?

Deze perspectieven zijn eenvoudig te koppelen aan de voorgestelde domeinen uit het nieuwe examenprogramma voor het voortgezet onderwijs: communicatie, taalbewustzijn en cultuurbewustzijn.

Praktijkvoorbeeld

Banned books

Reguliere aanpak

De docent laat leerlingen een recente lijst met boeken zien die op de Banned & Challenged lijst van de American Library Association staan en vraagt de leerlingen waarom ze verboden zouden kunnen zijn. Vervolgens lezen de leerlingen een informatieve tekst waarin de verboden worden toegelicht en enkele reacties van ouders zijn opgenomen. Ze vergelijken die met hun eigen ideeën. Daarna maken leerlingen woordenschat- en grammaticaoefeningen die behulpzaam kunnen zijn bij het geven van je mening en het reageren op die van anderen. Als er tijd is, voeren leerlingen vervolgens een plenaire of groepsdiscussie over de vraag 'Should books be banned?'.

Verrijkte aanpak

De docent bekijkt de lessenserie vanuit de vijf perspectieven op taal om te bepalen welke inhouden waardevol zijn om te leren en hoe de leerlingen gestimuleerd kunnen worden om hun taal- en cultuurbewustzijn verder te ontwikkelen. De docent besluit om de leerlingen in verschillende verdiepende stappen in groepjes een presentatie te laten voorbereiden.

Startpunt is het aandacht richten op de uiteindelijke taak: het presenteren van een item van drie à vijf minuten op het Amerikaanse jeugdjournaal (NBC news) over de recente lijst met verboden boeken en de totstandkoming daarvan. Er wordt een item getoond en besproken, zodat leerlingen zicht krijgen op de vorm, inhoud en toon van een dergelijk verklarend nieuwsitem. In de aanloop naar de uiteindelijke uitvoering lezen leerlingen het informatieve artikel en onderzoeken ze wie bepaalt welke boeken op de Banned & Challenged list komen en welke criteria daarbij gehanteerd worden. Zijn er ook boeken die eerst niet en later wel verboden zijn en waardoor kwam dat dan? Ze staan daarnaast stil bij de vraag of Amerika het enige land is waar een dergelijke lijst bestaat en of die voor alle staten geldt. En zijn er misschien ook andere redenen om boeken in de ban te doen en zo ja, welke dan?

Na de inhoudelijke verkenning maken ze een eerste versie van hun nieuwsitem en zoeken eventueel woorden op. Ze presenteren vervolgens hun item aan een ander groepje (waarbij ieder groepslid aan het woord komt) en ontvangen feedback op inhoud en vorm. De docent stelt vervolgens samen met de leerlingen vast welke hulp er nodig is: nuttige uitdrukkingen, grammaticale instructie, compenserende strategieën, een extra bron?

In de volgende ronde presenteren de leerlingen opnieuw hun nieuwsitem aan een ander groepje. De docent (of de leerling?) kan er dan voor kiezen de taak op precies dezelfde manier te laten uitvoeren, of een kleine aanpassing te doen om leerlingen nog meer uit te dagen. Zo zou het nieuwsitem nu in Engeland worden uitgezonden, op een regionale zender, alleen op internet, of misschien zelfs wel alleen in schriftelijke vorm worden verspreid. Wat zou dit betekenen voor hun item (toon, inhoud, misschien zelfs uitspraak en spelling?)

Met deze opzet worden meerdere perspectieven in samenhang meegenomen, waardoor de lessenserie rijker wordt. Door te starten met de grote opdracht (de hele taak), worden alle leerlingen uitgedaagd en geactiveerd. Na verkenning van de inhoud en de eerste uitvoering kunnen de leerlingen desgewenst gebruik maken van extra hulp.

Praktische tips voor lessen Engels*

  • Benader de leerstof vanuit de vijf taalperspectieven: communicatief, cultureel, structureel, taalpsychologisch en sociaal.
  • Gebruik taal én cultuur als volwaardige lesinhoud, niet alleen als context, maar als leerdoel op zich.
  • Kies een levensecht format (zoals een redactie, tentoonstelling, campage of festival) als kader voor je lessenserie.
  • Ontwerp een hele taak die binnen dit format realistisch, motiverend en geïntegreerd is, en waarin lesdoelen in de domeinen communicatie, taal- en cultuurbewustzijn samenkomen.
  • Start de lessenserie met deze hele taak, zodat leerlingen weten waar ze naartoe werken en waarom de deeltaken ertoe doen.
  • Formuleer gerichte deeltaken als opstapjes naar het eindproduct, afgestemd op wat leerlingen nodig hebben om de taak succesvol uit te voeren.
  • Bied deeltaken flexibel aan als hulp op maat: zo kun je eenvoudig differentiëren op niveau, tempo of ondersteuning.
  • Geef leerlingen ruimte om te kiezen in onderwerp, aanpak en eindproduct, zodat ze eigenaarschap en motivatie ontwikkelen.
  • Stimuleer actieve verwerking door leerlingen te laten onderzoeken, presenteren, feedback geven én verwerken.

Meer weten?

Voorbeelduitwerkingen en tips voor hele taak eerst en hulp op maat onderwijs
Voorbeelden en tips voor gebruik van perspectieven in het MVT-onderwijs
Kerndoelen en examenprogramma's
* voetnoot

Bij het beschrijven van de verrijkte taak is gebruik gemaakt van de spreekcyclus, die is opgenomen in: Batenburg E.S.L. van & Jong N.H. de (2020), Spreek- en gespreksvaardigheid. In: Dönszelmann S., Beuningen C.G. van, Kaal A. & Graaff R. de (Eds.), Handboek Vreemdetalendidactiek: Vertrekpunten, Vaardigheden, Vakinhoud. Bussum: Uitgeverij Coutinho. 247-260

Deze website maakt gebruik van cookies.